Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 over het lokaal bestuur met betrekking tot de raad voor maatschappelijk welzijn, meer bepaald artikels 68 tot en met 73.
De beslissing van de gemeenteraad van 5 oktober 2021 waarin kennis wordt genomen van het ontslag van raadslid Julie Van Roey en de heer Peter De Lens wordt geïnstalleerd als gemeenteraadslid in haar opvolging.
Het ontslag als gemeenteraadslid van Julie Van Roey houdt van rechtswege haar ontslag van het mandaat van lid van de raad voor maatschappelijk welzijn in en ingevolge de installatie als gemeenteraadslid is het opvolgend gemeenteraadslid, Peter De Lens, van rechtswege lid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De raad voor maatschappelijk welzijn, die uit dezelfde leden als de gemeenteraad bestaat, bestaat uit personen van verschillend geslacht en is dus rechtsgeldig samengesteld.
De rang die de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn innemen is dezelfde als de rang die ze als gemeenteraadslid innemen. Het opvolgend raadslid komt als laatste voor op de voorrangstabel van de gemeenteraadsleden.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het ontslag van gemeenteraadslid Julie Van Roey dat van rechtswege haar ontslag van het mandaat van lid van de raad voor maatschappelijk welzijn inhoudt en de installatie van de heer Peter De Lens als gemeenteraadslid in opvolging van Julie Van Roey, waarbij Peter De Lens van rechtswege lid van de raad voor maatschappelijk welzijn is.
De raad voor maatschappelijk welzijn, die uit dezelfde leden als de gemeenteraad bestaat, bestaat uit personen van verschillend geslacht en is dus rechtsgeldig samengesteld.
De rang die de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn innemen is dezelfde als de rang die ze als gemeenteraadslid innemen. Het opvolgend raadslid komt als laatste voor op de voorrangstabel van de gemeenteraadsleden.
De notulen en het zittingsverslag van de raad voor maatschappelijk welzijn van 7 september 2021 zijn opgemaakt en kunnen worden goedgekeurd.
Artikel 32 en 74 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Artikel 24 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn, zoals vastgesteld in de raad voor maatschappelijk welzijn van 12 maart 2019.
De notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn dienen ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de daaropvolgende raadszitting.
De notulen en het zittingsverslag van de raad voor maatschappelijk welzijn van 7 september 2021 worden goedgekeurd.
De huidige deontologische code voor mandatarissen werd goedgekeurd in respectievelijk de OCMW raad en de gemeenteraad van 6 oktober 2020.
Het bureau voor deontologie vraagt een wijziging met betrekking tot het stemrecht van de onafhankelijke experten die deel uitmaken van het bureau voor deontologie.
Het bureau voor deontologie is samengesteld.
Artikel 37 van de deontologische code voor mandatarissen en externe vertegenwoordigers bepaalt dat de modaliteiten betreffende de werking van het bureau voor deontologie worden opgenomen in het huishoudelijk reglement van het bureau voor deontologie dat door de gemeenteraad wordt goedgekeurd.
Het bureau voor deontologie is voor een eerste keer samengekomen op 23 juni 2021. Op deze vergadering werd het ontwerp van huishoudelijk reglement besproken.
Om het voorgestelde artikel in het huishoudelijk reglement dat bij staking van stemmen de stem van de voorzitter doorslaggevend is te kunnen aanpassen stelt het bureau voor deontologie voor om de onafhankelijke experten van het bureau voor deontologie stemrecht te geven i.p.v. dat zij zetelen met raadgevende stem.
Om dit te kunnen doen dient de deontologische code voor mandatarissen en externe vertegenwoordiger te worden aangepast en dienen in artikel 36 §1 van de deontologische code de woorden 'met raadgevende stem' te worden geschrapt.
Het decreet over het lokaal bestuur, meer bepaald de artikels 39, 55, 74 en 112.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de wijziging aan deontologische code voor lokale mandatarissen en externe vertegenwoordigers goed en schrapt in artikel 36 § 1 de woorden 'met raadgevende stem'.
De raad voor maatschappelijk welzijn heft de deontologische code voor lokale mandatarissen en externe vertegenwoordigers van 6 oktober 2020 op en keurt de gewijzigde deontologische code voor lokale mandatarissen en externe vertegenwoordigers goed.
Samenwerkingsovereenkomst regionale dienst gezinszorg en aanvullende thuiszorg Kina d.d. 1 januari 2015.
Woonzorgdecreet d.d. 1 januari 2020.
Besluit van de Vlaamse Regering d.d. 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers, bijlage 2, artikel 17 §1 rond de gebruikersbijdrage voor gezinszorg en §2 rond de gebruikersbijdrage voor logistieke hulp.
Op 25 februari 2021 vond een beleidsoverleg plaats met directie en medewerkers van Kina en de lokale besturen die deel uitmaken van de regionale dienst gezinszorg en aanvullende thuiszorg Kina (RDGAT Kina): Hove, Nijlen, Schelle, Schilde, Wijnegem en Wommelgem.
Naar aanleiding van dit overleg, werd een standpunt van de lokale besturen gevraagd over een aanpassing in de tarifering aanvullende thuiszorg. Op 17 mei 2021 gaf het vast bureau goedkeuring aan de voorgestelde bijdrageberekening.
Op 15 juni 2021 werd met een meerderheid van de besturen een consensus bereikt over de gemeenschappelijke bijdrageberekening voor aanvullende thuiszorg binnen de RDGAT Kina en werd de startdatum bepaald op 1 januari 2022.
Naar aanleiding van deze beslissing is een aanpassing aan het retributiereglement op de dienst gezinszorg en aanvullende thuiszorg nodig.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurde op 1 september 2020 het huidige retributiereglement goed.
Gelet op het schriftelijke advies van VVSG d.d. 30 januari 2019 om tot een gemeenschappelijke richtlijn voor de bijdrageberekening van de aanvullende thuiszorg binnen de RDGAT KINA te komen, ten einde te kunnen voldoen aan de wettelijke voorwaarden, bereikten de lokale besturen tijdens het beleidsoverleg d.d. 25 februari 2021 en 15 juni 2021 een consensus over een gemeenschappelijke bijdrageberekening binnen de RDGAT KINA.
De bijdrage per gepresteerd uur aanvullende thuiszorg is gelijk aan de bijdrage voor gezinszorg + 50%, met een maximumbijdrage die gelijk is aan het nettobedrag van de dienstencheque na fiscale aftrek (huidig bedrag = € 7,20). Er wordt geen maximumgrens qua inkomsten gehanteerd. De doelgroep van aanvullende thuiszorg is gelijk aan de doelgroep van de dienst voor gezinszorg en de doelgroep van team hulpverlening: personen of gezinnen die door fysieke of mentale beperkingen, ziekte, maatschappelijke kwetsbaarheid, … niet zelf kunnen instaan voor het huishoudelijk werk. Zo kan een kwalitatieve en integrale zorg- en hulpverlening geboden worden.
Conform het besluit van het vast bureau d.d. 17 mei 2021 en de gemaakte afspraken op het beleidsoverleg met Kina d.d. 15 juni 2021, werd in het retributiereglement het volgende aangepast:
De tarieven per gepresteerd uur aanvullende thuiszorg worden door het OCMW vastgelegd op 150% van het berekende tarief voor gezinszorg, met een maximumbijdrage van het nettobedrag van de dienstencheque na fiscale aftrek.
Het huidige bedrag van de dienstencheque bedraagt € 7,20 per uur. Dit specifieke bedrag wordt op advies van team FAC niet vermeld in het reglement, omdat dit kan wijzigen.
De nieuwe bijdrage gaat normaal in na de 2-jaarlijkse herziening, die voor de verschillende gebruikers in verschillende maanden valt. Om ongelijkheid in de dienst te vermijden, werd na overleg met alle lokale besturen binnen de RDGAT Kina overeengekomen om de nieuwe bijdrage voor alle gebruikers aanvullende thuiszorg gelijktijdig in te voeren op 1 januari 2022. VVSG bevestigt dat dit conform de regelgeving mogelijk is, indien alle gebruikers een schriftelijke kennisgeving krijgen ten laatste 30 dagen voor de ingangsdatum van de nieuwe bijdragebepaling. De 2-jaarlijkse herzieningen met huisbezoek blijven daarna doorgaan zoals eerder voorzien.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt goed dat de gebruikersbijdrage per gepresteerd uur aanvullende thuiszorg binnen de RDGAT KINA gelijkgesteld wordt aan de bijdrage voor gezinszorg, vermeerderd met 50%, met een maximumbijdrage die gelijk is aan het nettobedrag van de dienstencheque na fiscale aftrek, met ingang van 1 januari 2022. Er wordt geen maximumbedrag qua inkomsten gehanteerd.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het aangepaste retributiereglement op de dienst gezinszorg en aanvullende thuiszorg goed met ingang van 1 januari 2022.
Op de raad voor maatschappelijk welzijn van 7 september 2021 werd de samenwerkingsovereenkomst met het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Mechelen goedgekeurd.
Vanuit deze samenwerkingsovereenkomst stelde het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling de vraag naar een afgevaardigde voor de algemene vergadering van het vertrouwenscentrum.
Vanuit het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling wordt de suggestie gedaan om het hoofd maatschappelijke dienstverlening af te vaardigen. Dit omdat deze vanuit de OCMW-praktijk voeling hebben met de welzijnsmaterie en casuïstiek.
Het vast bureau draagt volgende personen voor voor de algemene vergadering van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling :
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder artikel 77 inzake de bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Coördinator team hulpverlening, Thaïs Pfleiderer, aan te stellen als effectief lid van de algemene vergadering van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling.
Lid van het vast bureau, Tom Covens, aan te stellen als plaatsvervangend lid van de algemene vergadering van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling.
De raadsleden kunnen mondelinge vragen stellen.
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over aangelegenheden van het OCMW, die niet op de agenda van de raad staan. Deze mondelinge vragen worden ten laatste tijdens de volgende zitting beantwoord.
Artikel 4 §4 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijke welzijn, zoals vastgesteld in de raad voor maatschappelijk welzijn van 12 maart 2019.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de mondelinge vragen.
Zie zittingsverslag/audioverslag.