De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 9 november 2021 zijn opgemaakt en kunnen worden goedgekeurd.
Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Artikel 24 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, zoals vastgesteld in de gemeenteraad van 12 maart 2019.
De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 9 november 2021 dienen ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de volgende raadszitting.
De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 9 november 2021 worden goedgekeurd.
De kandidaat-schepen legt in deze openbare zitting van de gemeenteraad de decretaal voorziene eed “Ik verklaar de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen” af in handen van de burgemeester.
In de akte van voordracht waarvan werd kennisgenomen in de gemeenteraad van 4 februari 2020 werd bepaald dat de kandidaat-schepen de rang inneemt van de schepen die wordt vervangen.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, de artikelen 42, 43, 44 en 49.
Het besluit van de gemeenteraad van 4 februari 2020 waarin akte wordt genomen van de akte van voordracht van kandidaat-schepen waarin voor Luc Luyten de einddatum 31 december 2021 wordt vermeld en eveneens hijzelf wordt vermeld als opvolger voor de resterende duurtijd van het mandaat en dit ingevolge het ontslag van Liesbeth Van Bouwel als gemeenteraadslid.
Het besluit van de gemeenteraad van 4 februari 2020 waarin werd beslist over te gaan tot invulling van het opengevallen schepenmandaat ingevolge het ontslag van Liesbeth Van Bouwel als gemeenteraadslid.
Kennis te nemen van het einde van het mandaat op 31 december 2021 van schepen Luc Luyten en kennis te nemen dat Luc Luyten met ingang van 1 januari 2022 zichzelf opvolgt als schepen.
Akte te nemen van de eedaflegging van de schepen-opvolger Luc Luyten.
Kennis te nemen dat schepen-opvolger Luc Luyten de volgorde inneemt in de rangorde van de schepenen van degene die hij vervangt.
Het besluit van de gemeenteraad van 8 januari 2019 houdende de verkiezing van de schepenen en waarin het aantal schepenen werd vastgelegd, met name vijf.
Aangezien schepen Bert Celis ontslagnemend is, bepaalt het decreet over het lokaal bestuur dat de gemeenteraad eerst dient te beslissen of het opengevallen schepenmandaat opnieuw wordt ingevuld.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
Akte nemen van het ontslag van rechtswege van schepen Bert Celis, waardoor het schepenmandaat met ingang van 1 januari 2022 openvalt.
De gemeenteraad beslist over te gaan tot invulling van het opengevallen schepenmandaat.
Het besluit van de gemeenteraad van 8 januari 2019 houdende de verkiezing van de schepenen, waarbij voor eerste schepen Bert Celis de einddatum van het mandaat van schepen werd vastgelegd op 31 december 2021 en hij bijgevolg van rechtswege ontslagnemend is op die datum.
De gezamenlijke akte van voordracht van de kandidaat-schepenen maakt voor de ontslagnemende schepen melding van Victor De Groof als opvolger voor de resterende duurtijd van het mandaat.
Het besluit van de gemeenteraad van heden waarin werd beslist om het opengevallen schepenmandaat opnieuw in te vullen.
Eerste schepen Bert Celis is van rechtswege ontslagnemend op 31 december 2021 en wordt van rechtswege opgevolgd door raadslid Victor De Groof met ingang van 1 januari 2022.
De kandidaat-schepen legt in deze openbare zitting van de gemeenteraad de decretaal voorziene eed “Ik verklaar de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen” af in handen van de burgemeester.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Kennis te nemen van het einde van het mandaat op 31 december 2021 van eerste schepen Bert Celis.
Kennis te nemen dat met ingang van 1 januari 2022 Bert Celis van rechtswege wordt opgevolgd door raadslid Victor De Groof als schepen.
Akte te nemen van de eedaflegging van de schepen-opvolger Victor De Groof.
Met ingang van 1 januari 2022 geldt volgende rangorde van de schepenen:
Rangorde |
Officiële naam |
Eerste schepen |
Victor De Groof |
Tweede schepen |
Griet Van Olmen |
Derde schepen |
Luc Luyten |
Vierde schepen |
Paul Laurijssen |
Vijfde schepen | Tom Covens |
Zesde schepen/voorzitter BCSD | Lien Du Four |
Schepen Bert Celis geeft een uitgebreide toelichting over de meerjarenplannen van de gemeente, OCMW en AGB.
De fracties geven hierna hun tussenkomsten over deze meerjarenplannen.
Het prijssubsidiereglement dient jaarlijks te worden geëvalueerd en goedgekeurd door de raad van bestuur van het AGB en de gemeenteraad.
Om economisch leefbaar te zijn is het nodig dat het autonoom gemeentebedrijf Nijlen vanwege de gemeente Nijlen prijssubsidies ontvangt als vergoeding voor het recht van toegang tot het diamantmuseum.
Het college van burgemeester en schepenen doet een voorstel van prijssubsidiereglement.
Gemeenteraadsbeslissing van 2 september 2003 waarin de oprichting en de statuten van het autonoom gemeentebedrijf Nijlen, afgekort AGB Nijlen, werden goedgekeurd.
Goedkeuring van de gemeenteraadsbeslissing van 2 september 2003 door de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken op 18 december 2003 en de publicatie van deze beslissing in het Belgisch Staatsblad van 5 februari 2004.
De artikelen 231 tot 244 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 die betrekking hebben op autonome gemeentebedrijven.
De statuten van AGB Nijlen, zoals laatst gewijzigd en goedgekeurd in de gemeenteraad van 11 december 2018.
De beheersovereenkomst tussen gemeente en AGB Nijlen.
De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement, vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, ten voordele van het autonoom gemeentebedrijf Nijlen, goed.
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT DIAMANTMUSEUM NIJLEN
Het autonoom gemeentebedrijf Nijlen heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2022 (zie bijlage). Op basis van deze ramingen heeft het autonoom gemeentebedrijf Nijlen vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2022 de inkomsten uit het verlenen van recht op toegang tot het door het AGB geëxploiteerde diamantmuseum minstens € 69 993,00 (exclusief 6% btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.
Om economisch rendabel te zijn dient het AGB Nijlen naast de inkomsten uit sponsorwerking, gidsbeurten en verkopen van streekproductenshop een omzet te realiseren van minstens € 61 993,00. Rekening houdend met een gemiddeld aantal bezoekers van 250 per maand wenst het autonoom gemeentebedrijf vanaf 1 januari 2022 de toegangsprijs voor recht op toegang tot het diamantmuseum Nijlen vast te leggen op € 22,00 per persoon inclusief 6% btw.
Rekening houdend met de culturele en de sociale functie van het Diamantmuseum verbindt de gemeente Nijlen er zich toe om voor de periode van 1 januari 2022 tot 31 december 2022 het toegangsgeld van € 22,00 te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies.
De gesubsidieerde toegangsgelden (inclusief 6% btw) kunnen steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de totale exploitatieresultaten van het autonoom gemeentebedrijf Nijlen. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is zal de gemeente Nijlen deze steeds documenteren.
Het autonoom gemeentebedrijf Nijlen moet op de 5de werkdag van elk kwartaal de gemeente Nijlen een overzicht bezorgen van het aantal gebruikers waaraan recht op toegang is verleend tijdens het voorbije kwartaal tot het door het AGB geëxploiteerde diamantmuseum. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het autonoom gemeentebedrijf Nijlen uitreikt aan de gemeente Nijlen. De gemeente Nijlen dient deze debet nota te betalen aan het autonoom gemeentebedrijf Nijlen binnen de 5 werkdagen na ontvangst.
Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 2023 zal worden onderhandeld tussen de gemeente Nijlen en het autonoom gemeentebedrijf Nijlen vóór 31 januari 2023.
Het prijssubsidiereglement dient jaarlijks te worden geëvalueerd en goedgekeurd door de raad van bestuur van het AGB en de gemeenteraad.
Om economisch leefbaar te zijn is het nodig dat het autonoom gemeentebedrijf Nijlen vanwege de gemeente Nijlen prijssubsidies ontvangt als vergoeding voor het recht van toegang tot de bibliotheek en ontleningen.
Het college van burgemeester en schepenen doet een voorstel van prijssubsidiereglement.
Gemeenteraadsbeslissing van 2 september 2003 waarin de oprichting en de statuten van het autonoom gemeentebedrijf Nijlen, afgekort AGB Nijlen, werden goedgekeurd.
Goedkeuring van de gemeenteraadsbeslissing van 2 september 2003 door de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken op 18 december 2003 en de publicatie van deze beslissing in het Belgisch Staatsblad van 5 februari 2004.
De artikelen 231 tot 244 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 die betrekking hebben op autonome gemeentebedrijven.
De statuten van AGB Nijlen, zoals laatst gewijzigd en goedgekeurd in de gemeenteraad van 11 december 2018.
De beheersovereenkomst tussen gemeente en AGB Nijlen.
De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement, vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, ten voordele van het autonoom gemeentebedrijf Nijlen, goed.
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT BIBLIOTHEEK NIJLEN
Het autonoom gemeentebedrijf Nijlen heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2022 (zie bijlage). Op basis van deze ramingen heeft het autonoom gemeentebedrijf Nijlen vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2022 de inkomsten uit recht op toegang tot het door het AGB geëxploiteerde bibliotheek minstens € 86 024,00 (exclusief 6% btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn en de inkomsten uit ontleningen van boeken, tijdschriften en strips minstens € 97 493,00 (exclusief 21% btw) moeten bedragen om economische rendabel te zijn. Het autonoom gemeentebedrijf Nijlen gaat er voor deze prijsberekening van uit dat de ingezette middelen en de opgelopen kosten voor bezoekers die ontleningen verrichten en bezoekers die geen ontleningen verrichten, gelijkwaardig zijn.
Om economisch rendabel te zijn wenst het autonoom gemeentebedrijf Nijlen vanaf 1 januari 2022 een toegangsprijs van € 2,25 (exclusief 6 % btw) per bezoek aan te rekenen en een bedrag van € 0,75 (exclusief 21% btw) voor iedere ontlening van een boek, tijdschrift of strip.
De gemeente Nijlen erkent dat het autonoom gemeentebedrijf Nijlen, op basis van deze ramingen, voor de periode vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 bovenvermelde prijzen moet aanrekenen.
Rekening houdend met de culturele en sociale functie van het door het AGB geëxploiteerde bibliotheek wenst de gemeente Nijlen dat tijdens het kalenderjaar 2022:
Gelet op bovenstaande wenst de gemeente Nijlen de toegangsgelden voor het recht op toegang tot de bibliotheek en de prijzen voor het ontlenen van boeken, tijdschriften of strips te begrenzen tot de volgende prijzen:
Recht op toegang |
Te betalen door de bezoeker (excl. 6% btw) |
|
€ 0,00 per bezoek |
Ontleningen van boeken, tijdschriften en strips na aanrekening lidmaatschap |
Te betalen door de ontlener (excl. 21% btw) |
|
€ 0,00 per ontleend boek / tijdschrift of strip |
De gemeente Nijlen verbindt er zich toe om de toegangsgelden en het ontlenen van boeken, tijdschriften en strips te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies (zie laatste kolom onderstaande tabel).
Recht op toegang |
Te betalen door de bezoeker (excl. 6% btw) |
Te betalen door de Gemeente (excl. 6% btw) |
Bezoeker |
€ 0,00 |
€ 2,25 per bezoek |
Ontleningen van boeken, tijdschriften en strips na aanrekening lidmaatschap
|
Te betalen door de ontlener (excl. 21% btw) |
Te betalen door de Gemeente (excl. 21% btw) |
|
€ 0,00 |
€ 0,75 per ontleend boek / tijdschrift of strip |
De gesubsidieerde toegangsgelden (exclusief 6% btw) en ontleningsgelden (exclusief 21% btw) kunnen steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de totale exploitatieresultaten van het autonoom gemeentebedrijf Nijlen. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is zal de gemeente Nijlen deze steeds documenteren.
Het autonoom gemeentebedrijf Nijlen moet op de 5de werkdag van elk kwartaal de gemeente Nijlen een overzicht bezorgen van het aantal bezoekers alsook van het aantal ontleningen van boeken, tijdschriften en strips tijdens het voorbije kwartaal. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het autonoom gemeentebedrijf Nijlen uitreikt aan de gemeente Nijlen. De gemeente Nijlen dient deze debet nota te betalen aan het autonoom gemeentebedrijf Nijlen binnen de 5 werkdagen na ontvangst.
Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 2023 zal worden onderhandeld tussen de gemeente Nijlen en het autonoom gemeentebedrijf Nijlen vóór 31 januari 2023.
Het prijssubsidiereglement sportinfrastructuur dient jaarlijks te worden geëvalueerd en goedgekeurd door de raad van bestuur van het AGB en de gemeenteraad.
Om economisch leefbaar te zijn is het nodig dat het autonoom gemeentebedrijf Nijlen vanwege de gemeente Nijlen prijssubsidies ontvangt als vergoeding voor het recht van toegang tot de sportinfrastructuur.
Het college van burgemeester en schepenen doet een voorstel van prijssubsidiereglement.
Gemeenteraadsbeslissing van 2 september 2003 waarin de oprichting en de statuten van het autonoom gemeentebedrijf Nijlen, afgekort AGB Nijlen, werden goedgekeurd.
Goedkeuring van de gemeenteraadsbeslissing van 2 september 2003 door de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken op 18 december 2003 en de publicatie van deze beslissing in het Belgisch Staatsblad van 5 februari 2004.
De artikelen 231 tot 244 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 die betrekking hebben op autonome gemeentebedrijven.
De statuten van AGB Nijlen, zoals laatst gewijzigd en goedgekeurd in de gemeenteraad van 11 december 2018.
De beheersovereenkomst tussen gemeente en AGB Nijlen.
De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement, vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, ten voordele van het autonoom gemeentebedrijf Nijlen, goed.
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT SPORTINFRASTRUCTUUR NIJLEN
Het autonoom gemeentebedrijf Nijlen heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2022 (zie bijlage). Op basis van deze ramingen heeft het autonoom gemeentebedrijf Nijlen vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2022 de inkomsten uit de toegangsgelden voor de sportinfrastructuur te Nijlen bijkomend minstens € 38.431,00 (exclusief 6% btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.
Om economisch rendabel te zijn wenst het AGB Nijlen vanaf heden de voorziene toegangsprijzen (inclusief 6% btw) voor de toegangsgelden voor de sportinfrastructuur te Nijlen te vermenigvuldigen met een factor 0,65.
De gemeente Nijlen erkent dat het AGB Nijlen, op basis van deze ramingen, de voorziene toegangsprijzen (inclusief 6% btw) voor de toegangsgelden voor de sportinfrastructuur te Nijlen dient te vermenigvuldigen met een factor 0,65 om economisch rendabel te zijn.
Rekening houdend met de sportieve en sociale functie van de sportinfrastructuur wenst de gemeente Nijlen dat er tijdens het kalenderjaar 2022 geen prijsverhogingen doorgevoerd worden ten aanzien van gebruikers van de sportinfrastructuur. De gemeente Nijlen wenst immers de toegangsgelden te beperken opdat de sportinfrastructuur toegankelijk is voor iedereen. De gemeente Nijlen verbindt er zich toe om voor de periode vanaf heden tot en met 31 december 2022 deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies.
