Op 5 februari 2019 hebben de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn een beslissing dagelijks bestuur goedgekeurd.
Deze beslissing werd geïnspireerd door de nieuwe wetgeving overheidsopdrachten en de beheersovereenkomst tussen gemeente en OCMW waarin duidelijk gesteld werd dat er een gezamelijk aankoopbeleid gevoerd dient te worden.
We wensen dit aankoopbeleid door te trekken naar het AGB, zodat het voor de medewerkers van gemeente, OCMW en AGB duidelijk wordt welke procedure dient gevolgd te worden, nl. gelijklopen voor alle entiteiten. Uit de beheersovereenkomst tussen AGB en gemeente, blijkt dat de gemeente kan optreden als aankoopcentrale voor het AGB, ook hiervoor is het wenselijk dat het aankoopbeleid van gemeente, OCMW en AGB gelijklopend is.
Op 3 december 2018 heeft de raad van bestuur reeds een beslissing genomen in het kader van de visumverplichting. De visumverplichting wordt, hetzelfde zoals bij gemeente en OCMW, gelegd op € 15 000,00 exclusief btw. Dit zal in dit punt niet opnieuw hernomen worden.
Ingevolge een veranderde organisatie en gewijzigde wetgeving, dringt een eengemaakt aankoopbeleid zich op.
Conform artikel 240, §3 DLB kan het autonoom gemeentebedrijf vrij beslissen, binnen de grenzen van zijn doel, over de verwerving, de aanwending en de vervreemding van zijn goederen, over de vestiging of opheffing van zakelijke rechten op die goederen, alsook over de uitvoering van dergelijke beslissingen en over de financiering ervan.
Conform artikel 235, §1 DLB is de raad van bestuur bevoegd voor alles wat niet uitdrukkelijk bij decreet, in de statuten of in de beheersovereenkomst aan de gemeenteraad is voorbehouden.
Bij de toepassing van het gemeentedecreet, kon de raad van bestuur enkel bevoegdheden toevertrouwen aan het directiecomité door het nominatief inschrijven van overheidsopdrachten in het budget. In het nieuwe DLB wordt deze rol niet hernomen. Er is dus een afzonderlijk besluit vereist waarin het begrip dagelijks bestuur gedefinieerd wordt. Dit besluit moet volgens voornoemde bepalingen van het DLB door de raad van bestuur vastgelegd worden.
Volgens artikel 32 van de statuten is het directiecomité belast met het dagelijks bestuur, met de vertegenwoordiging met betrekking tot dat bestuur en met de uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur. Het directiecomité is daarenboven bevoegd voor alle materies die door de raad van bestuur worden gedelegeerd.
De delegatie voor het dagelijks bestuur is dus reeds gegeven door de raad van bestuur aan het directiecomité. In dit besluit zal dus enkel en alleen gedefinieerd worden wat er specifiek onder dit dagelijks bestuur valt. Alle voorgaande beslissingen van het directiecomité zijn nagekeken, en vallen allen onder het bedrag van de aanvaarde factuur in het kader van de overheidsopdrachtenwetgeving, voor deze aankopen moet geen aankoopprocedure gevoerd worden. Zij zijn allen legitiem genomen.
Decreet lokaal bestuur, hierna afgekort als DLB.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De statuten van AGB Nijlen, zoals laatst gewijzigd en goedgekeurd in de gemeenteraad van 11 december 2018.
De beheersovereenkomst tussen gemeente Nijlen en AGB Nijlen voor de periode 2019 - 2024.
De overheidsopdrachten met een waarde tot en met het bedrag bepaald in artikel 42, § 1, 1° a van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016 (met inbegrip van latere aanpassingen en wijzigingen; op datum van dit besluit van de raad van bestuur € 144 000,00 exclusief btw) van het budget behoren tot het dagelijks bestuur.
Overeenkomsten die het AGB aangaat maar die geen geldelijke impact hebben, behoren tot het dagelijks bestuur.
Wijzigingen tijdens de uitvoeringsfase aan de gegunde opdrachten, ook als die niet onder de bepalingen van artikel 1 vallen, worden beschouwd als opdrachten van dagelijks bestuur.
Het directiecomité zal bevoegd zijn voor de goedkeuring van principes, voorwaarden, procedure en raming voor volgende verbintenissen die tot het dagelijks bestuur horen: