De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 8 maart 2022 dienen ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de volgende raadszitting.
Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Artikel 24 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, zoals vastgesteld in de gemeenteraad van 12 maart 2019.
De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 8 maart 2022 zijn opgemaakt en kunnen worden goedgekeurd.
De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 8 maart 2022 worden goedgekeurd.
In de raad van bestuur van het AGB van 7 december 2021 en de gemeenteraad van 14 december 2021 werd het prijssubsidiereglement sport voor 2022 geëvalueerd en goedgekeurd.
Ondertussen zijn er een aantal omstandigheden gewijzigd die een directe impact hebben op het financieel evenwicht van het AGB waardoor het prijssubsidiereglement sport dient te worden herzien.
Gemeenteraadsbeslissing van 2 september 2003 waarin de oprichting en de statuten van het autonoom gemeentebedrijf Nijlen, afgekort AGB Nijlen, werden goedgekeurd.
Goedkeuring van de gemeenteraadsbeslissing van 2 september 2003 door de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken op 18 december 2003 en de publicatie van deze beslissing in het Belgisch Staatsblad van 5 februari 2004.
De artikelen 231 tot 244 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 die betrekking hebben op autonome gemeentebedrijven.
De statuten van AGB Nijlen, zoals laatst gewijzigd en goedgekeurd in de gemeenteraad van 11 december 2018.
De beheersovereenkomst tussen gemeente en AGB Nijlen.
Om economisch leefbaar te zijn is het nodig dat het autonoom gemeentebedrijf Nijlen vanwege de gemeente Nijlen prijssubsidies ontvangt als vergoeding voor het recht van toegang tot de sportinfrastructuur.
Omwille van (externe) omstandigheden dienen volgende budgetten te worden aangepast:
In totaal zal het budget van het AGB hierdoor een bijkomend tekort vertonen van € 225 200,00. Dit wordt via een bijkomende prijssubsidie voor kwartaal 2 vanuit het gemeentebestuur opgevangen. De budgetten worden verder geëvalueerd en nauw opgevolgd naar de toekomst toe.
Het college van burgemeester en schepenen doet een voorstel van prijssubsidiereglement.
Het directiecomité keurt het aangepaste prijssubsidiereglement, vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, ten voordele van het autonoom gemeentebedrijf Nijlen, goed en verwijst dit ter goedkeuring door naar de raad van bestuur en de gemeenteraad.
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT SPORTINFRASTRUCTUUR SPORTHALLEN NIJLEN
Het autonoom gemeentebedrijf Nijlen heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2022 (zie bijlage). Op basis van deze ramingen heeft het autonoom gemeentebedrijf Nijlen vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2022 de inkomsten uit de toegangsgelden voor de sportinfrastructuur te Nijlen bijkomend minstens € 38 431 (exclusief 6% btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.
Om economisch rendabel te zijn wenst het AGB Nijlen vanaf heden de voorziene toegangsprijzen (inclusief 6% btw) voor de toegangsgelden voor de sportinfrastructuur te Nijlen te vermenigvuldigen met een factor 0,65.
De gemeente Nijlen erkent dat het AGB Nijlen, op basis van deze ramingen, de voorziene toegangsprijzen (inclusief 6% btw) voor de toegangsgelden voor de sportinfrastructuur te Nijlen dient te vermenigvuldigen met een factor 0,65 om economisch rendabel te zijn.
Rekening houdend met de sportieve en sociale functie van de sportinfrastructuur wenst de Gemeente Nijlen dat er tijdens het kalenderjaar 2022 geen prijsverhogingen doorgevoerd worden ten aanzien van gebruikers van de sportinfrastructuur. De Gemeente Nijlen wenst immers de toegangsgelden te beperken opdat de sportinfrastructuur toegankelijk is voor iedereen. De Gemeente Nijlen verbindt er zich toe om voor de periode vanaf heden tot en met 31 december 2022 deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies.
De waarde van de prijssubsidie toegekend door de Gemeente Nijlen voor de toegangsgelden voor de sportinfrastructuur te Nijlen bedraagt de prijs (inclusief 6% btw) die de bezoeker voor recht op toegang betaalt vermenigvuldigd met een factor 0,65.
De gesubsidieerde toegangsgelden (exclusief 6% btw) kunnen steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de totale exploitatieresultaten van het autonoom gemeentebedrijf Nijlen. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is zal de gemeente Nijlen deze steeds documenteren.
