2019_GR_00192 - Bijzondere bestuurlijke bestuursverordening met betrekking tot kermisactiviteiten op de openbare kermissen en organisatie kermisactiviteiten op openbaar en privé domein buiten openbare kermissen - aanpassing - Goedkeuring

De bestaande bijzondere bestuurlijke bestuursverordening betreffende GAS met betrekking tot de kermisactiviteiten op de openbare kermissen en organisatie van kermisactiviteiten op het openbaar domein en privé domein buiten openbare kermissen in te trekken en onderstaande bijzondere bestuurlijke bestuursverordening betreffende GAS met betrekking tot de kermisactiviteiten op de openbare kermissen en organisatie van kermisactiviteiten op het openbaar domein en privé domein buiten openbare kermissen (verder genoemd reglement), goed te keuren:

HOOFDSTUK I –  INLEIDING

Artikel 1

• Als kermis wordt beschouwd elke manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente om op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie, die er producten of diensten aan de consument verkopen, samen te brengen.
• Als kermisactiviteit wordt beschouwd elke verkoop, te koop aanbieding, uitstalling met het oog op de verkoop van diensten aan de consument in het kader van de uitbating van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie.

Dit reglement is van toepassing op alle kermissen die worden georganiseerd in de gemeente Nijlen.

Artikel 2

 – Bijzondere voorwaarden op de kermissen kunnen door het college vastgesteld worden en zullen aan de foorkramers meegedeeld worden.

Artikel 3

 – Betaling van de standplaatsvergoeding worden gedaan in de gemeentekas, gemeentehuis – Kerkstraat 4 te 2560 Nijlen, tegen ontvangstbewijs of gestort op rekeningnummer BE13 0910 0010 7739, gemeentebestuur Nijlen te 2560 Nijlen.

Artikel 4

 – Het college stelt een verantwoordelijke van de kermis aan die belast is met de praktische organisatie van de openbare kermissen, evenals zijn plaatsvervanger.

De verantwoordelijke van de kermis houdt toezicht op de naleving van het kermisreglement. Het is zijn/haar plicht de kermisuitbaters die hun verplichtingen niet nakomen daarop te wijzen.

De verantwoordelijke van de kermis is bevoegd om de documenten vermeld in artikel 8 te controleren. Hij/zij heeft steeds toegang tot de kermiskramen (KB artikel 24).

Wanneer de verantwoordelijke van de kermis herhaalde tekortkomingen vaststelt van een kermisuitbater, meldt hij/zij dit aan het college. Tegelijkertijd brengt hij de betrokken kermisuitbater van dat feit op de hoogte.

Het kermisreglement zal kenbaar gemaakt worden via de kermisverantwoordelijke.

Artikel 5

– Brandweerlieden belast met de brandveiligheid en controle hierop hebben steeds toegang tot de kermiskramen.

Artikel 6

– De gemeente organiseert op het openbaar domein volgende kermissen:

Meikermis Nijlen
Plaats: kerkplein
Dag: zondag na 2 mei (indien 2 mei op een zondag valt, gaat deze kermis door op zondag 9 mei)
Periode: van zaterdag tot en met dinsdag (4 dagen)

Septemberkermis Nijlen
Plaats: kerkplein
Dag: 3de zondag van september
Periode: van zaterdag tot en met dinsdag (4 dagen)

Broechemsteenwegkermis Nijlen
Plaats: parking Sint-Paulus parochie
Dag: 3de zondag na Pinksteren
Periode: van zaterdag tot en met maandag (3 dagen)

Jaarmarktkermis
Plaats: kerkplein en/of August Hermansplein en/of parking pastorie
Dag: tweede paasdag
Periode: maandag (1 dag)

Kermis Kessel centrum (mei – juni)
Plaats: Pastoor Schelkensplein
Dag: 1ste zondag na Pinksteren
Periode: van zaterdag tot en met dinsdag (4 dagen)

Kermis Kessel centrum (september)
Plaats: Pastoor Schelkensplein
Dag: 1ste zondag na 21 september
Periode: van zaterdag tot en met dinsdag (4 dagen)

Kermis Kessel-Station
Plaats: Suikertorenpleintje
Dag: zondag na Pasen
Periode: zondag tot en met maandag (2 dagen)

Sinksenkermis – Bevel
Plaats: parking Bevels Heerdplein
Dag: Pinksteren
Periode: van zondag tot en met dinsdag (3 dagen)

Bevel Heikant kermis
Plaats: langsheen Heikant
Dag: 14 en 15 augustus
Periode: 2 dagen

HOOFDSTUK II – VOORWAARDEN TOT TOEWIJZING STANDPLAATSEN

Artikel 7

 1° Om een standplaats te kunnen toegewezen krijgen, mag de kermisuitbater niet:

• bij wijze van sanctie uitgesloten zijn van de desbetreffende kermis;
• bij vorige toewijzingen het reglement op de kermissen en de bepalingen van de gemeentelijke politieverordeningen die in dit verband zouden bestaan, overtreden hebben;
• enig bedrag aan de gemeente verschuldigd zijn, hetzij uit hoofde van achterstallig standgeld, hetzij wegens nog te betalen boetes of schadeloosstelling;
• tijdens de voorgaande kermissen de openbare rust of orde verstoord hebben.

2° De kermisuitbater aan wie een standplaats toegewezen wordt, verbindt zich er toe:

• het bedrag van het standgeld vóór 1 mei van ieder jaar te vereffenen (voor de kermis van Kessel-Station, die valt de eerste zondag na Pasen, moet het standgeld vereffend zijn vóór 1 april van ieder jaar);
• de van kracht zijnde voorschriften stipt na te leven.

Artikel 8

– Voorwaarden inzake toewijzing (wet artikels 8§2, 10§1, KB artikels 4§2 en 10).

De standplaatsen op een openbare kermis worden toegewezen:

§1 Voor kermisattracties en vestigingen van kermisgastronomie met bediening aan tafel:

• aan de houder van een “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor eigen rekening;
• aan rechtspersonen door tussenkomst van de persoon, verantwoordelijk voor hun dagelijks bestuur houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten”.

Bijkomende voorwaarden:

• de kermisuitbaters zijn verplicht zich voor de duur van de kermis te verzekeren in algemene burgerlijke aansprakelijkheid en risico’s van brand en burenverhaal. Het kermiskraam mag pas geopend worden wanneer de exploitant de verzekeringspolis en het bewijs van betaling van de premie kan bewijzen.
• wanneer het een kermisattractie met voortbeweging van personen betreft, aangedreven door een niet-menselijke energiebron, moet de attractie voldoen aan de bepalingen van artikel 10 van het KB van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van kermistoestellen;
• het bewijs dat de uitbating van de kermisattractie met levende dieren voldoet aan de reglementaire voorschriften betreffende deze materie (welzijn van dieren);
• het bewijs dat de vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel en de personen die er werkzaam zijn, voldoen aan de reglementaire voorwaarden inzake volksgezondheid.

§2 Voor vestigingen van kermisgastronomie zonder bediening aan tafel:

• aan de houders van een “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten” voor eigen rekening;
• aan rechtspersonen door tussenkomst van de persoon verantwoordelijk voor hun dagelijks bestuur, houder van de “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”.

Bijkomende voorwaarden:

• de kermisuitbaters zijn verplicht zich voor de duur van de kermis te verzekeren in algemene burgerlijke aansprakelijkheid en risico’s van brand en burenverhaal. Het kermiskraam mag pas geopend worden wanneer de exploitant de verzekeringspolis en het bewijs van betaling van de premie kan bewijzen.
• het bewijs dat de vestiging en de personen die er werkzaam zijn, voldoen aan de reglementaire voorwaarden inzake volksgezondheid.

Om de diversiteit van het aanbod te waarborgen is het aantal standplaatsen per onderneming beperkt tot drie.

Artikel 9

– Vacature en kandidatuurstelling standplaats (KB artikel 13 en 14).

Wanneer een standplaats vrijkomt, zal de kermisverantwoordelijke deze vacature bekendmaken door publicatie van een kennisgeving. Deze kennisgeving zal gebeuren door middel van een bericht aangeplakt aan het gemeentelijke infobord en via de website www.nijlen.be of via ten minste twee vakbladen.

De kandidaturen worden ingediend volgens de voorschriften en binnen de termijn voorzien in de kennisgeving van de vacature.

De kandidaturen tot het innemen van een standplaats met abonnement moeten volgende gegevens bevatten:

−volledige naam en adres van de aanvrager
−de aard van de attractie of vestiging
−afmetingen en technische specificaties van de attractie of vestiging
−kopie van de machtiging
−ondernemingsnummers
−bewijs van goed zedelijk gedrag.

Kandidaturen die hieraan niet voldoen, worden niet weerhouden.

Het indienen van de kandidaturen moet gebeuren per:

−hetzij bij ter post aangetekend schrijven;
−hetzij bij persoonlijk overhandigde brief;
−hetzij per duurzame drager (fax of e-mail);

Artikel 10

– Onderzoek van de kandidaturen (KB artikel 15).

Voor de vergelijking van de kandidaturen onderzoekt de gemeente of voldaan is aan de voorwaarden inzake toewijzing vermeld in artikel 8 van dit reglement.

De standplaatsen worden toegewezen op basis van één of meer van de volgende criteria:

A de aard van de attractie of de vestiging;
B de technische specificaties van de attractie of van de vestiging;
C de graad van veiligheid van de attractie of van de vestiging;
D de aantrekkingskracht van de attractie of van de vestiging;
E de deskundigheid van de uitbater, van de “aangestelde-verantwoordelijken” en van het tewerkgesteld personeel;
F desgevallend, de nuttige ervaring;
G de ernst en het zedelijk gedrag van de kandidaat.

