Lokaal bestuur Nijlen heeft op 16 oktober 2019 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen. Deze aanvraag handelt over het oprichten van 2 meergezinswoningen, met in blok A 7 woongelegenheden en in blok B 12 woongelegenheden, met ondergrondse parkeergarage, oprichten 10 woningen met 10 bergingen en 10 carports na slopen bestaande woningen en 5 bijgebouwen.
Ligging: Broechemsesteenweg nr. 72, 74, Willibrordusstraat nr. 1, 3 en 5 te 2560 Nijlen, afdeling 1 sectie D nrs. 846X, 846T, 846D, 846Y, 846A2, 846M, 846Z, 846V, 846L, 846W, 846E2, 846C2, 846D2 en 846S.
De aanvraag is gelegen langs de Willibrordusstraat ter hoogte van de aansluiting met de Broechemsesteenweg. De bestaande woningen en bijgebouwen worden gesloopt om ruimte te bieden aan het woonproject met meergezinswoningen en ééngezinswoningen.
Qua ontsluiting wordt het project verdeeld in twee zones:
In het hele project worden 70 fietsenstallingen voorzien waarvan 52 overdekte fietsenstallingen.
De gemeenteraad dient zich uit te spreken over de aanpassing van de inrichting van het openbaar domein. Het komt de gemeenteraad toe om een besluit te nemen over de zaak van de wegen, waarbij de gemeenteraad zich dient te beperken tot de aspecten die betrekking hebben op de zaak van de wegen, zonder uitspraak te doen omtrent de bestaanbaarheid van de aanvraag met de stedenbouwkundige beoordelingselementen en de goede ruimtelijke ordening.
Op de omliggende percelen in de Willibrordusstraat is reeds op 20 december 1976 een verkaveling goedgekeurd (084/204). Naar aanleiding van deze verkavelingsvergunning werd voorafgaand op 26 maart 1976 advies gevraagd aan het toenmalige ministerie van openbare werken, bestuur der wegen, de voorganger van het huidige Agentschap Wegen & Verkeer. In dit advies werd gesteld dat de op het verkavelingsplan opgetekende voetweg niet definitief op de rijksweg (nu gewestweg genoemd) mocht worden aangesloten. Dit advies werd mee opgenomen in de verleende verkavelingsvergunning. Voorafgaand aan de verkavelingsvergunning keurde de gemeenteraad op 30 november 1976 een tracéwijziging van de bestaande gemeentelijke verkeersweg Willibrordusstraat goed. De voetweg van 5,00 m breed werd eveneens mee op het verkavelingsplan opgetekend. Het omvormen van de aansluiting tussen de Willibrordusstraat en de Broechemsesteenweg naar trage verbinding is bijgevolg een uitvoering van de reeds in 1976 gemaakte beslissingen.
In het kader van de voorliggende aanvraag is advies gevraagd aan het Agentschap Wegen & Verkeer. Het Agentschap Wegen & Verkeer verleent een gunstig advies betreffende voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met de algemene en de bijzondere voorwaarden.
In deze aanvraag wordt de inrichting van de Willibrordusstraat ter hoogte van het project heraangelegd en aangepast. Het reeds goedgekeurde wegtracé blijft ongewijzigd. De inrichting van het gedeelte dat voor gemotoriseerd verkeer toegankelijk is, blijft ongewijzigd. De aansluiting van Willibrordusstraat naar de Broechemsesteenweg wordt enkel toegankelijk gemaakt voor traag verkeer. De trage verbinding wordt uitgevoerd in asfalt met een breedte van 1,50 m. Links naast de asfaltverharding wordt een betonnen goot van 0,80 m voorzien.
Het dossier werd aan een openbaar onderzoek onderworpen van 15 november 2019 tot 14 december 2019 en er werden 44 bezwaarschriften ingediend. Hiervan zijn 41 bezwaarschriften identiek aan elkaar. De bezwaarschriften omtrent het aanpassen van het wegtracé en de ontsluitingen handelen over:
De overige bezwaren over o.a. hinder tijdens de werken, aantal wooneenheden, verdwijnen rustig karakter van de buurt, ... handelen niet over de zaak van de wegen en dienen niet behandeld te worden in deze fase van de procedure.
Het voorgestelde wegtracé is een uitvoering van de reeds gemaakte beslissing van 1976. De heraanleg is een verbetering van de verkeersveiligheid op de Broechemsesteenweg. Door de trage verbinding wordt het beleidsthema 'fietser op de eerste plaats' uit het beeldkwaliteitsplan van de gemeente sterk onderstreept, en zet deze trage verbinding mee in om het verplaatsingsgedrag binnen het kerngebied van onze gemeente positief te beïnvloeden.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 20017 en latere wijzigingen, in het bijzonder de artikelen 2 en 40.
Artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning dat bepaalt dat de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen dient te nemen indien de vergunningsaanvraag wegeniswerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft; dat dergelijk besluit over de zaak van de wegen dient te worden genomen alvorens het vergunningverlendende bestuursorgaan een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.
Artikel 47 van het omgevingsvergunningsbesluit dat stelt dat als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat, waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, de gemeenteraad hierover een besluit aanneemt. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
De aanvraag dient eerst voorgelegd te worden aan het college, vervolgens aan de gemeenteraad ter goedkeuring van de gewijzigde inrichting van het wegtracé, en wordt dan beslist in het college.
De gemeenteraad keurt het gewijzigde wegtracé en de realisatie van de openbare weg en de trage verbinding goed, mits: