2021_GR_00098 - Energie- en klimaatplan Kempen2030 - Goedkeuring

Op 3 september 2019 onderschreef de gemeenteraad het burgemeestersconvenant, in de Kempen gekend onder de naam ’Kempen2030’. De doelstelling van dit convenant is om 40% CO2 te besparen tegen 2030 en om de gemeente weerbaar te maken tegen de gevolgen van de klimaatverandering (beter bekend als “klimaatadaptatie”). De doelstelling is een tussenstap richting klimaatneutraliteit in 2050.

In 2018 bedroeg de uitstoot 67.230 ton CO2, ten opzichte van een uitstoot van 71.672 ton in 2011. In 2030 zal er nog maar 43.003 ton CO2 uitgestoten mogen worden. Om de doelstelling te halen is er met andere woorden nood aan een bijkomende reductie van 25.799 ton CO2. 

Binnen de twee jaar na ondertekening dient er een nieuw klimaatplan ingediend te worden. 

Het energie- en klimaatplan bestaat uit twee delen:

1. het energie- en klimaatanalyserapport

Het analyserapport bevat een overzicht van de bronnen van de CO2-uitstoot, de evolutie van de CO2-uitstoot en een risico-en kwetsbaarheidsanalyse.

Het rapport is toegevoegd in bijlage 1.

2. het energie- en klimaatactieplan 

Beleidsscenario

Met de hulp van de maatregelentool, die door VITO en departement Omgeving ter beschikking wordt gesteld, wordt een beleidsscenario van maatregelen opgemaakt met mogelijkheden om de uitstoot te reduceren. Het belang van dit scenario ligt vooral in de inschatting van welke (types) maatregelen het meeste potentieel hebben. Het bekomen van een reductie van 40% CO2 ten opzichte van 2011 vraagt namelijk extra inspanningen. 

De maatregelentool onderscheidt in totaal 30 maatregelen. Als we al deze maatregelen optellen wordt het doel van het burgemeestersconvenant van -40% behaald en reduceren we de uitstoot met ca. 26.000 ton CO2. Als we minder inzetten op een maatregel dan moet dit gecompenseerd worden door meer in te zetten op een andere maatregel. 

De acht belangrijkste types maatregelen om de uitstoot met 40% te reduceren tussen 2018-2030 zijn:

■  Isoleren van woningen door sloop en renovatie

■  Extra hernieuwbare warmte

■  Modal shift

■  Extra hernieuwbare stroom

■  25% elektrische wagens

■  Beter isoleren van bedrijven

■  Efficiënter elektriciteitsverbruik.

In het beleidsscenario wordt er sterk ingezet op de energiebesparende transformatie van woningen. Dit kan door woningen die dateren van voor 2011 ingrijpend energetisch te renoveren, of slopen en heropbouwen. Dit zou bijna 14.000 ton CO2 besparen. Dat is iets meer dan de helft van wat nodig is om het klimaatdoel voor 2030 te bereiken. De tweede belangrijkste groep maatregelen zijn investeringen in hernieuwbare energie. Investeringen in hernieuwbare warmte kunnen de uitstoot verder doen dalen met meer dan 4.000 ton tegen 2030. Als we ongeveer een kwart van het bijkomende potentieel aan zonne-energie benutten dan reduceren we nog eens meer dan 2000 ton. Daarnaast, zal de elektrificatie van een kwart van het wagenpark een belangrijke bijdrage leveren aan de klimaatdoelstelling (een reductie van meer dan 2000 ton). Een modal shift van kortere verplaatsingen met de auto naar verplaatsing te voet, per fiets of met het openbaar vervoer heeft ook een belangrijk potentieel. Als we 50% van de korte verplaatsingen voortaan te voet, per (elektrische) fiets of met het openbaar vervoer afleggen, besparen we nog eens met ca. 2800 ton CO2 per jaar. Daarnaast is er nog (beperkt) potentieel voor energiebesparing bij bedrijven of elektriciteitsbesparende maatregelen (bv. het vervangen van openbare verlichting door LED). 

Speerpunten

    Het actieplan omvat daarnaast 9 speerpunten van het lokaal klimaatbeleid. Hieronder een overzicht: 

■ Eigen organisatie -40% tegen 2030  als opstap naar klimaatneutraal in 2050

■ Openbaar domein klimaatproof herinrichten

■ Private ontwikkelingen klimaatproof sturen

■ Bestaand privaat gebouwenpatrimonium renoveren of transformeren

■ Systematische keuze voor alternatief vervoer

■ Transitie van fossiel naar hernieuwbaar

■ Groenblauwe netwerken als basis voor klimaatadaptatie

■ Stimuleren van duurzame productie en consumptie

■ Burgerparticipatie.

    Per speerpunt wordt er een toekomstbeeld geschetst, worden er operationele doelstellingen en bijhorende acties geformuleerd en worden een aantal indicatoren vastgelegd. 

Om het actieplan overzichtelijk te houden worden enkel sleutelacties opgesomd. In de meerjarenplanning is nog een bredere waaier aan acties opgenomen die een bijdrage zullen leveren aan het behalen van de operationele doelstellingen. Er wordt dus nadrukkelijk gekozen om niet alle acties die op de planning staan en die gerelateerd zijn aan het bereiken van de operationele doelstellingen op te nemen in het actieplan. 

    Het  energie- en klimaatactieplan is toegevoegd in bijlage 2.