Dit aanvullend model van deontologische code komt bovenop de deontologische code voor lokale mandatarissen en externe vertegenwoordigers.
Dit model vervangt de algemene code dus niet, want die is na de vaststelling door de raad voor maatschappelijk welzijn sowieso ook van toepassing op de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Toch is het wenselijk voor het bijzonder comité voor de sociale dienst om zo een aanvullende code vast te stellen omdat men als voorzitter of lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst beslist over individuele maatschappelijke dienstverlening en integratie. In die specifieke en belangrijke rol krijgt men te maken met erg gevoelige informatie van kwetsbare mensen voor wie het OCMW vaak het allerlaatste vangnet is. Beslissen in een hulpverleningscontext vergt specifieke competenties en bijkomende deontologische aandachtspunten voor wie in het bijzonder comité voor de sociale dienst zetelt.
Het bureau voor deontologie is eveneens bevoegd voor het onderzoeken van vermoedens van schendingen in het kader van dit addendum; Aanvullende deontologische code voor de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
In de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 6 oktober 2020 werd de deontologische code voor lokale mandatarissen en externe vertegenwoordigers goedgekeurd.
Op advies van de VVSG werd deze deontologische code aangevuld met een ADDENDUM deontologische code voor de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Beiden werden bekrachtigd op het bijzonder comité van 10 februari 2021.
Alsook namen de leden van het vast bureau kennis van het addendum deontologische code voor de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst op 15 februari 2021.
De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn nemen kennis van het addendum aanvullende deontologische code voor de voorzitter en leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.