De waarde van de prijssubsidie toegekend door de gemeente Nijlen voor de toegangsgelden voor de sportinfrastructuur te Nijlen bedraagt de prijs (inclusief 6% btw) die de bezoeker voor recht op toegang betaalt vermenigvuldigd met een factor 0,65.
De gesubsidieerde toegangsgelden (exclusief 6% btw) kunnen steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de totale exploitatieresultaten van het autonoom gemeentebedrijf Nijlen. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is zal de gemeente Nijlen deze steeds documenteren.
Het autonoom gemeentebedrijf Nijlen moet op de 5de werkdag van elk kwartaal de gemeente Nijlen een overzicht bezorgen van het aantal gebruikers waaraan recht op toegang is verleend tijdens het voorbije kwartaal. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het autonoom gemeentebedrijf Nijlen uitreikt aan de gemeente Nijlen. De gemeente Nijlen dient deze debet nota te betalen aan het autonoom gemeentebedrijf Nijlen binnen de 5 werkdagen na ontvangst.
Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 2023 zal worden onderhandeld tussen de gemeente Nijlen en het autonoom gemeentebedrijf Nijlen vóór 31 januari 2023.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005 bepalen dat de lokale besturen hun meerjarenplannen minstens één keer per jaar moeten aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Dat betekent dat de besturen in 2021 hun meerjarenplan zullen aanpassen om de kredieten voor 2022 vast te stellen. Als dat nodig is, kunnen ze daarbij ook nog de kredieten voor 2021 aanpassen.
Dat aangepaste meerjarenplan wordt opgemaakt volgens de regels over de beleids- en beheerscyclus (BBC).
Er werd een voorontwerp van aanpassing meerjarenplan opgemaakt door het managementteam en vervolgens in budgetbesprekingen een definitief ontwerp voorgesteld.
Het ontwerp van aanpassing meerjarenplan 2020-2025 van AGB Nijlen werd door het directiecomité ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur.
Nadat de aanpassing van het meerjarenplan is vastgesteld door de raad van bestuur van het AGB wordt het ter goedkeuring voorgelegd op de gemeenteraad.
De aanpassing van het meerjarenplan bestaat uit vier onderdelen:
1. De eventuele wijzigingen van de strategische nota
2. De aangepaste financiële nota bestaande uit het aangepaste financiële doelstellingenplan (M1), de aangepaste staat van het financieel evenwicht (M2) en het aangepaste overzicht van de kredieten (M3)
3. De toelichting
4. De motivering van de wijzigingen
Bij het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan hoort ook documentatie. Die omvat alle achtergrondinformatie die nuttig is om het aangepaste meerjarenplan te beoordelen, zonder dat ze essentieel is voor de beoordeling die de raadsleden moeten maken, aangezien de essentiële informatie in het beleidsrapport zelf is opgenomen. De documentatie geeft bijkomende duiding bij de geplande verrichtingen die zijn ingeschreven in het ontwerp van het aangepaste meerjarenplan dat aan de raadsleden wordt voorgelegd. Ze moet ertoe bijdragen dat beter tegemoetgekomen wordt aan de informatiebehoeften van de raadsleden.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
Het Provinciedecreet van 9 december 2005.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC)
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC)
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 met instructies voor de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 is nog steeds van toepassing.
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van AGB Nijlen goed.
De financiële gevolgen worden opgenomen in de decretaal opgelegde documenten, als bijlage aan dit besluit.
De gemeenten baseerden jarenlang de afhandeling van de verloren en achtergelaten voorwerpen op hun grondgebied op de bepalingen van volgende wetgeving:
Beide wetten zijn opgeheven door de Wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek (titel 3 Eigendomsrecht) vanaf 1 september 2021 waardoor de procedures die de gemeente tot nu toe toepaste, moeten wijzigen. De gemeente zal hierbij veel meer rekening moeten houden met de rechten van de eigenaars.
Het register van de verloren en gevonden voorwerpen wordt door team facility van het lokaal bestuur Nijlen bijgehouden.
Hoewel er een duidelijke procedure geldt, werd die in de loop der jaren nog niet vertaald naar een reglement. In de elektronische nieuwsbrief van VLAVABBS d.d. 27 september 2021 werd o.a. de aangepaste wetgeving verloren of gevonden voorwerpen aangehaald.
Voornoemde wetgevingen zijn opgeheven door de Wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek (titel 3: Eigendomsrecht) vanaf 1 september 2021 waardoor de procedures die de gemeente tot nu toe toepaste, moeten wijzigen. De gemeente zal hierbij veel meer rekening moeten houden met de rechten van de eigenaars.
Volgende bepalingen zijn o.a. van belang voor het bepalen van de gemeentelijke procedure met betrekking tot de verloren of gevonden voorwerpen.
OMSCHRIJVING VAN HET EIGENDOMSRECHT
Art.3.50 NBW - Het eigendomsrecht verleent aan de eigenaar rechtstreeks het recht om het voorwerp ervan te gebruiken, hiervan het genot te hebben en erover te beschikken. De eigenaar heeft de volheid van bevoegdheden, behoudens de beperkingen die door wetten, verordeningen of door rechten van derden worden opgelegd.
RECHTEN VAN DE EIGENAAR
Art. 3.51 NBW - Onder voorbehoud van andere bepalingen in dit Boek kan de eigenaar het voorwerp terugvorderen uit handen van degene die het onder zich heeft en zich verzetten tegen elke inbreuk of aanspraak van een derde. Het eigendomsrecht en de vorderingen die het recht sanctioneren, doven niet uit door het niet-gebruik ervan.
BEWIJS VAN EIGENDOMSRECHT
Art.3.52 NBW - Zonder afbreuk te doen aan de artikelen 3.23 en 3.24 (Art. 3.23. De bezitter wordt vermoed de titularis te zijn van het zakelijk recht dat hij feitelijk uitoefent, behoudens tegenbewijs. Art. 3.24. De bezitter te goeder trouw van een zakelijk recht op roerende goederen wordt vermoed over een titel te beschikken, behoudens tegenbewijs) en onder voorbehoud van de toepassing van de regels inzake bewijs tussen contractspartijen, kan het bewijs van eigendomsrecht met alle bewijsmiddelen worden geleverd en inzonderheid door titel, bezit en materiële aanwijzingen. De rechter bepaalt wie de meest waarschijnlijke eigenaar is, met inachtneming van de volgende regels:
1° hij die in zijn voordeel een oorspronkelijke wijze van verkrijging aantoont, heeft de overhand;
2° bij gebreke daarvan krijgt diegene die een op het eerste gezicht geldige titel heeft, de overhand;
3° bij gebreke daarvan, en indien de eigendom noodzakelijk toebehoort aan één van de procespartijen, is een bezit beslissend.
RECHTEN EN PLICHTEN VAN DE GEMEENTE: wettelijke basis artikelen 3.58 NBW en 3.59 NBW
De gemeente moet het gevonden of door de vinder in bewaring gegeven voorwerp in een register opnemen en redelijke pogingen ondernemen om de eigenaar terug te vinden. Indien de gemeente de eigenaar van het gevonden of door de vinder in bewaring gegeven voorwerp kent, dient zij deze binnen een maand na ontvangst van de aangifte uit te nodigen per aangetekend schrijven om voormeld voorwerp te komen ophalen.
Voorgaande geldt niet voor zaken die buiten een woning zijn geplaatst om te worden opgehaald of op een vuilnisbelt te worden geworpen, maar wel voor goederen die de gemeente heeft moeten wegnemen om reden van veiligheid of het gemak van doorgang alsmede op de goederen die op de openbare weg geplaatst zijn ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting.
De gemeente is aansprakelijk voor de bewaring.
