Het huidige retributiereglement op kermissen op openbare plaatsen werd door de gemeenteraad goedgekeurd tot 31 december 2019 en dient hernieuwd en herzien te worden.
Kermissen kennen anno 2019 een tanende populariteit. Voor bepaalde kermiskramers komt de financiële haalbaarheid in het gedrang. In het bijzonder voor grote kramen is het gevraagde standgeld substantieel in vergelijking met de inkomsten. Anderzijds zijn het net de grotere kramen die bijdragen aan de attractiviteit van een kermis als geheel. Om de kermissen te ondersteunen is het raadzaam een verminderd standgeld te vragen aan grote kermiskramen (>13 meter in breedte).
Het plaatsrecht wordt vastgesteld als volgt: voor inrichtingen dieper dan 13 meter wordt de prijs als volgt vermeerderd en berekend: (grootste afm. x inzetprijs) + [aantal meter dieper dan 10 m x (inzetprijs + 150 %).
Voorstel is om bij kermiskramen van meer dan 13 meter in breedte de verhoging voor de breedtemeter te verlagen van 150 % naar 100 %.
Ook wordt er voorgesteld om bij de kleinere kermissen van Kessel en Bevel géén retributie meer aan te rekenen.
Het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 2, 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, evenals artikel 219.
Het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 326 tot en met 338.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, houdende de bepalingen openbaarheid van bestuur.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012.
Goedkeuring te verlenen voor het voorgelegde retributiereglement kermissen op openbare plaatsen met ingang van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.