Het autonoom gemeentebedrijf Nijlen moet op de 5de werkdag van elk kwartaal de gemeente Nijlen een overzicht bezorgen van het aantal gebruikers waaraan recht op toegang is verleend tijdens het voorbije kwartaal. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het autonoom gemeentebedrijf Nijlen uitreikt aan de gemeente Nijlen. De gemeente Nijlen dient deze debet nota te betalen aan het autonoom gemeentebedrijf Nijlen binnen de 5 werkdagen na ontvangst.
Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 2023 zal worden onderhandeld tussen de gemeente Nijlen en het autonoom gemeentebedrijf Nijlen vóór 31 januari 2023.
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT SPORTINFRASTRUCTUUR ZWEMBAD NIJLEN
Het autonoom gemeentebedrijf Nijlen heeft haar inkomsten en uitgaven herzien voor het kalenderjaar 2022 (zie bijlage). Op basis van deze ramingen heeft het autonoom gemeentebedrijf Nijlen vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2022 de inkomsten uit de toegangsgelden voor de sportinfrastructuur zwembad te Nijlen bijkomend minstens € 225 200,00 (exclusief 6% btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.
Om economisch rendabel te zijn wenst het AGB Nijlen voor kwartaal 2 de voorziene toegangsprijzen (inclusief 6% btw) voor de toegangsgelden voor de sportinfrastructuur zwembad te Nijlen te vermenigvuldigen met een factor 3,00.
De gemeente Nijlen erkent dat voor kwartaal 2 het AGB Nijlen, op basis van deze ramingen, de voorziene toegangsprijzen (inclusief 6% btw) voor de toegangsgelden voor de sportinfrastructuur zwembad te Nijlen dient te vermenigvuldigen met een factor 3,00 om economisch rendabel te zijn.
Rekening houdend met de sportieve en sociale functie van de sportinfrastructuur zwembad wenst de gemeente Nijlen dat er tijdens het kalenderjaar 2022 geen prijsverhogingen doorgevoerd worden ten aanzien van gebruikers van de sportinfrastructuur zwembad. De gemeente Nijlen wenst immers de toegangsgelden te beperken opdat de sportinfrastructuur zwembad toegankelijk is voor iedereen. De gemeente Nijlen verbindt er zich toe om voor de periode kwartaal 2 deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies.
De waarde van de prijssubsidie toegekend door de gemeente Nijlen voor de toegangsgelden voor de sportinfrastructuur zwembad te Nijlen bedraagt de prijs (inclusief 6% btw) die de bezoeker voor recht op toegang betaalt vermenigvuldigd met een factor 3,00.
De gesubsidieerde toegangsgelden (exclusief 6% btw) kunnen steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de totale exploitatieresultaten van het autonoom gemeentebedrijf Nijlen. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is zal de gemeente Nijlen deze steeds documenteren.
Het autonoom gemeentebedrijf Nijlen moet op de 5de werkdag van elk kwartaal de gemeente Nijlen een overzicht bezorgen van het aantal gebruikers waaraan recht op toegang is verleend tijdens het voorbije kwartaal. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het autonoom gemeentebedrijf Nijlen uitreikt aan de gemeente Nijlen. De gemeente Nijlen dient deze debet nota te betalen aan het autonoom gemeentebedrijf Nijlen binnen de 5 werkdagen na ontvangst.
Op 28 april 2021 vond er met de gemeenteraadsleden een debat plaats om voorstellen te formuleren naar aanleiding van het relanceplan Corona.
Uitgangspunt was de vraag: welke maatregelen kunnen we als openbaar bestuur nog nemen met het oog op de 'heropleving van Nijlen (tijdens en) na Corona'?
Er werd gewerkt rond 3 thema's:
Rapportering van de resultaten van het debat in het MAT van 11 mei 2021;
Rapportering van de resultaten van het debat in het college van 17 mei 2021;
Rapportering van het resultaat van het onderzoek van de diensten in MAT van 29 juni 2021;
Rapportering van het resultaat van het onderzoek van de diensten in het college van 12 juli 2021;
Aangepaste en toegevoegde rapportering van het resultaat en maatregelen van het onderzoek van de diensten in MAT van 26 oktober 2021;
Aangepaste en toegevoegde rapportering van het resultaat en maatregelen van het onderzoek van de diensten in het college van 22 november 2021.
Na onderzoek door de diensten kunnen de voorstellen als volgt worden gebundeld en zijn deze opgenomen in bijgevoegde presentatie:
- Inwoners (en in het bijzonder de meest kwetsbare groepen);
- Handelaars en lokale economie;
- Verenigingen en vrije tijd.