Indien de gemeente niet de gemeente is waar het voorwerp werd gevonden, dient het bestuur de gemeente waar het voorwerp werd gevonden hiervan in kennis te stellen.
De gemeente kan na zes maanden te goeder trouw en op een economisch verantwoordelijke wijze beschikken over het voorwerp (m.u.v. voorwerpen die vatbaar zijn voor bederf, die onderhevig zijn aan snelle waardevermindering of schadelijk zijn voor de openbare hygiëne, gezondheid of veiligheid en fietsen waarvoor de bewaartermijn van drie maanden geldt).
Ingeval van verkoop moet de gemeente de opbrengst ter beschikking van de eigenaar of van zijn rechtverkrijgenden houden.
De eigenaar kan de zaak, dan wel de opbrengst ervan, terugvorderen van de gemeente. Hierbij is de eigenaar wel verplicht om de redelijke kosten van bewaring, behoud en opsporing te vergoeden. De gemeente heeft een retentierecht zolang deze verplichting niet is nagekomen.
Het voorwerp blijft toebehoren aan zijn oorspronkelijke eigenaar en de gemeente wordt slechts eigenaar vijf jaar na de opname in het register voor zover de oorspronkelijke eigenaar zich niet kenbaar heeft gemaakt.
Regelgeving: bevoegdheid
De gemeenteraad stelt, overeenkomstig artikel 40 §3 van het Decreet Lokaal Bestuur, de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.
Ik zou nog bij elk geciteerd artikel duidelijk het “NBW” plaatsen zodat het duidelijk is dat het artikel betrekking heeft op het nieuwe Burgerlijk Wetboek dus bv. art. 3.50 NBW.
En voor het overige heb ik de toelichting bij RECHTEN EN PLICHTEN VAN DE GEMEENTE: wettelijke basis artikelen 3.58 en 3.59 NBW als volgt aangevuld:
De gemeente moet het gevonden of door de vinder in bewaring gegeven voorwerp in een register opnemen en redelijke pogingen ondernemen om de eigenaar terug te vinden. Indien de gemeente de eigenaar van het gevonden of door de vinder in bewaring gegeven voorwerp kent, dient zij deze binnen een maand na ontvangst van de aangifte uit te nodigen per aangetekend schrijven om voormeld voorwerp te komen ophalen.
Voorgaande geldt niet voor zaken die buiten een woning zijn geplaatst om te worden opgehaald of op een vuilnisbelt te worden geworpen, maar wel voor goederen die de gemeente heeft moeten wegnemen om reden van veiligheid of het gemak van doorgang alsmede op de goederen die op de openbare weg geplaatst zijn ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting.
De gemeente is aansprakelijk voor de bewaring.
Indien de gemeente niet de gemeente is waar het voorwerp werd gevonden, dient het bestuur de gemeente waar het voorwerp werd gevonden hiervan in kennis te stellen.
De gemeente kan na zes maanden te goeder trouw en op een economisch verantwoordelijke wijze beschikken over het voorwerp (m.u.v. voorwerpen die vatbaar zijn voor bederf, die onderhevig zijn aan snelle waardevermindering of schadelijk zijn voor de openbare hygiëne, gezondheid of veiligheid en fietsen waarvoor de bewaartermijn van drie maanden geldt).
Ingeval van verkoop moet de gemeente de opbrengst ter beschikking van de eigenaar of van zijn rechtverkrijgenden houden.
Het voorwerp blijft toebehoren aan zijn oorspronkelijke eigenaar. De eigenaar kan de zaak, dan wel de opbrengst ervan, terugvorderen van de gemeente. Hierbij is de eigenaar wel verplicht om de redelijke kosten van bewaring, behoud en opsporing te vergoeden. De gemeente heeft een retentierecht zolang deze verplichting niet is nagekomen.
De gemeente wordt slechts eigenaar vijf jaar na de opname in het register voor zover de oorspronkelijke eigenaar zich niet kenbaar heeft gemaakt.
Situering en registratie
Dit reglement bepaalt de behandeling van verloren of gevonden voorwerpen in Nijlen. Het lokaal bestuur is verantwoordelijk voor de registratie en bewaring van verloren of gevonden voorwerpen. De registratie gebeurt in een Excel-document met volgende velden:
- registratienummer
- datum aangifte vondst of verlies
- gegevens vinder/aangever
- plaats en zo mogelijk datum vondst of verlies
- omschrijving voorwerp
- eventuele pv van de politiezone (indien aangifte bij hen werd gedaan)
- gegevens eigenaar
- datum teruggave (en ontvangstbewijs).
De voorwerpen worden bewaard in het gemeentelijk magazijn.
Gevonden fietsen worden ook geregistreerd via www.gevondenfietsen.be
Verloren voorwerpen kunnen nagevraagd worden aan de onthaalbalie tijdens de openingsuren van het gemeentehuis, per mail via info@nijlen.be of telefonisch via 03/410.02.11. Ophalen van de verloren goederen kan na afspraak aan het gemeentelijk magazijn.
Verantwoordelijkheden en samenwerking
Team facility staat in voor de ophaling, registratie en bewaring van verloren voorwerpen.
De politiezone Berlaar-Nijlen bezorgt op regelmatige tijdstippen de verloren voorwerpen die bij de politiepost afgeleverd werden en die in Nijlen gevonden zijn.
Het lokaal bestuur doet de nodige inspanningen om de eigenaar te vinden. Als de eigenaar gevonden kan worden, wordt die op de hoogte gebracht. Team facility brengt team onthaal en dienstverlening op de hoogte als er identificeerbare documenten gevonden worden (bijvoorbeeld identiteitskaart of rijbewijs) waarna zij het nodige doen om de eigenaar te contacteren.
Team facility staat in voor de verkoop van de goederen na het verlopen van de bewaringstermijn.
Bewaring van verloren voorwerpen
De voorwerpen worden bewaard in een afgesloten ruimte in het gemeentelijk magazijn.
De gemeente moet de goederen gedurende zes maanden bewaren. Uitzonderingen hierop zijn;
- Als het gaat om goederen die snel bederven of schadelijk zijn voor de openbare hygiëne, gezondheid
of veiligheid, dan kan de gemeente sneller ingrijpen.
- Fietsen moeten maar drie maanden bijgehouden worden.
Afhandeling of verwijderen van goederen
Indien de gemeente niet de gemeente is waar het voorwerp werd gevonden, zal Facility de gemeente waar het voorwerp werd gevonden hiervan in kennis te stellen en het voorwerp overhandigen aan die gemeente voor bewaring.
Het voorwerp blijft toebehoren aan zijn oorspronkelijke eigenaar. De eigenaar kan de zaak, dan wel de opbrengst ervan, terugvorderen van de gemeente. Hierbij is de eigenaar wel verplicht om de redelijke kosten van bewaring, behoud en opsporing te vergoeden aan de gemeente. De gemeente heeft een retentierecht zolang deze verplichting niet is nagekomen.
Als de goederen na de bewaringstermijn niet opgehaald werden, dan kan de gemeente hierover beschikken.
De lijst van fietsen, die in aanmerking komen voor vernietiging of verkoop, wordt door team facility bijgehouden in een register.
Andere voorwerpen die in het gemeentelijk magazijn bewaard worden, worden na bewaringstermijn verkocht, geschonken of vernietigd waarvan tevens vermelding in het register.
Ingeval van verkoop moet de gemeente de opbrengst ter beschikking van de eigenaar of van zijn rechtverkrijgenden houden. Bijgevolg worden de inkomsten van verkoop door team Financiën ontvangen en in bewaring gehouden voor een termijn van vijf jaar.
De gemeente wordt eigenaar van de goederen of van de opbrengst ervan 5 jaar na de opname in het register voor zover de oorspronkelijke eigenaar zich niet kenbaar heeft gemaakt.