Het openen van de kandidaturen, hun vergelijkend onderzoek, de controle van de voorwaarden en de gemotiveerde beslissing tot toewijzing van de standplaats worden opgenomen in een proces-verbaal.

Artikel 11

– Bekendmaking van de toewijzing (KB artikel 15§5).

De gemeente deelt zowel aan de kandidaat die de standplaats toegewezen kreeg als aan elke niet weerhouden kandidaat de beslissing die hem aanbelangt mee:

− hetzij bij ter post aangetekend schrijven;
− hetzij bij persoonlijk overhandigde brief;
− hetzij per duurzame drager (fax of e-mail);

Artikel 12

– Register of plan van de toegewezen standplaatsen (KB artikel 16).

Een plan of register wordt bijgehouden waarin voor elke toegewezen standplaats vermeld staat:

a de situering van de standplaats;
b de toewijzingsmodaliteiten van de standplaats;
c de duur van het gebruiksrecht of het abonnement;
d de naam, voornaam, adres, telefoonnummer en/of GSM-nummer van de persoon aan wie of door tussenkomst van wie de standplaats toegewezen werd;
e desgevallend het maatschappelijk doel van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegewezen werd en het adres van haar maatschappelijke zetel;
f het ondernemingsnummer;
g de aard van de attractie of van de vestiging die de standplaats inneemt of die op de standplaats toegelaten is;
h de prijs van de standplaats behalve wanneer deze uniform werd vastgesteld;
i desgevallend, de identificatie van de overlater en de datum van de overdracht.

Artikel 13

– Spoedprocedure (KB artikel 17)

Indien, in de vijftien dagen voorafgaand aan de opening van de kermis, de standplaatsen vacant blijven:

• omdat zij niet konden worden toegewezen na afloop van de gewone procedure (cf.artikel 10 van dit reglement),
• omdat ze dit in die tussentijd zijn geworden,
• hetzij tengevolge van hun niet-bezetting resulterend uit de afwezigheid van hun houder, kan er worden voorzien in een spoedprocedure die als volgt bepaald is:

1. de gemeente raadpleegt de door hem gekozen kandidaten. Hij richt zich, in de mate van het mogelijke, tot verscheidene kandidaten per voorziene standplaats;
2. de kandidaturen worden ingediend hetzij per duurzame drager tegen ontvangstbewijs, hetzij schriftelijk tegen ontvangstbewijs;
3. de gemeente gaat over tot de toewijzing van de standplaatsen overeenkomstig de bepalingen opgenomen in artikel 10 van dit reglement;
4. hij stelt een proces-verbaal op dat, per vacature of onbezette standplaats, de kandidaten vermeld die hun kandidatuur hebben ingediend;
5. indien meerdere kandidaten naar eenzelfde standplaats dingen, geeft hij in het proces-verbaal de motivatie van zijn keuze aan;
6. hij deelt aan iedere kandidaat, hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding, hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding, hetzij per duurzame drager (bijvoorbeeld fax of e-mail) met ontvangstmelding, de beslissing mee die hem aanbelangt.Het plaatsen van uitbaters van kermisattracties of vestigingen waaraan een standplaats werd toegewezen op basis van de spoedprocedure, kan leiden tot aanpassingen aan het plan van de kermis, voor zover deze beperkt blijven en nauwkeurig gemotiveerd worden door de technische noodzakelijkheden van de toevoeging van de nieuwkomers op het kermisterrein.

De aanpassingen zullen onderworpen worden aan de goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen tijdens een volgende vergadering.

Artikel 14

– Inname standplaatsen (KB artikel 11).

De standplaatsen kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel kunnen ingenomen worden door:

1. de personen aan wie de standplaats toegewezen is (cf. artikel 8 van dit reglement) houders van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten”;
2. de verantwoordelijke van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten”;
3. de echtgenoot of echtgenote of wettelijke samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houders van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening;
4. de feitelijke vennoten van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houders van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening;
5. de personen die beschikken over de “machtiging als aangestelde-verantwoordelijke in kermisactiviteiten” die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de personen bedoelde in 1) tot en met 4);
6. aangestelden die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de personen bedoeld in 1) tot en met 4) onder het gezag en in aanwezigheid van deze of van een persoon bedoeld in 5);

De personen bedoeld in 2) tot en met 5) kunnen deze standplaatsen innemen voor zover hun machtiging geldig is voor de attractie of vestiging die erop uitgebaat worden. Zij kunnen deze standplaatsen innemen buiten de aanwezigheid van de personen aan wie of door middel van  wie ze werden toegewezen.