De gemeenteraad neemt kennis van de bijgevoegde presentatie van het 'Corona relanceplan' zoals voorgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Lokaal bestuur Nijlen heeft op 23 oktober 2021 een aanvraag om omgevingsvergunning ontvangen. Deze aanvraag handelt over het verkavelen van het projectgebied in functie van het oprichten van een cohousing project (OMV_2021141900) hoek Kesselsesteenweg/Ophoven
Ligging: Kesselsesteenweg 35 en Ophoven 1, 2560 Nijlen, afdeling 1 sectie D nrs. 648D, 648E, 648F en 651E.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder de artikelen 2 en 40.
Artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning dat bepaalt dat de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen dient te nemen indien de vergunningsaanvraag wegeniswerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft; dat dergelijk besluit over de zaak van de wegen dient te worden genomen alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.
Artikel 47 van het omgevingsvergunningsbesluit dat stelt dat als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat, waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, de gemeenteraad hierover een besluit aanneemt. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
De aanvraag dient eerst voorgelegd te worden aan het college, vervolgens aan de gemeenteraad ter goedkeuring van het gewijzigde wegtracé, en wordt dan beslist in het college.
1. Voorwerp van de aanvraag
De voorliggende aanvraag is gelegen langsheen Ophoven. Deze aanvraag handelt over het verkavelen van het projectgebied in functie van het oprichten van een cohousing project (OMV_2021141900) hoek Kesselsesteenweg/Ophoven.
2. Zaak van de weg
De aanvraag is gelegen aan een weg waarvoor een aanpassing/verbreding van het bestaande wegtracé dient te gebeuren.
Het komt de gemeenteraad toe om een besluit te nemen over de zaak van de wegen; waarbij de gemeenteraad zich dient te beperken tot de aspecten die betrekking hebben op de zaak van de wegen, zonder uitspraak te doen omtrent de bestaanbaarheid van de aanvraag met de stedenbouwkundige beoordelingselementen en de goede ruimtelijke ordening.
De opvatting van de voorgestelde verbreding van de weg, vertrekkende van de bestaande rooilijnbreedte van Ophoven is in deze aanvraag een goede oplossing in functie van het gemeentelijk wegennet. De voorgestelde weg voldoet voor het beoogde doel.
3. Openbaar onderzoek
Het dossier werd aan een openbaar onderzoek onderworpen van 22 december 2021 tot 20 januari 2022 en er werden geen bezwaarschriften ingediend.
De aanpassing/verbreding van het wegtracé van Ophoven goed te keuren.
De bedding van het gewijzigde wegtracé dient gratis aan de gemeente te worden afgestaan samen met de uitrusting, welke omvatten:
Besluit college van 4 oktober 2021 waarin de voorwaarden voor de verkaveling Kerkeblokken te Nijlen (dossiernummer: 2021/7 - RUP/12026/64) met betrekking tot het perceel afdeling 1 sectie D nr. 347 X, werden goedgekeurd.
Besluit gemeenteraad van 7 september 2021 waarin de aanpassing/verbreding van het wegtracé in de Spoorweglei en Kerkeblokken werd goedgekeurd.
De eigendom komt voor op een 'plan grondafstand' opgemaakt door Bimetec bvba, te Nijlen, op 15 januari 2022. Dit plan is opgenomen in de databank van de plannen van afbakening van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie onder refertenummer 12026-10728.
Op 18 februari 2022 ontving het bestuur de eigendomstitel van het Kantoor Rechtszekerheid Mechelen, gevestigd te 2800 Mechelen, Zwartzustervest 24A, waarin vermeld wordt dat de heer Ludovic Van Gestel, de heer Karl Van Gestel en de heer Dirk Van Gestel eigenaar zijn van bovenvermeld perceel.
Op 25 februari 2022 werd het attest van de hypotheekbewaarder aangevraagd.
De belofte van verkoop van grond aan de gemeente Nijlen, ondertekend op 6 maart 2022, van:
eigendom van de heer Ludovic Van Gestel, van de heer Karel Van Gestel en van de heer Dirk Van Gestel mits de prijs van 1 (één) symbolische euro, wordt voorgelegd.
De ontwerpakte is opgemaakt.
De grond wordt overgedragen voor openbaar nut, te weten de inlijving in de openbare wegenis.
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41.
Er kan akkoord gegaan worden met de voorgestelde grondaankoop.
De aankoop van de onroerende goederen, percelen D 347 C2 P0000 en D 347 D2 P0000, gelegen in de Kerkeblokken en de Spoorweglei te Nijlen, gezamenlijke oppervlakte: 11,13 m², innemingen Lot 3 en Lot 4 op het plan grondafstand, opgenomen in de databank van de plannen van afbakening van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie onder refertenummer 12026-10728, eigendom van de heer Ludovic Van Gestel, van de heer Karl Van Gestel en van de heer Dirk Van Gestel mits de prijs van 1 (één) symbolische euro, wordt goedgekeurd.
Voornoemde gronden worden aangekocht voor openbaar nut, namelijk de inlijving in de openbare wegenis.
De akte zal worden verleden door de heer burgemeester, optredende als instrumenterende ambtenaar.
De akte zal ondertekend worden door de burgemeester en de algemeen directeur.
Door de coronamaatregelen die sinds maart 2020 van kracht zijn, konden helaas erg weinig activiteiten van de leden van het NCOS doorgaan.
Erkende basisgroepen krijgen jaarlijks een bedrag als basissubsidie. Lokale ontwikkelingsgroepen krijgen hierbij een verhoogd basisbedrag. Naast de basissubsidies krijgen de basisgroepen nog een extra werkingssubsidie. Deze wordt aangewend om de basisgroepen in hun werking te motiveren.
De werkingssubsidie wordt verdeeld op basis van een puntenstelsel. Hierdoor krijgt een organisatie een aantal punten per activiteit volgens thema’s (onder andere vorming, publicaties, info-activiteiten, fondsenwerving). Op basis van het aantal punten per organisatie wordt het totale bedrag van de werkingssubsidie verdeeld onder de erkende basisgroepen.
Het lijkt niet rechtvaardig te zijn om dit systeem toe te passen op de werkjaren 2021 en 2022. Daarom wordt voorgesteld om de subsidies te berekenen op basis van het toegekende subsidiebedrag van de meest recente drie corona vrije jaren. Deze bedragen zijn berekend op basis van een ‘gemiddeld’ werkjaar van een organisatie. Eventuele pieken en dalen in subsidiebedragen worden zo gecompenseerd.
Er kan wel aan alle basisgroepen gevraagd worden om een beperkte digitale aanvraag in te dienen tegen de vaste deadline (15 april) met de contactgegevens/rekeningnummer en -informatief- een kort verslag van de werking in 2021/plannen voor 2022. Dit is voor iedereen een duidelijke en correcte werkwijze en maakt dat de administratieve last tot een minimum wordt beperkt.
Het subsidiereglement basisgroepen wordt niet toegepast voor het werkjaar 2021 en 2022.
De subsidieverdeling voor de werkjaren 2021 en 2022 wordt gebaseerd op de uitgekeerde bedragen van de meest recente drie corona vrije jaren.
De basisgroepen die erkend zijn door het NCOS dienen voor 15 april 2022 een subsidieaanvraag in. Aan de groepen wordt gevraagd om, naast de contactgegevens, een kort verslag te maken van de werking van het voorbije werkjaar en de plannen voor het volgende werkjaar.
Het huidige subsidiereglement voor socioculturele en seniorenverenigingen is grotendeels gebaseerd op het aantal en soort activiteiten dat een vereniging in een werkjaar organiseert. Het zou niet rechtvaardig zijn om op basis daarvan de subsidies voor werkjaar 2021-2022 te verdelen.
Daarom wordt voorgesteld, hetzelfde bedrag van de subsidies dat voor het vorige werkjaar (2020-2021) werd toegekend aan elke vereniging, nogmaals toe te kennen. Dit bedrag werd berekend naar analogie van het Noodfonds, op basis de drie laatste 'normale' jaren. De subsidieaanvraag kan dan gebeuren middels een vereenvoudigd subsidieformulier.
Voor de socioculturele verenigingen betekent dit dat het nieuwe subsidiereglement met uitstel in voege gaat namelijk 1 januari 2023 voor het werkjaar 2023 en uit te betalen subsidies in 2024.
Gemeenteraadsbeslissing van 15 november 2017 houdende het vernieuwde reglement erkenning en subsidiëring van socio-culturele verenigingen.
Gemeenteraadsbeslissing van 17 november 2015 houdende het reglement subsidies voor seniorenverenigingen.
Gemeenteraadsbeslissing van 14 december 2021 houdende het erkenningsreglement van Nijlense verenigingen.
Ter info:
Het werkjaar van socioculturele verenigingen wordt gezien als een jaar lopende van 1 januari tot 31 december.
Het werkjaar van seniorenverenigingen wordt gezien als een (school) jaar lopende van 1 september tot 31 augustus.
