Terug
Gepubliceerd op 10/03/2021

2020_RC_IGSVA_00002 - Regiovorming - advies aan gouverneur - Advies

Raadscommissie intergemeentelijke samenwerking en verzelfstandigde agentschappen
wo 18/11/2020 - 20:00 Raadzaal & digitaal = hybride vergadering
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Paul Verbeeck; Johan Van Dessel; Ingrid Van Wunsel; Leo Verelst; Luc Luyten; Dorien Van Assche; Charlotte Op de Beeck, voorzitter; Victor De Groof; Simon Kenens; Ymke Govaerts; Ferdi Heylen; Griet Van Olmen; Manuela Verbist; Iris Mulkens, secretaris

Verontschuldigd

Bert Celis; Paul Laurijssen; Lien Du Four; Andre Marien; Tom Covens; Stijn Lemmens; Jef De bruyn; Julie Van Roey; Inge Schoovaerts; Els Herremans; Jan Verbraecken; Joris De Bondt; Jonas Verwimp; Annelies Van Looy

Secretaris

Iris Mulkens, secretaris
2020_RC_IGSVA_00002 - Regiovorming - advies aan gouverneur - Advies 2020_RC_IGSVA_00002 - Regiovorming - advies aan gouverneur - Advies

Motivering

Fasering

Aan de provinciegouverneurs wordt gevraagd om de lokale gesprekken over regioafbakening te faciliteren en een advies te formuleren over de afbakening van de referentieregio’s. Om tot een gedragen advies te komen, stelt de gouverneur volgende werkwijze voor:

  • schriftelijke adviesvraag aan de gemeentebesturen oktober 2020; 
  • toelichting regiovorming en eerste gedachtewisseling op het halfjaarlijkse burgemeestersoverleg dd. 28 oktober 2020;
  • advies van lokaal bestuur bezorgen uiterlijk 20 november 2020
  • verwerking van de adviezen, ter bespreking via debat met de burgemeesters medio december 2020;
  • advies bezorgen door gouverneur aan bevoegd minister Bart Somers voor het jaareinde 2020

Begin 2021 zullen de referentieregio’s definitief worden vastgelegd door Vlaanderen.

Subsidiebesluit Vlaamse Regering: 2021

Aanpassing organiek kader (decreet over het lokaal bestuur): 2021-2022

Aanpassing Vlaamse en federale regelgeving (afstemmen op afgebakende regio’s) : 2021-2023

Aanleiding en context

Om tot een grotere coherentie te komen en de regiovorming te stimuleren, zal de Vlaamse Regering, verder bouwend op de reeds uitgevoerde regioscreening, vaste regio’s afbakenen waarbinnen alle vormen van intergemeentelijke samenwerking, zowel de bestaande als nieuwe, moeten plaatsvinden (behoudens zij die op een hogere schaal georganiseerd zijn).

Op 9 oktober 2020 keurde de Vlaamse Regering een kadernota over regiovorming goed. Met de regiovorming wil de Vlaamse Regering de intergemeentelijke samenwerking verbeteren en regionale samenwerking stimuleren. Voor deze nota zie bijlage. Daarnaast bevat de kadernota een voorstel van afbakening van dertien referentieregio’s. Deze kaart is nog geen door de Vlaamse Regering gevalideerde afbakening. Het is een aanzet. 

Waarom samenwerken:

Enerzijds samenwerking op kleine schaal in samenwerkingsverbanden tussen gemeenten om bestuurskracht te versterken door een gezamenlijke dienstverlening, expertise bundelen, schaalvoordelen realiseren, ambtenaren delen, ...

Anderzijds wordt steeds meer samengewerkt in grotere regio's met het oog op coördinatie van maatschappelijke systemen, die de gemeentegrenzen en beleidssectoren overschrijden, vbn: op vlak van mobiliteit, zorg, klimaat, energie, wonen, veiligheid, ...

Het doel:

met regiovorming komen tot gebiedscoalities rond maatschappelijke uitdagingen, die sectoren en bestuurslagen overschrijden, en waar de burgemeesters in de cockpit zitten.

In deze visie vormen sterke, bestuurskrachtige lokale besturen, die zich niet laten uit elkaar spelen door andere, vaak grotere partners uit het overheids- of privélandschap, de basis van succesvolle regionale samenwerking. Samenwerken vanuit sterkte !

Aan de provinciegouverneurs wordt gevraagd om de lokale gesprekken over regioafbakening te faciliteren en een advies te formuleren over de afbakening van de referentieregio’s. Om tot een gedragen advies aan Vlaanderen te komen, vraagt de gouverneur thans advies aan het lokaal bestuur.

Concreet betreft dit volgende vragen:

  1. Kan het bestuur zich vinden in de voor uw gemeente vooropgestelde referentieregio Rivierenland (cfr. bijlage 1 in de kadernota Vlaamse Regering)? 
  2. Voor welke intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (IGS) waar uw bestuur actief deel van uitmaakt, is een inkanteling binnen (de vooropgestelde) referentieregio’s wenselijk of mogelijk en waarom (niet limitatief)?
  3. Voor welke IGS waar uw bestuur actief deel van uitmaakt, is een inkanteling binnen (de vooropgestelde) referentieregio’s niet wenselijk of mogelijk en waarom (niet limitatief)?
  4. Voor welke IGS ziet u regio-overschrijdende samenwerking als een meerwaarde of een noodzaak (niet limitatief)?
  5. Aan welke IGS zou u prioritair vorm willen geven binnen de referentieregio?
  6. Hebt u procesmatige suggesties voor de verdere aanpak van het proces regiovorming zoals vooropgesteld in de nota aan de Vlaamse Regering?
  7. Hebt u aanvullende bemerkingen of suggesties?

Argumentatie

Alvorens de vragen te beantwoorden, is het van belang nader in te gaan op de visie van de Vlaamse overheid en het matroesjkamodel. 

Visie:

Omdat  de  regionale  schaal  steeds  aan  belang  wint,  wil  de Vlaamse  Regering,  conform  het regeerakkoord, evolueren naar een bovenlokaallandschap waar:

•de burgemeesters de spil vormen;

•gemeenten zich organiseren in een 13-tal referentieregio’s;

•gemeenten hun samenwerkingsverbanden optimaliseren binnen die referentieregio’s volgens het matroesjkamodel;

•voldoende samenwerkingsmaturiteit is om het burgemeestersoverleg te laten uitgroeien tot een strategisch forum voor de regio.

Burgemeesters in de cockpit.

Raadslid Victor De Groof onthoudt zich voor dit punt.

Besluit

De raadscommissie intergemeentelijke samenwerking en verzelfstandigde agentschappen beslist:

Artikel 1

De raadscommissie intergemeentelijke samenwerking en verzelfstandigde agentschappen formuleert volgende suggesties/antwoorden/bemerkingen aan de burgemeester met betrekking tot de gestelde vragen door de gouverneur over de regiovorming:

- lastige keuze want gemeente Nijlen ligt op de grens van 2 regio's, nl.  Kempen en Rivierenland;

- de grootte van de regio (inwonersaantal) kan van belang zijn voor schaalvoordelen;

- combinatie van  ratio en gevoel (= identiteit van Nijlen) om keuze te maken:

  1.  qua ratio: belangrijke samenwerkingsverbanden en budgetten kunnen doorwegen zoals IOK, IOK afvalbeheer, diamantair erfgoed (= Kempisch Diamantcentrum ligt in Nijlen), Streekplatform Kempen is van belang voor toerisme. Beleidsmatig (mobiliteit, duurzaamheid, wonen, afvalbeleid, juridische adviezen,..) vallen meeste samenwerkingsverbanden in de Kempen;
  2. qua gevoel: weinig affiniteit met Boom, Rupel edm. in Riverenland, meer affinititeit met nabijgelegen gemeenten in de Kempen;

- Regio Rivierenland heeft centrumstad Mechelen, die zwaar kan doorwegen, waardoor andere gemeenten misschien minder kunnen wegen op de beleidsvorming;

- Regio Kempen heeft centrumstad Turnhout en steden Geel, Herentals en Mol, maar wegen minder zwaar door als Mechelen. In deze regio kunnen gemeenten gelijkmatiger als partners wegen;

- 'zone Heist-op-den-Berg, Berlaar en Nijlen' is van belang gelet op vele huidige samenwerkingsverbanden om samen in een regio te ageren. Deze gemeenten hebben dezelfde mentaliteit, dynamiek en zijn groene, landelijke gemeenten. Best komt deze zone gezamenlijk in dezelfde regio terecht als subregio;

- voorkeur voor regio Kempen.