De standplaatsen voor een ambulante activiteit in kermisgastronomie zonder bediening aan tafel kunnen ingenomen worden door:

1. de personen aan wie de standplaats toegewezen is (cf. artikel 8 van dit reglement) houders van de “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”;
2. de verantwoordelijke van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”;
3. de feitelijke vennoten van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;
4. de echtgenoot of echtgenote of wettelijke samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever ” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;
5. door de personen die beschikken over een “machtiging als aangestelde A” of een “machtiging als aangestelde B”, die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in 1) tot en met 4);
6. door de personen vrijgesteld van de machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten (KB artikel 2 §3) in een vestiging kermisgastronomie zonder bediening aan tafel, in aanwezigheid en onder het gezag van de houder van de “machtiging ambulante activiteiten als werkgever” of van de houder van de “machtiging ambulante activiteiten als aangestelde A of B”.

De personen opgesomd in 2) tot en met 5) kunnen de standplaatsen innemen buiten de aanwezigheid van de personen aan wie of door middel van wie ze werden toegewezen.

Artikel 15

– Overdracht standplaats (KB artikel 18).

De overdracht van een standplaats is toegelaten wanneer:

1. De houder van een standplaats op een openbare kermis de uitbating van zijn attractie(s) of zijn vestiging(en) stopzet .
2. De houder van een standplaats overlijdt

Zijn rechthebbenden kunnen zijn standplaats overlaten.

In beide gevallen is overdracht slechts mogelijk op voorwaarde dat:

• de overnemer de attractie(s) of vestiging(en), uitgebaat op de overgedragen standplaatsen, overneemt;
• de overnemer voldoet aan de voorwaarden tot het toewijzen van een standplaats op de kermis (artikel 8 van dit reglement);
• de gemeente vastgesteld heeft dat de overnemer voldoet aan de voorwaarden tot overdracht.

Voor overdracht moet een schriftelijke toelating gevraagd worden aan de burgemeester of zijn afgevaardigde.

HOOFDSTUK III – ABONNEMENTEN

Artikel 16

– Toewijzing abonnement (KB artikels 9 en 23).

1. De standplaatsen per abonnement worden toegewezen aan de uitbater die eenzelfde standplaats op een abonnementsplaats heeft verkregen gedurende drie opeenvolgende jaren. Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname.
2. De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats.

Artikel 17

– Duur abonnement (KB artikels 12§1 en 2).

1. Het abonnement heeft een duur van 5 jaar. Na afloop wordt het stilzwijgend verlengd, behalve in de gevallen bedoeld bij het opschorten (artikel 18) of het afstand doen van het abonnement (artikel 19).
2. De houder van het abonnement kan, op gemotiveerd verzoek, het abonnement voor een kortere duur verkrijgen. Deze aanvraag wordt ingewilligd bij de stopzetting van de activiteiten aan het einde van de loopbaan. Indien zij omwille van andere motieven aangevraagd wordt, hangt ze af van de beoordeling van de burgemeester, van zijn afgevaardigde of van de concessionaris.

Artikel 18

– Opschorten abonnement (KB artikel 12§3).

De houder van het abonnement kan het abonnement opschorten wanneer:

1 hij tijdelijk ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen:

• door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest;
• door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond.

De tijdelijke ongeschiktheid moet schriftelijk en met bijvoeging van een attest bekend gemaakt worden, uiterlijk 7 dagen na de kennisname van de ongeschiktheid en ten laatste op de dag van de plaatsgeving.

De opschorting gaat in onmiddellijk na de bekendmaking van de ongeschiktheid en houdt op, op het einde van de kermis. Indien de opschorting één jaar overschrijdt, moet zij minstens dertig dagen voor het begin van de kermis hernieuwd worden.

2 hij over een abonnement beschikt voor een andere kermis die op hetzelfde ogenblik plaatsheeft. De opschorting moet worden bekend gemaakt tenminste drie maanden voor de begindatum van de kermis. Zij mag geen drie opeenvolgende jaren overschrijden.

De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voortkomen. De vraag tot opschorting moet gebeuren:

• hetzij bij ter post aangetekende brief met ontvangstmelding;
• hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding;
• hetzij per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding.

Artikel 19

–  Afstand van het abonnement (KB artikel 12§6).

De houder van het abonnement kan van het abonnement afstand doen:

• bij de vervaldag van het abonnement, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden;
• bij de stopzetting van zijn activiteiten, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden;
• indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteiten uit te oefenen omwille van redenen vermeld in artikel 18-1° van dit reglement.

De opzegging gaat onmiddellijk na de bekendmaking van de ongeschiktheid.

De houder kan een vervroegde beëindiging van zijn abonnement aanvragen voor andere motieven. De beslissing om gevolg aan deze aanvraag te geven, hangt af van de beoordeling van het college van burgemeester en schepenen op advies van de kermisverantwoordelijke.

De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent, kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg, afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.

Artikel 20

– Schorsing en opzegging van het abonnement (KB artikel 12§6).

