Op 2 september 2003 werden de oprichting en de statuten van het AGB Nijlen goedgekeurd.
Deze gemeenteraadsbeslissing werd door de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken op 18 december 2003 goedgekeurd en de beslissing werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 5 februari 2004.
De statuten werden middels gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2013 respectievelijk 11 december 2018 gewijzigd. Deze wijzigingen werden telkens goedgekeurd door de bevoegde minister en deze goedkeuringen werden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 3 juli 2014 respectievelijk 29 april 2019.
In de Beslissing BTW nr. E.T.129.288 van 19 januari 2016 heeft de fiscus het standpunt ingenomen dat vanaf 2016 enkel met prijssubsidies kan worden gewerkt in het kader van het winstoogmerk van het AGB. Meerdere prijssubsidiereglementen werden goedgekeurd voor de diverse exploitaties. Investeringssubsidies vanuit de gemeente worden niet langer meegerekend voor de bepaling van het winstoogmerk.
Overeenkomstig art. 158 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen worden de ontvangen investeringssubsidies geleidelijk afgeboekt via overboeking naar de rubriek financiele opbrengsten van de staat van opbrengsten en kosten volgens hetzelfde ritme als de afschrijvingen of de waardeverminderingen op de vaste activa voor de verwerving waarvoor ze werden verkregen of, bij realisatie of buitengebruikstelling van de vaste activa in kwestie, ten bedrage van het saldo.
Uit de jaarrekening 2019 van het AGB blijkt dat op 31 december 2019 € 4.562.711,34 investeringssubsidies, verkregen van de gemeente, nog niet in het resultaat zijn verwerkt en in beginsel vanaf 2020 verder in de opbrengsten van het AGB zouden moeten worden opgenomen a rato van de afschrijving van de gesubsidieerde activa.
Dezelfde afschrijvingen moeten vanaf 2020 worden opgenomen in de berekening van de prijssubsidies, waardoor deze afschrijvingen derhalve twee maal zouden worden gesubsidieerd door de gemeente.
De artikelen 3 en 7 van de Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen laten geen dubbele subsidiëring toe, via zowel investerings- of werkingssubsidies als via prijssubsidies, vermits dit een afwending van subsidies zou uitmaken.
Artikel 1, 1° van deze wet bepaalt dat ze van toepassing is op elke toelage verleend door de provincies, de gemeenten, de instellingen van provinciaal of gemeentelijk belang die rechtspersoonlijkheid bezitten, de agglomeraties, de federaties van gemeenten, de commissies voor de cultuur, de verenigingen van provincies en de verenigingen van gemeenten, zodat dit betekent dat deze wet ook op subsidies verleend aan autonome gemeentebedrijven van toepassing is.
De gemeente is derhalve gehouden tot terugvordering van investeringssubsidies, toegekend op basis van eerdere gemeenteraadsbesluiten.
De liquiditeitspositie van het AGB laat geen integrale en onmiddellijke terugbetaling toe, zodat met het AGB een leningsovereenkomst zal worden gesloten.
De Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen;
Het decreet Lokaal Bestuur.
Terugvordering van het saldo van investeringssubsidies aan het AGB;
Terugbetaling van de teruggevorderde subsidies via een toegestane lening.
De gemeente vordert € 4.562.711,34 aan het AGB toegekende investeringssubsidies terug.