Bekendmaking
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1ste lid van het decreet lokaal bestuur.
In het kader van de ontwikkeling van 9 woongelegenheden in de Stationssteenweg nummer 26 -30 wordt een parkeerplaats voor autodelen voorzien conform de samenwerkingsovereenkomst tussen BVBA Van Truy en het lokaal bestuur Nijlen.
Om het gebruikerspotentieel te maximaliseren wordt deze parkeerplaats voorzien in de directe omgeving van de woongelegenheden.
Gelet op de input van autodelen.net en gelet op de voorziene parkeerplaats voor autodelen op privaat domein, wordt de parkeerplaats voor autodelen op publiek domein voorzien in de directe omgeving van de woongelegenheden. De korte onderlinge afstand tussen deze twee parkeerplaatsen zal het gebruikerspotentieel van het autodelen maximaliseren. Op deze locatie is de bewoningsdichtheid relatief hoog hetgeen eveneens een meerwaarde betekent voor het gebruikerspotentieel.
Om maximaal in te zetten op elektrische (deel)wagens wordt er aangeraden om één van de twee autodeelparkeerplaatsen te voorzien voor elektrische deelwagens. Hierbij zal de private parkeerplaats voor deelwagens voorzien zijn van laadinfrastructuur en de publieke parkeerplaats voor deelwagens niet voorzien worden van laadinfrastructuur.
De wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maar 1968.
Het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en latere wijzigingen
Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976, waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en latere wijzigingen.
Het ministerieel rondschrijven van 14 november 1977 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing van verkeerstekens.
De bepalingen van de nieuwe gemeentewet en het decreet lokaal bestuur.
In de Stationssteenweg ter hoogte van huisnummer 26-30 wordt volgende maatregel ingevoerd:
Dit wordt gesignaleerd door:
De volgende aanvullende reglementen worden opgeheven:
- /
De huidige verordening wordt bekendgemaakt overeenkomstig het decreet lokaal bestuur: Afdeling 2. Bekendmaking en inwerkingtreding: artikel 288.
De kosten verbonden aan het plaatsen en vernieuwen van de verkeerssignalisatie zijn ten laste van het gemeentebestuur.
Dit aanvullend reglement wordt gemeld en gepubliceerd via het digitaal loket van het Agentschap Binnenlands Bestuur.
Een afschrift van dit besluit wordt, ter kennisname overgemaakt door het gemeentebestuur van Nijlen aan:
- de deputatie van de provincie Antwerpen
- de griffier van de rechtbank van 1ste aanleg te Mechelen
- de griffier van de politierechtbank van Mechelen
- de griffier van het vredegerecht van Lier
- de korpschef van de lokale politiezone Berlaar-Nijlen.
De gemeenteraad keurt de wijziging in het aanvullend verkeersreglement goed.
BAAS: Begeleiding en Advies Aan Sportclubs.
Uitgangspunt voor wijziging reglementen vanuit klantenadviseur sport
Op maat van de sportclubs
Via inspraak is zo goed mogelijk ingespeeld op de vragen en noden van de sportclubs.
Belangrijkste elementen uit het subsidiereglement
Basissubsidie – structuur staat centraal
Alle sportclubs die een erkenning krijgen, krijgen een structurele basisondersteuning. Het is een jaarlijks bedrag, een basispakket, dat zal worden samengesteld aan de hand van een eerder beperkt aantal parameters. Hiervoor is er geen administratie, geen aanvraag nodig. De sportclubs krijgen jaarlijks feedback over het bedrag/gegevens.
Categorieën en verdeelsleutel
De sportclubs worden onderverdeeld in 2 categorieën. Een belangrijke wijziging is er op vraag de sportclubs gekomen, met name dat de feitelijke verenigingen ook een basissubsidie zouden kunnen ontvangen.
De verdeling van het bedrag is via een vastgestelde verdeelsleutel.
Aanleiding
In de beheers- en beleidscyclus is de aanpassing van de sportsubsidies voorzien.
De huidige subsidiereglementen zijn nog gebaseerd op het "Sport voor Allen" decreet van Vlaanderen uit 2009.
Het decreet heeft veel mogelijk gemaakt, maar de subsidiereglementen gebaseerd op het decreet zijn rigide. De ondersteuningsnoden van sportclubs veranderen snel en zijn vaak ook verschillend per sportclub. De huidige reglementen kunnen hier niet op inspelen.
Leidraad door de voorstellen
Sportclubs kiezen ZELF wat ze bereiken.
Beperktere administratie.
Inspraak van de sportclubs
Op 5 maart 2020 heeft de klantenadviseur het sportcafé brede sportclubondersteuning georganiseerd. De sportclubs kregen de kans om hun noden op tafel te legen.
Na het sportcafé werd via meemakers aan de sportclubs de kans gegeven om online aanvullingen te maken. Dit was belangrijk omdat niet alle sportclubs aanwezig waren. Op die manier werden nog extra sportclubs bereikt.
Op 8 oktober 2020 heeft de klantenadviseur sport het sportcafé BAAS georganiseerd waar de sportclubs de kans kregen om hun input te geven op de eerste ideeën.
In de werkgroep met kandidaten uit de sportraad is in 4 stappen het idee, met opmerkingen van het sportcafé bij, herwerkt tot een definitief voorstel.
Op 14 oktober 2021 heeft de klantenadviseur sport het sportcafé BAAS georganiseerd waar de sportclubs de kans kregen om een advies te geven over de subsidievoorstellen.
De gemeenteraad geeft goedkeuring voor het reglement BAAS - basissubsidie voor sportclubs. Het reglement vervangt het gemeentelijk reglement basissubsidies voor erkende sportverenigingen.
Aanleiding
In de beheers- en beleidscyclus is de aanpassing van de sportsubsidies voorzien.
De huidige subsidiereglementen zijn nog gebaseerd op het "Sport voor Allen" decreet van Vlaanderen uit 2009.
Het decreet heeft veel mogelijk gemaakt, maar de subsidiereglementen gebaseerd op het decreet zijn rigide. De ondersteuningsnoden van sportclubs veranderen snel en zijn vaak ook verschillend per sportclub. De huidige reglementen kunnen hier niet op inspelen.
Leidraad door de voorstellen
Sportclubs kiezen ZELF wat ze bereiken.
Beperktere administratie.
Inspraak van de sportclubs
Op 5 maart 2020 heeft de klantenadviseur het sportcafé brede sportclubondersteuning georganiseerd. De sportclubs kregen de kans om hun noden op tafel te legen.
Na het sportcafé werd via meemakers aan de sportclubs de kans gegeven om online aanvullingen te maken. Dit was belangrijk omdat niet alle sportclubs aanwezig waren. Op die manier werden nog extra sportclubs bereikt.
Op 8 oktober 2020 heeft de klantenadviseur sport het sportcafé BAAS georganiseerd waar de sportclubs de kans kregen om hun input te geven op de eerste ideeën.
In werkgroep met kandidaten uit de sportraad is in 4 stappen het idee, met opmerkingen van het sportcafé bij, herwerkt tot een definitief voorstel.
Op 14 oktober 2021 heeft de klantenadviseur sport het sportcafé BAAS georganiseerd waar de sportclubs de kans kregen om een advies te geven over de subsidievoorstellen.
BAAS: Begeleiding en Advies Aan Sportclubs.
Uitgangspunt voor wijziging reglementen vanuit klantenadviseur sport
Op maat van de sportclubs
Via inspraak is zo goed mogelijk ingespeeld op de vragen en noden van de sportclubs.
Belangrijkste elementen uit het subsidiereglement
Projectsubsidies - output staat centraal
Via projectmatige ondersteuning kan het lokaal bestuur op maat werken van elke individuele sportclub die actief iets wil veranderen of bereiken. Aan de hand van een uitgebreide clubmeting wordt er samen bepaald waar de sportclub nood aan heeft en wordt er samen een project uitgetekend. De projecten worden beoordeeld en financieel gewaardeerd binnen het gereglementeerd kader.
Via de projectondersteuning wordt het lokaal bestuur een actieve partner van de sportclubs en weet beter wat er lokaal leeft binnen de sportclubs. Het geeft de mogelijkheid aan het lokaal bestuur om breder ondersteuningsbeleid uitwerken en waar mogelijk sportclubs samenbrengen en te ontzorgen.
De projectondersteuning zorgt er ook mee voor dat de sportclubs werken aan thema’s die voor het lokaal bestuur van belang zijn en krijgen daarvoor bijkomend extra ondersteuning voor hun werking.
Clubmeting
De clubmeting voor de projectsubsidie is een eenmalige uitgebreide vragenlijst voor de sportclubs die verscheidene thema’s belicht. Via Baristaz (https://baristaz.be/producten/baristaz-scan/) zou de klantenadviseur ook deze expertise willen inkopen.
Voorwaarden
Procedure
Categorieën
De gemeenteraad geeft goedkeuring voor het reglement BAAS - projectsubsidie voor sportclubs. Het reglement vervangt het gemeentelijk reglement jeugdsubsidies en infrastructuursubsidies voor erkende sportverenigingen.
In de beheers- en beleidscyclus is de aanpassing van verschillende subsidiereglementen voor verenigingen voorzien.
Al verscheidene jaren is er binnen de medewerkers van het team vrije tijd het idee om de erkenningsvoorwaarden en de voordelen van de erkenning volledig op elkaar af te stemmen.
In verschillende stappen is gewerkt aan 1 reglement voor erkenning van Nijlense verenigingen. Dit reglement geldt voor alle types/categorieën/sectoren van verengingen en er wordt dus geen onderscheid meer gemaakt.
Waarom de vernieuwing?
Er was al een hele tijd nood aan één overkoepelend reglement voor alle verenigingen waarmee het lokaal bestuur minimale voorwaarden stelt aan verenigingen voor de toekenning van inhoudelijke en logistieke ondersteuning.
Het is een vereenvoudiging voor alle sectoren:
Belangrijkste vernieuwingen
Het nieuwe reglement gaf het team vrije tijd ook de mogelijkheid om enkele zaken te verduidelijken en te moderniseren.
Wat is een vereniging: Een vereniging is een groepering van mensen die zich structureel en duurzaam heeft geëngageerd. De organisatie is feitelijk of onder de vorm van een privaatrechtelijke rechtspersoon, zonder beroeps-, winst- of handelsoogmerk.
Hierbij is het doel om vzw's met bepaalde winstgevende of (deels) professionele doeleinden ook te kunnen weren en geen erkenning te moeten toestaan.
De erkenningsvoorwaarden zijn een mix van de verschillende goede voorwaarden uit de bestaande erkenningsreglement. Deze zijn zo geformuleerd dat deze van toepassing zijn op alle sectoren:
De voordelen van de erkenning zijn voor alle sectoren gelijkgetrokken.
De procedure om de erkenning aan te vragen is nu ook voor alle verenigingen hetzelfde. De belangrijkste wijzigingen:
De duur van de erkenning is de grootste wijziging. Om administratieve last te beperken zal de erkenning voor een volledige beleidsperiode worden toegekend. Uiteraard is dit onder voorwaarde dat de vereniging aan de voorwaarden blijft voldoen. Het lokaal bestuur kan hierop controles uitvoeren.
De gemeenteraad geeft goedkeuring voor het erkenningsreglement Nijlense verenigingen. Het reglement vervangt alle sectorale erkenningsreglementen.
In de beheers- en beleidscyclus is de ontwikkeling van een projectsubsidie vrije tijd voorzien.
Tijdens verschillende overlegmomenten van de afdeling sociaal en vrije tijd is het reglement opgesteld. De betrokken schepenen kregen tijdens deze overlegmomenten ook de mogelijkheid om mee te denken en input te geven.
De verschillende adviesraden hebben inspraak gekregen na de principiële goedkeuring.
Benchmark
In overleg met het afdelingshoofd sociaal en vrije tijd heeft de klantenadviseur sport in september 2020 werk gemaakt van de benchmark van subsidiereglementen van andere gemeenten.
Van voorstel tot reglement
Eind september 2020 is er een eerste versie opgemaakt door de klantenadviseur sport en op 22 september 2020 besproken met de cultuurbeleidscoördinator.
Op 29 oktober 2020 is er een afdelingsoverleg sociaal en vrije tijd georganiseerd waar de tijd is genomen om alle reglementen in detail te overlopen en te bespreken.
Op 19 november 2020 is het definitieve voorstel door de klantenadviseur sport aan de collega's van de afdeling sociaal en vrije tijd bezorgd en besproken.
Op 1 december 2020 is het definitieve voorstel door de klantenadviseur sport aan het college van burgemeester en schepenen bezorgd. Op die manier krijgen alle leden van het college van burgemeester en schepenen de tijd om zich voor te bereiden en het reglement af te toetsen met hun achterban.
Op 27 april 2021 is er na enkele overlegmomenten met de afdeling sociaal en vrije tijd en de schepenen een definitief voorstel afgerond.
Na opmerkingen op het MAT van 11 mei 2021 is een definitief reglement opgemaakt.
Na overleg met de voorzitter van de gemeenteraad zijn op 16 september 2021 nog enkele verduidelijking aangebracht.
Belangrijke keuzes binnen het reglement
Algemene bepalingen
Het reglement geldt voor lokale samenwerkingsverbanden of Nijlense inwoners met een projectvoorstel.
De afdeling sociaal en vrije tijd kiest ervoor om een "uniek project" niet te definiëren om alle ideeën een kans te geven en de indieners niet al in een bepaalde richting te sturen.
Doel
Met het reglement “projectsubsidie vrije tijd” wil lokaal bestuur Nijlen het maatschappelijke belang van personen en verenigingen die samenkomen, samenwerken en initiatief nemen, benadrukken en waarderen met een financiële en bijkomende ondersteuning.
Wie kan een subsidie aanvragen:
De persoon of groep die een project aanvraagt moet minimaal één Nijlense inwoner, één Nijlense groep inwoners of een Nijlense vereniging zijn.
Commerciële instellingen, handelszaken, politieke partijen en zelfstandigen worden uitgesloten van deze subsidies.
Belangrijkste criteria:
Het project tracht aan volgende criteria te beantwoorden. Inzetten op deze criteria verhoogt de kans op toekenning van een subsidiebedrag.
Subsidiebedrag
Het bedrag van de subsidie wordt bepaald:
Toegewezen bedrag: op basis van de projectbegroting krijgt elk goedgekeurd een bedrag toegewezen.
Definitief bedrag: het definitief uitgekeerde bedrag wordt bepaald op basis van de eindafrekening en het evaluatiedossier. Het oorspronkelijk toegekend bedrag kan dus nog wijzigen afhankelijk van de kosten en inkomsten.
Een goedgekeurd projectvoorstel kan rekenen op een minimale subsidie van € 250,00 en een maximale subsidie van € 5 000,00.
Procedure
Aanvraag: Een project kan jaarlijks ingediend worden:
Beoordeling: De aanvragen worden behandeld door een beoordelingscommissie. De commissie bestaat uit de jeugdconsulent, cultuurbeleidscoördinator en de klantenadviseur sport. Deze commissie kan steeds aangevuld worden met experten of leden vanuit de verschillende adviesraden. De projecten worden ook altijd ter kennis gegeven aan de sectorale adviesraad waar het project thuis hoort.
Voorschot: elk goedgekeurd project ontvangt een voorschot van € 250,00. Het voorschot wordt uitbetaald binnen de maand na de goedkeuring.
Evaluatiedossier: de evaluatie bevat minimaal een inhoudelijk en financieel verslag, ingediend via de online tool die door het lokaal bestuur Nijlen ter beschikking wordt gesteld.
Het evaluatiedossier bevat minstens volgende bewijsstukken:
De gemeenteraad keurt het reglement projectsubsidie vrije tijd goed.
We ontvingen een mail van een bezorgde inwoner waarin hij een aantal verkeersproblemen aankaart. Hij woont in de buurt van de Broechemsesteenweg, is vader van jonge kinderen en is beroepshalve werkzaam in de verzekeringssector. Ik citeer graag even uit zijn mail een stukje dat gaat over de onveiligheid op de Broechemsesteenweg.
"Ik beschouw me niet als extreem kritisch, maar eerder voorzichtig realist met een achtergrond als schadebeheerder, in de verzekeringssector, voornamelijk verkeersongevallen en letselschade. Toevallig rij ik ook met de fiets en de auto dus zou moeten weten hoe het er op de baan aan toe gaat.
Zonder het in het belachelijke trekken : het gemeentebestuur staat in de krant met het “baanbrekend Bevel”, terwijl de problemen op de beenbrekende Broechemsesteenweg nog niet opgelost zijn. Het is daar levensgevaarlijk, fietspaden en trottoirs die te pas en te onpas openliggen, zelfs meermaals op dezelfde plaats, borden die her en der staan,…. Er moeten daar dagelijks veel schoolgaande kinderen voorbij".
We kunnen dit alleen maar beamen en willen graag nog aanvullen met een aantal bijkomende opmerkingen, met name :
- dat de signalisatie vaak te wensen overlaat
- dat de verlichting op het einde van de Broechemsesteenweg (tussen de Achterbist en de Vogelzangstraat) erbarmelijk is. Net waar de situatie nog gevaarlijker wordt door de smalle rijweg, het enkelrichtingverkeer en door de aanwezigheid van boordstenen en het fietsverkeer dat soms samen met de auto's de rijweg gebruikt, is er bijna geen verlichting, wat tot zeer gevaarlijke situaties leidt.
- dat er amper controle is door de politie. Zo rijden regelmatig auto's ongestraft tegen de enkelrichting in richting Broechem.
Redenen genoeg om toch even voor de verdere duur van de werken te kijken waar er verbetering mogelijk is om de hinder en de gevaarlijke situaties weg te werken of toch minstens te minimaliseren.
Voorstel
Wij stellen daarom voor dat het schepencollege, desgevallend samen met de lokale politie, alle gevaarlijke punten en situaties in kaart brengt en daarna met de aannemer en de verantwoordelijke voor de wegensignalisatie bekijkt op welke manier alle opgelijste punten kunnen aangepakt en opgelost worden. Uiteraard staat het het college vrij om ook de commissie Mobiliteit en Verplaatsingsgedrag te betrekken in deze evaluatie.
Antwoord door schepen Bert Celis
Wij zijn akkoord met tal van vaststellingen die u binnen het bijkomende punt aanhaalt. Met de toon en de link met Baanbrekend Bevel niet, maar dat zal in wat volgt duidelijk worden.
De situatie op de N116 bestaat uit twee delen. Enerzijds de werf wat betreft de vrijliggende fietspaden tussen de Breugelhoevestraat en de N14. Anderzijds de nutswerken tussen de Breugelhoevestraat en het kruispunt in Nijlen.
Wat betreft de werf voor de vrijliggende fietspaden is, zeker sinds oktober, de situatie in elk geval quasi altijd correct en onder controle geweest. De signalisatieplannen werden gevolgd, de signalisatie stond correct. Zoals eerder aangehaald is dit geen garantie dat alles altijd goed staat of verloopt: mensen verslepen of verzetten borden, mensen negeren de signalisatie (bijvoorbeeld de enkelrichting of het plaatselijk verkeer). De burgemeester zal u dadelijk meer inzicht geven in het politieoptreden. De verlichting zit in een fase van overgang. De oude is vaak al verwijderd. De nieuwe is nog niet geplaatst, o.a. om beschadigingen of hinder tijdens de werken te beperken. Het is een evenwicht tussen verkeer toelaten (aangepast qua snelheid en in één richting) of de boel volledig afsluiten wat beter zou zijn maar, als je je oor bij de burger te luisteren legt, blijkbaar voor de meesten niet wenselijk. We hebben daarnaast opdracht gegeven om de nog bestaande straatverlichting na te kijken, daarmee zijn we trouwens, zoals collega schepen Luc Luyten vorige keer aanhaalde, in heel de gemeente bezig.
Als lokaal bestuur maken wij de vergunning voor de signalisatie bij de werf op. Dat doen we samen met de politie. De aannemer van deze werf is zeer toegankelijk en onze mensen hebben geregeld werfvergaderingen. Waar rechtzettingen nodig zijn worden die quasi altijd direct en goed opgepakt, zelfs op zondagen. Er werd zelfs op zeer korte termijn een tijdelijk fietspad aangelegd toen bleek dat het opgesteld plan voor de signalisatie op het terrein moeilijk werkbaar was.
Tot slot kom ik tot uw koppeling met Baanbrekend Bevel. Beide zaken staan 100% los van elkaar. Op een uitzondering na (ik heb zelf op 3 jaar tijd een 4-tal voorbeelden) is Lokaal Bestuur Nijlen op het terrein in orde met zijn signalisatie bij werken. Ik bedoel dan onze eigen ploegen die klinkerwerken of groenwerkzaamheden uitvoeren. Het project Baanbrekend Bevel is daarnaast maanden voorbereid, signalisatieplannen werden ook hier met de politie besproken en de uitvoering op het terrein door onze eigen mensen verliep op enkele details na perfect. Deze details zijn in kaart gebracht en worden opgelost. Ik heb onze diensten eerder bedankt voor hun werk en doe dat hierbij graag opnieuw. Een koppeling maken tussen nutswerken door derden en projecten van onze eigen diensten vind ik zeker niet correct.
Antwoord burgemeester
De burgemeester vult aan in verband met de betrokkenheid van de politie en de interventies die op de werf gebeurd zijn. De signalisatie is 92 keer gecontroleerd. In geval de signalisatie niet in orde is, neemt de politie contact op met de werfverantwoordelijke om zo nodig bij te sturen of desgevallend wordt een PV opgesteld. De politiecontroles hebben geleid tot 3 PV's voor de signalisatie. Er werden 18 PV's opgesteld voor het negeren van de enkelrichting. Er werden 9 PV's opgesteld voor personen die verkeerd geparkeerd stonden. Er zijn 6 verkeersongevallen met stoffelijke schade geweest en 6 met lichamelijk letsel.
Besluit
Als de aangekaarte problemen systematisch worden opgenomen met de aannemer, hoeft er niet gestemd te worden over dit punt.
In de krant van 7 december lazen we dat er in de provincie Antwerpen tegen eind 2024 zo'n 2400 laadpalen zouden bijgeplaatst worden, waarvan zo'n 1850 in diverse Antwerpse gemeenten. De krant toont een kaart van de provincie waaruit blijkt dat Nijlen één van de weinige gemeenten is waarvoor geen laadpalen vermeld staan op de foto.
We vernamen dan ook graag of de info in de krant juist is ? Indien niet, ligt de foutieve informatie dan aan de krant of heeft het bestuur geen cijfers doorgegeven aan de krant ?
Indien de informatie in de krant niet juist is en er wel degelijk bijkomende laadpalen voorzien zijn in de nabije toekomst, vernamen we verder ook graag waar die palen zouden komen en wat de intenties van de meerderheid zijn op het vlak van de plaatsing van extra laadpalen.
Voorstel
Bovendien stellen we voor dat, indien de informatie in de krant foutief zou zijn, het schepencollege een communicatie verspreidt aan onze inwoners met de juiste informatie omtrent de plaatsing van extra laadpalen.
Antwoord schepen Bert Celis
In het voorjaar van 2022 wordt werk gemaakt van de communicatie omtrent de plaatsing van extra laadpalen. Het bewuste krantenartikel had immers voor verwarring gezorgd. Hier betrof het geen oproep gericht naar de lokale besturen, maar meer naar bedrijven of particulieren die hun bestaande laadinfrastructuur wilden delen met anderen.
Vanaf midden 2022 komt er onder impuls van Vlaams minister Lydia Peeters een nieuw project. Dit is wel een oproep gericht naar de lokale besturen.
Momenteel loopt nog het project 'paal-volgt-wagen' van de Vlaamse overheid. Iedereen die over een elektrische wagen beschikt kan een laadpaal aanvragen als ze zelf niet beschikken over een laadpaal of meer dan 500 meter van een publiek laadpunt wonen. Momenteel beschikt onze gemeente over 3 laadpalen/6 laadpunten, August Hermansplein, plein station en het Pastoor Schelkensplein.
Dit gaat dus veranderen op korte termijn.
Dit nieuw project behelst 3 nieuwe principes:
- paal-volgt-wagen blijft behouden, maar perimeter wordt bijgesteld naar 250 meter
- paal-volgt-data, dit betekent dat het gebruik van de paal wordt gemonitord en een paal wordt bijgeplaatst bij hoog gebruik
- paal-volgt-strategie van het lokaal bestuur, dit betekent dat het lokaal bestuur zelf palen kan laten plaatsen op plekken die nodig worden geacht.
Dit is een heel belangrijk plan, waardoor er meer laadpalen in onze gemeente zullen komen in de toekomst.
Verder heeft het Agentschap Wegen en Verkeer besloten om snelladers te plaatsen langsheen de snelwegen en de bovenlokale verbindingen.
De kosten dat dit met zich meebrengt zijn per maand €1058,77 excl BTW. Samen geteld komen we op ruim €15.000 voor een jaar.
Het budget hiervoor is voorzien in het MJP en zal voor de helft gerecupereerd worden van beide middelbare scholen: Sint.Calasanz en Githo waaruit we afleiden dat de buslijn voornamelijk dient om schoollopers uit Ranst van en naar Nijlen te brengen.
Onze vragen hierover zijn de volgende:
Geachte
kan u ons een overzicht geven van het aantal juridische kwesties waar de gemeente momenteel bij betrokken is ,dit zowel als eiser als verweerder . Wat is de juridische kost van dergelijke zaken de laatste 10 jaar ? Dit uitgesplitst per zaak
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005 bepalen dat de lokale besturen hun meerjarenplannen minstens één keer per jaar moeten aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Dat betekent dat de besturen in 2021 hun meerjarenplan zullen aanpassen om de kredieten voor 2022 vast te stellen. Als dat nodig is, kunnen ze daarbij ook nog de kredieten voor 2021 aanpassen.
Dat aangepaste meerjarenplan wordt opgemaakt volgens de regels over de beleids- en beheerscyclus (BBC).
De gemeenten en de OCMW's hebben een geïntegreerd meerjarenplan, maar hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst hun eigen deel van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het meerjarenplan definitief is vastgesteld. De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt.
Er werd een voorontwerp van aanpassing meerjarenplan opgemaakt door het managementteam en vervolgens in budgetbesprekingen een definitief ontwerp voorgesteld.
Het ontwerp van aanpassing meerjarenplan 2020-2025 van OCMW Nijlen moet worden vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn.
Nadat het is vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn wordt dit deel ter goedkeuring voorgelegd op de gemeenteraad.
De aanpassing van het meerjarenplan bestaat uit vier onderdelen:
1. De eventuele wijzigingen van de strategische nota
2. De aangepaste financiële nota bestaande uit het aangepaste financiële doelstellingenplan (M1), de aangepaste staat van het financieel evenwicht (M2) en het aangepaste overzicht van de kredieten (M3)
3. De toelichting
4. De motivering van de wijzigingen.
Bij het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan hoort ook documentatie. Die omvat alle achtergrondinformatie die nuttig is om het aangepaste meerjarenplan te beoordelen, zonder dat ze essentieel is voor de beoordeling die de raadsleden moeten maken, aangezien de essentiële informatie in het beleidsrapport zelf is opgenomen. De documentatie geeft bijkomende duiding bij de geplande verrichtingen die zijn ingeschreven in het ontwerp van het aangepaste meerjarenplan dat aan de raadsleden wordt voorgelegd. Ze moet ertoe bijdragen dat beter tegemoetgekomen wordt aan de informatiebehoeften van de raadsleden.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
Het Provinciedecreet van 9 december 2005.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC)
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC)
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 met instructies voor de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 die nog steeds van toepassing is.
De gemeenteraad keurt het meerjarenplan 2020-2025 van OCMW Nijlen goed.
De financiële gevolgen worden opgenomen in de decretaal opgelegde documenten, als bijlage aan dit besluit.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005 bepalen dat de lokale besturen hun meerjarenplannen minstens één keer per jaar moeten aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Dat betekent dat de besturen in 2021 hun meerjarenplan zullen aanpassen om de kredieten voor 2022 vast te stellen. Als dat nodig is, kunnen ze daarbij ook nog de kredieten voor 2021 aanpassen.
Dat aangepaste meerjarenplan wordt opgemaakt volgens de regels over de beleids- en beheerscyclus (BBC).
De gemeenten en de OCMW's hebben een geïntegreerd meerjarenplan, maar hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst hun eigen deel van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het meerjarenplan definitief is vastgesteld. De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt.
Er werd een voorontwerp van aanpassing meerjarenplan opgemaakt door het managementteam en vervolgens in budgetbesprekingen een definitief ontwerp voorgesteld.
Het ontwerp van aanpassing meerjarenplan 2020-2025 van gemeentebestuur Nijlen moet worden vastgesteld door de gemeenteraad..
De aanpassing van het meerjarenplan bestaat uit vier onderdelen:
1. De eventuele wijzigingen van de strategische nota
2. De aangepaste financiële nota bestaande uit het aangepaste financiële doelstellingenplan (M1), de aangepaste staat van het financieel evenwicht (M2) en het aangepaste overzicht van de kredieten (M3)
3. De toelichting
4. De motivering van de wijzigingen
Bij het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan hoort ook documentatie. Die omvat alle achtergrondinformatie die nuttig is om het aangepaste meerjarenplan te beoordelen, zonder dat ze essentieel is voor de beoordeling die de raadsleden moeten maken, aangezien de essentiële informatie in het beleidsrapport zelf is opgenomen. De documentatie geeft bijkomende duiding bij de geplande verrichtingen die zijn ingeschreven in het ontwerp van het aangepaste meerjarenplan dat aan de raadsleden wordt voorgelegd. Ze moet ertoe bijdragen dat beter tegemoetgekomen wordt aan de informatiebehoeften van de raadsleden.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
Het Provinciedecreet van 9 december 2005.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC)
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC)
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 met instructies voor de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 die nog steeds van toepassing is.
De gemeenteraad stelt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van gemeentebestuur Nijlen vast.
De financiële gevolgen worden opgenomen in de decretaal opgelegde documenten, als bijlage aan dit besluit.
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de raad staan. Deze mondelinge vragen worden ten laatste tijdens de volgende zitting beantwoord.
Artikel 4 §4 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, zoals vastgesteld in de gemeenteraad van 12 maart 2019.
De raadsleden kunnen mondelinge vragen stellen.
De gemeenteraad neemt kennis van de mondelinge vragen.