De gemeente kan het abonnement intrekken of opschorten:

1. indien de titularis van de standplaats niet langer voldoet aan de wettelijke verplichtingen betreffende de uitoefening van kermisactiviteiten of aan deze die van toepassing zijn op de betrokken attractie of vestiging.
2. indien de kermisuitbater:

• één van de artikelen van het reglement overtreedt;
• weigert zich te gedragen naar de onderrichtingen die hem door de kermisverantwoordelijke worden gegeven;
• geen gevolg geeft aan alle bijkomende onderrichtingen en voorschriften die het college nodig acht te geven, hetzij schriftelijk, hetzij ter plaatse door een aangestelde ambtenaar;
• een andere attractie wenst op te stellen of opstelt dan vermeld op het abonnement;
• niet voldoet aan het ‘Reglement gebruik elektriciteitskasten’;

1. indien de gemeente:

• de standplaatsen niet ter beschikking kan stellen door werken in of rondom de kermiszone, waardoor de plaatsing van de kermisinrichting onmogelijk wordt. De beslissing tot schorsing of intrekking wordt betekend bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs of op duurzame drager tegen ontvangstbewijs (fax of e-mail).

Artikel 21

–  Vorm en inhoud abonnementen.

Het college bepaalt de vorm en de inhoud van de abonnementen. Ook kan het abonnement bijkomende voorwaarden opleggen ten overstaan van het huidige reglement.

HOOFDSTUK IV – ORGANISATIE VAN KERMISACTIVITEITEN OP HET OPENBAAR DOMEIN BUITEN OPENBARE KERMISSEN EN PRIVE DOMEIN

Artikel 22

– Toepassingsgebied (KB artikels 19 en 20).

1. Op aanvraag van een kermisuitbater
Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere plaatsen van het openbaar domein en privé domein buiten de openbare kermissen om een kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel uit te baten, moet dit voorafgaand aanvragen bij de gemeente.

2. Vanuit de gemeente
Wanneer de gemeente een standplaats op het openbaar domein wenst toe te kennen, wordt de procedure zoals omschreven in artikel 10 van dit reglement gevolgd.

3. Op vraag van de eigenaar van de gronden
Eenieder die een kermis wil organiseren op zijn privé grond en die verklaard dat hij/zij zorgt voor de inrichting van de kermis met meer dan drie kermisattracties of vestigingen van kermisgastronomie met bediening aan tafel, kan de aanvragen van de foornijveraars bundelen tot één aanvraag. Hierbij moet hij/zij tevens verklaren dat hij/zij zal instaan voor de controle van de foornijveraars.

Artikel 23

– Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsen (KB artikel 21).

De personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen en innemen van de standplaatsen op de openbare kermis kunnen standplaatsen op het openbaar domein en privé domein verkrijgen en innemen.

Artikel 24

– Duur machtiging (KB artikel 21).

De machtiging wordt door de gemeente toegekend:

• hetzij voor een bepaalde periode;
• hetzij per abonnement.

Een abonnement kan toegekend worden van zodra de kermisuitbater een zelfde standplaats heeft verkregen gedurende drie opeenvolgende jaren. Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname. De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats.

HOOFDSTUK V – PRAKTISCHE VOORWAARDEN

Artikel 25

– Plaatsing woon- en laadwagens. Het toekennen van een plaats voor de kermisattracties houdt geen machtiging in voor het plaatsen van woon- en laadwagens.

Artikel 26

– Muziek.

De muziekuitvoeringen door luidsprekers voortgebracht zullen op zulke wijze geregeld worden dat zij de muziekuitvoeringen van andere speeltuigen niet overstemmen. Er mogen aan de attracties geen sirenes gebruikt worden die enige gelijkenis vertonen met deze in gebruik door openbare en private hulpdiensten (brandweer, ziekenwagen, politie ...). De burgemeester kan de politie gelasten met het dempen van de muziek waar en wanneer het nodig blijkt. Generatoren en compressoren moeten achter de attracties opgesteld worden en mogen deze niet hinderen.

HOOFDSTUK VI – WIJZE VAN BETALING VAN HET STANDGELD

Artikel 27

 – De kermisuitbater die een abonnement voor een standplaats heeft bekomen op één van de kermissen te Nijlen, is het bedrag verschuldigd overeenkomstig de standplaats. Het volledig bedrag moet vóór 1 mei van ieder jaar betaald worden aan het gemeentebestuur van en te Nijlen door overschrijving op het rekeningnummer BE13 0910 0010 7739 of door storting in de gemeentekas. Voor de kermis van Kessel-Station, die valt de eerste zondag na Pasen, moet het bedrag betaald worden vóór 1 april van ieder jaar.

Artikel 28

 – Als het standgeld niet of niet tijdig betaald is, blijft het in elk geval eisbaar en kan het college van burgemeester en schepenen het abonnement intrekken of opschorten. De eventueel vrijgekomen standplaats kan via spoedprocedure toegewezen worden (KB artikel 12§6 bepaalt dat het college het abonnement kunnen intrekken ingevolge niet naleving van de reglementen) (KB artikel 17 voor toewijzing via spoedprocedure).