Vandaar het verschil bij de deadlines voor het indienen van de aanvragen. Ongeacht het verschil in werkjaar heeft de huidige situatie ten gevolge van de pandemie voor al deze verenigingen invloed gehad op activiteiten die al dan niet plaatsgevonden hebben in 2021. Ook voor 2022 zullen de activiteiten van verenigingen nog niet zoals pre-Corona georganiseerd worden. Bijgevolg zou dit voor al deze verenigingen invloed en een oneerlijke verdeling als gevolg hebben, als we de subsidieverdeling zouden toepassen volgens de geldende reglementen.
De huidige subsidiereglementen voor erkende socioculturele en seniorenverenigingen zijn grotendeels gebaseerd op het aantal en soort activiteiten dat georganiseerd wordt door een vereniging binnen een werkjaar. Het subsidiebedrag wordt bepaald door een puntensysteem: 'hoe meer activiteiten, hoe meer subsidies'. Daarnaast is ook het type activiteit bepalend, bijvoorbeeld een activiteit toegankelijk voor alle senioren uit de gemeente, krijgt meer punten dan bijvoorbeeld een wandeling voor eigen leden.
Door de coronamaatregelen die sinds maart 2020 (tot op heden) wisselend van kracht zijn, hadden/hebben de verenigingen geen andere keuze dan de werking (tijdelijk) stil te leggen en activiteiten te annuleren (hetzij verplicht, hetzij op advies, hetzij op basis van gezond verstand).
Het zou daarom niet rechtvaardig zijn om op basis van de georganiseerde activiteiten door een vereniging de subsidies te verdelen. Dat zou concreet betekenen dat verenigingen die het geluk hebben gehad veel activiteiten te organiseren (omdat deze activiteiten toevallig vielen in periodes waar er meer mogelijkheden waren), meer subsidies zouden ontvangen dan de verenigingen waarbij de focus op een andere periode lag (waarin alle activiteiten stil gelegd moesten worden).
Subsidies voor werkjaar 2021 en 2022 bij socioculturele verenigingen en 2021-2022 voor seniorenverenigingen zullen toegekend worden op basis van het toegekende subsidiebedrag van het vorige jaar. Deze bedragen zijn berekend op basis van een gemiddelde van de laatste drie 'normale' werkjaren van een vereniging. Eventuele pieken en dalen in subsidiebedragen werden zo gecompenseerd.
Er zal aan alle verenigingen gevraagd worden om een beperkte aanvraag in te dienen tegen de vaste deadline (zie fasering) met de contactgegevens/rekeningnummer en -informatief- een kort verslag van de werking van het afgelopen werkjaar.
Dit is voor iedereen een duidelijke en correcte werkwijze en maakt dat er zowel voor de verenigingen als voor de klantenadviseur doelgroepen en cultuur geen bijkomende administratieve last wordt gecreëerd.
De gemeenteraad gaat akkoord om het gemeentelijk subsidiereglement voor erkende socioculturele en seniorenverenigingen, niet toe te passen voor reeds erkende en gesubsidieerde verenigingen voor het werkjaar 2022 bij socioculturele verenigingen en het werkjaar 2021-2022 bij seniorenverenigingen.
De gemeenteraad gaat akkoord om de subsidieverdeling voor het werkjaar werkjaar 2022 bij socioculturele verenigingen en het werkjaar 2021-2022 bij seniorenverenigingen te baseren op de toegekende bedragen van het vorige werkjaar.
Socioculturele verenigingen dienen voor 1 april 2023 een digitale subsidieaanvraag in voor het werkjaar 2022. Aan de vereniging wordt gevraagd om, naast de contactgegevens van de vereniging, een kort verslag te maken van de werking van het voorbije werkjaar en de plannen voor het volgende werkjaar.
De seniorenverenigingen dienen voor 1 oktober 2022 een beperkte subsidieaanvraag in voor het werkjaar 2021-2022. Aan de vereniging wordt gevraagd om, naast de contactgegevens van de vereniging, een kort verslag te maken van de werking van het voorbije werkjaar.
Ondanks inspanningen die geleverd worden op het vlak van milieu, krijgen we nog al te vaak meldingen van inwoners die klagen over zwerfvuil, sluikstort, vandalisme, en ander onaanvaardbaar gedrag.
Helaas is de bestrijding van dit alles nog steeds geen prioriteit voor onze politie en komen de daders hier meestal ongestraft mee weg. Af en toe vinden onze gemeentediensten wel aanwijzingen van sluikstorters en loopt er iemand tegen de lamp, maar de pakkans is en blijft op deze manier bijzonder klein.
