Het huidige belastingreglement op verwaarlozing van gebouwen en woningen is door de gemeenteraad goedgekeurd op 11 juni 2019 gezien het beleid met betrekking tot verwaarloosde gebouwen en woningen van het Vlaamse naar het gemeentelijk niveau werd overgeheveld.
Het lokaal bestuur wenst dat wonen voor elke doelgroep betaalbaar en kwaliteitsvol blijft. Om zoveel mogelijke verloedering van de leefomgeving tegen te gaan, is het aangewezen om een belasting te heffen.
Het lokaal bestuur wenst verwaarlozing van gebouwen en woningen te voorkomen en bestrijden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan en om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van gebouwen en woningen.
Hierdoor is een register van verwaarlozing een nuttig monitoringsinstrument om de verwaarlozing van gebouwen en woningen in kaart te brengen.
Het lokaal bestuur houdt een register van leegstaande gebouwen en leegstaande woningen bij op grond van het artikel 2.2.6 DGPB.
Het lokaal bestuur heeft, op grond van voormelde besluit van 16 november 2018, als taak te werken aan de kwaliteit van het woningpatrimonium, aangezien zij aangesloten is bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid (Kempens Woonplatform).
De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstaande gebouwen en leegstaande woningen belaste personeelsleden de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden bezitten, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie – en gemeentebelastingen.
De gemeentelijke administratie beoordeelt de verwaarloosde toestand van een gebouw of een woning aan de hand van indicaties in een technisch verslag.
Het lokaal bestuur wenst langdurige verwaarlozing van gebouwen en woningen te voorkomen en bestrijden. Hierdoor worden de bedragen van de heffingen van verwaarlozing en leegstand aangepast. Het bedrag wordt losgekoppeld van de ABEX-index en wordt verhoogd naarmate het aantal jaren dat het verwaarloosde gebouw of woning is geïnventariseerd.
De vrijstellingen in het reglement sluiten aan bij de noden en het beleid van het lokaal bestuur.
Het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 2, 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, evenals artikel 219.
Het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 326 tot en met 338.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, houdende de bepalingen openbaarheid van bestuur.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012.
Het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd (hierna Vlaamse Wooncode).
Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond – en pandenbeleid, zoals gewijzigd, (hierna DGPB).
Het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid, inzonderheid artikel 5, 7 en 14.
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 1 september 2009, zoals gewijzigd.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Het decreet van 14 oktober 2016 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot woning, inzonderheid artikel 46 t.e.m. 49 en artikel 52.
De Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, zoals gewijzigd.
Het decreet van 23 december 2016 houdende diverse fiscale bepalingen en bepalingen omtrent de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen.
Goedkeuring te verlenen aan het voorgelegde belastingreglement op verwaarlozing van gebouwen en woningen.