Artikel 29

 – Kermisuitbaters die hun toegekende standplaats overdragen aan derden of niet in gebruik genomen hebben zonder schriftelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen blijven het standgeld volledig verschuldigd. In geen geval kan de kermisuitbater schadeloosstelling eisen van het college (KB artikel 18§2) voor toelating overdracht.

HOOFDSTUK VII – VOORWAARDEN INZAKE OPSTELLING VAN DE KERMISKRAMEN EN KERMISWAGENS

Artikel 30

 – Elke kermisuitbater beschikt enkel over zijn, in voorkomend geval op de grond aangeduide, toegewezen standplaats. Het is niet toegelaten de maximum afmetingen te overschrijden.

Artikel 31

 – Als door de attracties of opstellingen de maximum afmetingen toch overschreden worden, kunnen de betrokken kermisuitbaters verplicht worden deze af te breken. Het betaalde standgeld blijft dan eigendom van het gemeentebestuur zonder dat de kermisuitbater hierop enig recht kan doen gelden. Indien er echter voldoende ruimte beschikbaar is, bij het groter zijn van de inrichting, kan het college toelating verlenen voor de plaatsing op voorwaarde dat het groter aantal meters betaald wordt volgens de vastgestelde prijs per lopende meter.

Artikel 32

 – Als een plaats ingenomen wordt waarvan de oppervlakte groter is dan deze door de kermisattractie ingenomen, blijft het restant ter beschikking van het college zonder dat de betrokkene enige schadevergoeding of recht op terugbetaling kan doen gelden.

Artikel 33

 – Per toegewezen standplaats mag de kermisuitbater slechts één kermiskraam plaatsen.

Artikel 34

 – Kermispleinen en andere pleinen worden ter beschikking gesteld in de staat waarin ze zich bevinden.

Artikel 35

 – Door het aanvaarden van de toewijzing verzaakt de kermisuitbater aan elk verhaal tegen het gemeentebestuur. Het gemeentebestuur komt niet tussen in de kosten voor schade of voor de nodige snoeiwerken aan bomen of verplaatsing van om het even welke palen, luchtkabels, banken, schakelkasten enz...

Artikel 36

 – In geval van onderbreking van elektrische stroom wegens beperking van stroomverbruik of defect aan de leiding, is het gemeentebestuur niet aansprakelijk.

Artikel 37

 – Op het kermisplein mogen enkel die wagens en kermiskramen geplaatst worden, welke zijn toegewezen aan de kermisuitbater.

HOOFDSTUK VIII – VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT DE TIJD

Artikel 38

 – Het college kan beslissen de kermis te beperken in duur en toewijzingsplaats.

Artikel 39

 – De kermisattracties mogen geopend zijn als volgt:

Voor de kermis van Nijlen centrum – mei en september en Kessel centrum:

• zaterdag vanaf 13.00 uur tot en met 23.00 uur
• zondag vanaf 13.00 uur tot en met 22.00 uur
• maandag vanaf 15.30 uur tot en met 22.00 uur
• dinsdag vanaf 13.30 uur tot en met 22.00 uur.

Voor de kermis van Kessel Statie en Bevel centrum

• zondag vanaf 13.00 uur tot en met 22.00 uur
• maandag vanaf 15.30 uur tot en met 22.00 uur

Voor Broechemsteenweg kermis

• zaterdag vanaf 15.00 uur tot en met 19.00 uur
• zondag vanaf 14.00 uur tot en met 22.00 uur
• maandag vanaf 15.00 uur tot en met 22.00 uur

Voor de kermis Bevel Heikant

• op 14 augustus van 19.00 uur tot en met 22.00 uur
• op 15 augustus van 15.00 uur tot en met 22.00 uur

Voor de kermis jaarmarkt

• op maandag (tweede paasdag) van 9.00 uur tot en met 23.00 uur.

Artikel 40

 – Tijdens de opening moeten alle kermisattracties verlicht en toegankelijk zijn voor het publiek.

Artikel 41

• De kermisuitbaters mogen de toegewezen plaats slechts bezetten:
• Meikermis Nijlen – ten vroegste woensdagavond om 19.00 uur vóór de opening van de kermis;
• septemberkermis Nijlen - ten vroegste woensdagavond om 19.00 uur vóór de opening van de kermis;
• Broechemsteenwegkermis Nijlen - ten vroegste woensdagavond om 19.00 uur vóór de opening van de kermis;
• Jaarmarktkermis Nijlen – ten vroegste de zaterdag vanaf 18.00 uur vóór de opening van de kermis;
• kermis Kessel centrum (mei – juni en september) – ten vroegste donderdag om 17.00 vóór de opening van de kermis;
• kermis Kessel-Station – ten vroegste donderdag om 17.00  uur vóór de opening van de kermis;
• Sinksenkermis – Bevel – ten vroegste Donderdag  om 17.00 uur vóór de opening van de kermis.
• Bevel-Heikant kermis – ten vroegste op 13 augustus om 19.00 uur voor de opening van de kermis.