Wij zouden daarom nog een keer willen aandringen op meer sensibilisering en een pro-actieve aanpak van het probleem. Dit kan ons inziens best op maat gebeuren, door een aantal initiatieven te starten die vooral gericht zijn op de locatie waar de specifieke problemen zich voordoen. Het plaatsen van specifieke borden op en rond de probleemregio, het bussen van brieven in de betrokken straten, mensen (pro-)actief aanspreken op hun gedrag,… zijn al eerste stappen, waar door bewoners expliciet om gevraagd wordt. Wij zouden dus willen voorstellen om alvast deze werkwijze te introduceren en gericht aan sensibilisering te doen op microniveau.
Bijkomend zouden we ook willen vragen om op de locaties die worden aangegeven door inwoners de camera nog een keertje zijn werk te laten doen. Op deze manier kunnen we hopelijk daders vatten en minstens ook potentiële daders afschrikken.
Twee concrete plaatsen waarover we klachten kregen, kunnen misschien gebruikt worden als proeflocatie om deze aanpak uit te testen.
Zo kregen we klachten uit de Nieuwstraat in Kessel waar in de strook tussen huisnummers 74 en 86 vaak overlast is van hondenpoep. Dit probleem is niet nieuw, want werd lang geleden ook al aangekaart, maar blijft blijkbaar alsmaar voortduren.
Een andere klacht gaat over de Dennenlaan, waar er sprake is van hondenpoep, sluikstort, en zelfs vernielingen (het bordje dat er door de gemeente werd geplaatst, werd er gewoonweg verwijderd door een boosdoener).
Ons voorstel is dus om op een aantal locaties, zoals bv de bovenstaande, een nieuwe, meer verregaande aanpak uit te proberen, gaande van sensibilisering, actief aanspreken van inwoners tot sanctioneren van de overtreders. En met inzet van onze veel te vaak werkloze sluikstortcamera.
Antwoord schepen Tom Covens
Sluikstort en zwerfvuil blijft inderdaad een heel moeilijk item, en om die reden zijn wij o.a. ook ingestapt in het coachingtraject van Mooimakers. Samen met hen en IOK wordt er gewerkt rond verschillende pijlers, waaronder naast het vuilnisbakkenplan ook het aanpakken van de problemen rond zwerfvuil en sluikstort. Er worden hotspots gemonitord, zowel voor afval als voor hondenpoep. Wij voeren zelfs metingen uit voor en na het plaatsen van onze bordjes “ieder kakje in een zakje” om te meten of deze sensibilisatie wel degelijk een invloed heeft op de hondenbezitters.
Jaarlijks doen wij ook sensibilisatie-acties, en dit jaar zullen wij daarvoor de hulp van onze scholen krijgen. Elke school maakt een filmpje omtrent afval, welke dan in de maand mei op het grote publiek losgelaten wordt.
Omwille van Covid en de weinige evenementen die hebben plaatsgevonden hebben we de sensibilisatie rond afvalpeuken moeten uitstellen, maar daar zal dit jaar verder werk van gemaakt worden.
Voor het beheersen van het zwerfvuil hebben wij eigen personeel met vaste opruimrondes, besteden wij een aantal straten uit aan sociale tewerkstelling en zijn er een 100-tal zappers actief in onze gemeente. Verder organiseren wij jaarlijks ook een opruimactie voor het grote publiek.
De zwerfvuilcamera wordt sinds begin dit jaar weer dagelijks actief ingezet op onze hotspots. Hiervoor werd een jaarplanning opgemaakt in samenspraak met de mensen van facility die dagelijks op het terrein aanwezig zijn, en daardoor het beste weten waar de problemen zich voordoen.
Bijkomend zal de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) er bij de Vlaamse regering op aandringen om de kosten voor het opruimen van zwerfvuil vanaf 1 januari 2023 door te rekenen aan de producenten van drankverpakkingen, sigarettenpeuken en andere producten.
Wij zijn van mening dat wij momenteel al heel veel burgers bereiken, maar er zullen helaas altijd een deel hardleerse mensen blijven waarop we geen vat hebben.
Dit schrikt ons echter niet af om te blijven inzetten op sensibilisatie en sanctionering waar nodig.
Wat betreft het idee om gericht actie te ondernemen naar de 'micro'-hotspots toe, stelt de schepen voor om dit te bekijken en rond te brainstormen in de raadscommissie milieu, duurzaamheid en afvalbeleid.
Besluit
Raadslid Leo Verelst gaat akkoord met het voorstel van de schepen en vraagt om bij de behandeling van dit punt op de commissie de resultaten van de hotspotmetingen en de inzet van de camera bekend te maken. Voor raadslid Leo Verelst hoeft er niet gestemd te worden over dit punt.