Artikel 42

 – Alle kermispleinen en andere pleinen die ter beschikking gesteld worden van de kermis, moeten door de kermisuitbaters schoongemaakt en ontruimd zijn van alle kermisattracties en andere kermiswagens ten laatste ’s woensdags te 13.00 uur na het sluiten van de kermissen. Uitgezonderd de kermis van de jaarmarkt hier geldt dat alles moet ontruimd zijn ten laatste dinsdag na de kermis om 4.00 uur ’s ochtends.

HOOFDSTUK IX – VOORWAARDEN INZAKE VEILIGHEID

Artikel 43

– Technisch.

Indien de persoon belast met de praktische organisatie van de openbare kermissen en kermisactiviteiten op het openbaar domein, hiertoe aangesteld door

het college, vaststelt dat om technische redenen de veiligheid van de gebruikers van een instelling of van de omstaanders niet gewaarborgd is, kan de instelling gesloten worden voor de verdere duur van de kermis of tot na de degelijke herstelling van de vastgestelde gebreken. De kermiskramen moeten steeds in goede staat van onderhoud en zindelijkheid zijn. Als nodig blijkt zal de kermisuitbater op het eerste verzoek de nodige herstellingen of verbeteringen aanbrengen. Het college behoudt zich het recht voor om, indien nodig, steeds aanvullende voorwaarden op te leggen.

Artikel 44

– Brandvoorkoming.

Te treffen maatregelen kunnen opgelegd worden door de brandweer.

Artikel 45

– Beveiliging tegen risico’s.

1. Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden bij conflicten tussen de kermisuitbaters.
2. Het gemeentebestuur neemt geen bewaking op zich van kermiskramen en wagens die op het kermisterrein staan. Het gemeentebestuur is evenmin verantwoordelijk voor beschadiging, verlies, diefstal van de in de wagens of kermiskramen geborgen en tentoongestelde zaken.
3. Het college kan de voorlegging eisen van een schriftelijke verklaring die afgeleverd is door een erkend organisme en waarin bevestigd wordt dat het kermiskraam in volmaakte staat van werking is en zonder risico voor ongeval kan werken.
4. De kermisuitbaters moeten op de vrijdag vóór de opening van de kermis tussen 10.00 uur en 12.00 uur in hun kermiskraam aanwezig zijn om de technische controle en de controle inzake brandveiligheid mogelijk te maken door de bevoegde gemeenteambtenaren. De kermisuitbaters moeten de gemeenteafgevaardigde alle inlichtingen nopens hun kermiskraam kunnen verschaffen.
5. Indien het resultaat van de onder vorig aangehaalde inspectie ongunstig is, kan een exploitatieverbod uitgevaardigd worden voor de betrokken attracties. Al dan niet uitvoering van deze inspectie kan in geen geval met zich meebrengen dat de gemeente verantwoordelijk gesteld wordt bij om het even welk ongeval of schade veroorzaakt door het verblijf of de exploitatie van het kermiskraam.
6. De kermisuitbater of zijn aangestelde moet onmiddellijk de politie verwittigen van elk ongeval dat voorvalt op zijn standplaats. De stopzetting van de exploitatie van een kermiskraam kan bevolen worden door de bevoegde overheid als veiligheidsmaatregel of voor om het even welke andere reden. Het college zal oordelen of het gestorte standgeld moet terugbetaald worden in verhouding tot de periode van niet-exploitatie.

HOOFDSTUK X – VOORWAARDEN INZAKE MILIEU

Artikel 46

– Reinheid van het kermisterrein.

De foornijveraars moeten er zorg voor dragen dat hun standplaats zuiver gehouden wordt. Bij het verlaten van de kermis moet elke foornijveraar maatregelen nemen om de hem toegewezen plaats vrij van alle vuil achter te laten. Afval zal tijdens de kermis op degelijke wijze bijeen gehouden worden. Na beëindiging van de kermis zal elke foornijveraar alle bedrijfsafval afkomstig van, of voortspruitend uit de verkoop van zijn koopwaar op de kermis, zelf meenemen. De deelnemers aan de kermis of aan een ambulante activiteit op het openbaar domein die deze bepaling overtreden, kunnen na, onder gevolg gebleven schriftelijke aanmaningen van de kermisverantwoordelijke, op bevel van het college, de toegang tot de kermis ontzegd worden.

Artikel 47

– Lawaai.

1 De geluidsniveaus afkomstig van geluidsbronnen, o.a. muziekinstallaties, sirenes, claxons, spreken en zingen via geluidsversterking en andere storende toestellen, mogen de normen, opgelegd bij besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 met betrekking tot de geluidsnormen voor muziekactiviteiten, niet overschrijden.

Aanvullend worden de maximaal toegelaten geluidsniveaus, gemeten in open lucht en afkomstig van bovenvermelde geluidsbronnen, beperkt tot volgende waarden:

• tot 21.00 uur: 95 dB (A) L, Aeq, 15 min
• na 21.00 uur: 85 dB(A), LAeq, 15 min

2 De modaliteiten voor de uitvoering van de metingen zowel in open lucht als in de buurt moeten gebeuren conform de bepalingen opgenomen in het  besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012.

3 Na 22.00 uur  is het gebruik van meertonige claxons of sirenes verboden.

4 De burgemeester kan, in geval van klachten en na vaststelling van overschrijding van de maximaal toegelaten geluidsniveaus, ten allen tijde het gebruik van de storende geluidsbronnen verbieden; indien nodig kan de burgemeester overgaan tot de sluiting van de inrichting, zonder dat dit aanleiding kan geven tot de teruggave van het standgeld of tot het bekomen van schadevergoeding en onverminderd het recht van het college vergoeding te vorderen voor de geleden schade.

Artikel 48

– Afvalwater.

Het is verboden vetten, oliën, vaste huishoudelijke afvalstoffen, afvalwater van toiletten en dergelijke te lozen op straat, plein of in de riolering te laten uitlopen.

Artikel 49

– Stankoverlast.

De nodige maatregelen moeten genomen worden om de buurt niet te hinderen door stank, uitwasemingen en dergelijke.

HOOFDSTUK XI – VOORWAARDEN INZAKE DE AANDUIDING DER TARIEVEN

Artikel 50

– Bij elke kermisattractie moet het tarief aangeduid worden in EURO. Deze tariefaanduiding moet duidelijk en ondubbelzinnig zijn; ze moet op een goed zichtbare plaats aangebracht worden en door het publiek van op een redelijke afstand gelezen kunnen worden.

Artikel 51

 – De tarieven mogen in de loop van de desbetreffende kermis niet gewijzigd worden.

HOOFDSTUK XII – GEBRUIK ELEKTRICITEITSKASTEN

Artikel 52

– Gebruik stroomgeneratoren.

Het is verboden om stroomgeneratoren te gebruiken op het kermisterrein. Enkel mits de toelating van de kermisverantwoordelijke en/of bij gebrek aan de passende elektriciteitsvoorziening mag de foornijveraar zijn attractie op die manier van stroom voorzien.

Artikel 53

– Aansluiting elektriciteitskasten.

Elke attractie dient aangesloten te worden op de elektriciteitskasten die door de gemeente ter beschikking gesteld worden. Enkel mits toelating van de kermisverantwoordelijke en/of bij gebrek aan de passende elektriciteitsvoorziening dient men niet te voldoen aan dit artikel. De retributie voor het beschikbaar stellen van de elektriciteitskasten wordt bepaald door de gemeenteraad. Elke foornijveraar moet voldoen aan de “Afspraken stroomvoorziening”.

Artikel 54

– De elektriciteitskabels.

De elektriciteitskabels mogen bij voorkeur niet over het kermisterrein gelegd worden.

Indien het niet anders kan, moeten de kabels bij elkaar gelegd worden en afgedekt worden met een bescherming om struikelen en vallen te voorkomen.

HOOFDSTUK XIII – SANCTIES

Artikel 55

• Tenzij de wet of het decreet andere strafbepalingen voorziet, kan elke overtreding van deze bijzondere bestuurlijke politieverordening bestraft worden met gemeentelijke administratieve sancties:
• een administratieve geldboete tot € 250,00 en/of
• een administratieve schorsing of intrekking van een afgeleverde toelating of vergunning en/of
• een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een instelling. Indien de dader een minderjarige is, die de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt op het ogenblik van de feiten, bedraagt het maximum van de administratieve geldboete € 125,00.

Artikel 56

- Kosten tengevolge van beschadigingen aan het gemeentepatrimonium, aangebracht door de kermisuitbater, zullen verhaald worden op de kermisuitbater met een minimum van € 100,00. De eventuele vervolgings- en inningskosten zijn ten laste van de uitbater.

Artikel 57

 - Elke kermisattractie kan op bevel van het college, de burgemeester of een in zijn plaats aangestelde politieofficier of de kermisverantwoordelijke , gesloten worden en/of tot afbraak verplicht en weggevoerd worden op kosten en risico van de kermisuitbater, indien hij deze bijzondere bestuurlijke politieverordening overtreedt.

Artikel 58

- Indien de kermisuitbater of zijn gemachtigde de bepalingen van deze bijzondere bestuurlijke politieverordening overtreedt, heeft de gemeente het recht de nodige werken uit te voeren op kosten en risico van de overtreder, op basis van een daartoe toepasselijk belastingreglement.