Nijlen als toeristische trekpleister… een ambitie die de huidige meerderheid al meermaals heeft uitgesproken. Naast onze mooie natuur in onder andere de Kesselse Heide, Kruiskensberg en aan de oevers van onze beide Netes en naast ons diamantverleden, hebben we misschien niet zo fantastisch veel te bieden voor de toerist die Nijlen bezoekt. Niettemin zijn er nog een aantal interessante locaties die bezoekers kunnen aantrekken. Eentje ervan is de Tibourschrans, of het Hofke.
Helaas moeten we vaststellen dat het Hofke er op dit ogenblik bijzonder triestig bijligt. Hoog tijd dus om actie te ondernemen en het hofke een flinke opfrisbeurt te geven. Zoals het er vandaag bijligt, heeft het Hofke, buiten de speeltuin, immers niet veel te bieden voor de liefhebber van een aangename groene omgeving.
Wat stelden we zoal vast tijdens een recente rondgang :
Een heleboel werk dus en niet veel tijd meer eer het zonnige weer opnieuw heel wat mensen naar ons Hofke zal lokken.
Wij stellen daarom voor om dringend actie te nemen en aan de slag te gaan zodat het Hofke opnieuw een “diamant” kan worden voor onze inwoners en de bezoekers van Nijlen. We willen meteen ook van de gelegenheid gebruik maken om te vragen welke concrete acties het schepencollege nog plant dit voorjaar om het Hofke terug op te frissen.
Antwoord schepen Paul Laurijssen
De relatief kleine werkjes die worden aangehaald zullen op korte termijn aangepakt worden. Het speeltoestel is buiten dienst gesteld omdat er onderaan een buis gebroken was. Hiervoor werd aan de leverancier reeds een offerte gevraagd voor herstelling, en afhankelijk van deze offerte zal beslist worden om het toestel te herstellen of te vervangen. Het Hofke heeft uiteraard wat te lijden gehad onder de winterbar. Het grasplein werd ondertussen terug ingezaaid op kosten van de organisator van de winterbar.
De (her)inrichting van het Hofke is trouwens mee opgenomen in het ontwerp van Beekpark Zuid. Dit dossier omvat zowel de beplanting (bebloeming) als de toegangswegen. In afwachting voeren wij dus geen nieuwe aanplantingswerken of infrastructuurwerken meer uit, buiten het reguliere onderhoud.
In functie van personeelskosten hebben we geen vaste medewerker meer voor het onderhoud van Hofke, maar dat neemt niet weg dat deze toestand zich niet mag voordoen.
Besluit
Raadslid Leo Verelst stelt vast dat de aangehaalde punten op korte termijn zullen aangepakt worden. Voor raadslid Leo Verelst hoeft er niet gestemd te worden over dit punt.
We ontvingen een mail van een inwoner die in het verleden een abonnement had genomen voor het zwembad. De schrijver van de mail verklaarde het volgende :
Voor de coronaperiode kocht ik voor mijn dochter en mezelf een 10 beurtenkaart voor het zwembad in Nijlen. Enkele weken geleden ging ik voor het eerst terug zwemmen en werd me verteld dat er momenteel een overgangsfase geldt voor de betaling.
De oude kaart mocht ik gewoon inleveren, deze is immers niet meer geldig en kan ook niet meer gelezen worden. Dat betekent dus dat ik de beurten die erop stonden kwijt ben, ook deze van mijn dochter. Ik kocht daarom een nieuwe 10 beurtenkaart aan.
Indien de kaart niet meer te lezen is en het tegoed dus niet meer kan worden opgenomen, zou het logischer zijn mocht men een vast aantal tegoed zwembeurten toekennen aan zwemmers. Mensen hebben immers niet gekozen voor deze wijziging, wel de gemeente. Volgens de loketbediende komen hierover veel klachten van gebruikers, terecht. Mensen met nog een klein of groot aantal resterende zwembeurten op hun kaart, worden ongewild extra kosten opgelegd. Niet echt vriendelijk van Nijlen…
Wij vernamen graag de versie van het bestuur over deze feiten. Klopt het dat er een nieuw of overgangssysteem is, waardoor de oude kaarten niet meer kunnen worden gecontroleerd ? Klopt het dat onze inwoners die nog een oude kaart hebben, niet worden gecompenseerd voor de wel degelijk geldige, maar onbruikbare kaarten ?
Indien dit inderdaad klopt, stellen we voor dat alle mensen die in deze situatie verkeren billijk worden gecompenseerd door hen een nieuw gratis abonnement te geven dat minstens overeenkomt met het aantal beurten dat nog op hun oude kaart beschikbaar was.
Antwoord schepen Luc Luyten
De “oude kaarten” waarvan sprake zijn de kaarten/abonnementen die verkocht zijn vóór de sluiting van 15 augustus 2019.
Wij hebben de beurten die nog op deze kaarten stonden + de waarborg voor deze kaarten, terugbetaald tot 18 augustus 2020.
Hierover zijn verschillende oproepen gedaan via de gebruikelijke kanalen (website, facebook, krantjes,..).
Er werd een formulier op de website van Nijlen geplaatst waar mensen de terugbetaling van hun kaarten konden aanvragen. Na het invullen van de nodige gegevens werd door ons in het systeem het nog resterende saldo + de waarborg die werd betaald voor de kaart, opgezocht en terugbetaald. Dit verliep allemaal uiterst vlot.
De terugbetaling is gestopt op 18 augustus 2020 omdat wij vanaf dan geen toegang meer hadden tot de gegevens van de abonnementen, dewelke op de server van de leverancier van het kassa systeem stonden. Het contract met deze leverancier werd na de sluiting van het zwembad uiteraard stopgezet, en als geste hebben wij nog een jaar toegang gekregen tot de gegevens om de terugbetalingen te kunnen uitvoeren.
We hebben in totaal voor meer dan € 32 000,00 aan zwembeurten terugbetaald op dat jaar, dus heel veel mensen hebben de weg naar het terugbetalingssysteem wel gevonden.
Momenteel zitten wij sinds de heropening inderdaad in een overgangsfase waarin wij aan het wachten zijn op het nieuwe kassasysteem. Hier wordt momenteel de laatste hand aan gelegd en wij hopen dit zo snel mogelijk in gebruik te kunnen nemen.
Ondertussen kunnen alle beschikbare zwembeurten en abonnementen wel gewoon aan het onthaal van het zwembad gekocht worden. De abonnementen die nu gekocht worden blijven uiteraard ook nog geldig wanneer het nieuwe kassasysteem definitief in gebruik zal worden genomen.
Besluit
Raadsleden Leo Verelst en Inge Schoovaerts vragen om te bekijken om deze mensen alsnog terug te betalen, waarna de burgemeester antwoordt dat dit in het directiecomité AGB zal besproken worden.
Voor raadslid Leo Verelst hoeft er niet gestemd te worden over dit punt.
De gemeenteraadsbeslissing van 29 maart 2022 waarin de gemeenteraad kennis neemt dat er geen geschikte kandidaat werd gevonden voor de functie van algemeen directeur. Er dient een aanwervingsprocedure te worden opgestart.
Artikel 41, tweede lid, 6°, van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat het aanstellen en ontslaan van de algemeen directeur een bevoegdheid is van de gemeenteraad welke niet kan gedelegeerd worden aan het college van burgemeester en schepenen.
De rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel, goedgekeurd door de gemeenteraad op 2 mei 2017, zoals laatst gewijzigd in gemeenteraadsbeslissing van 9 november 2021.
Decreet Lokaal Bestuur d.d. 22 december 2017, B.S. 15 februari 2018.
Om de continuïteit en goede werking van de organisatie te waarborgen en om artikel 167 van het decreet over het lokaal bestuur te respecteren, dient de functie van algemeen directeur, zo snel mogelijk te worden ingevuld.
Conform artikel 113 van de vigerende rechtspositieregeling wordt de functie van algemeen directeur vervuld via mandaat. De mandaatperiode duurt 7 jaar en is onbeperkt verlengbaar met dezelfde duur als de duur van de eerste mandaatperiode.
De vacature zal ingevuld worden via aanwerving.
De aanwervingsprocedure bestaat uit een competentieproef (schriftelijk), een mondelinge proef en een test die de managements- en leiderschapscapaciteiten van de kandidaten toetst (assessment center).
Om het lokaal bestuur te begeleiden in deze selectieprocedure wordt een beroep gedaan op Fenix Consulting nv als extern selectiebureau.
De vacature zal gepubliceerd worden in De Zondag, op de VDAB-website, op de websites van de gemeente Nijlen, van VVSG, werken bij de overheid, Stepstone en via de sociale media. De vacature zal minstens één maand gepubliceerd worden.
Er dient voor deze selectieprocedure een selectiecommissie te worden aangesteld.
Voor de aanwervingsprocedure moeten de kandidaten houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A zoals bepaald in artikel 32 van de rechtspositieregeling. Alsook bijkomend wordt 3 jaar leidinggevende ervaring gevraagd.
Artikel 589, §3, alinea 1 van het decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de gemeentesecretaris en de OCMW-secretaris, die niet zijn aangesteld als algemeen directeur, geacht worden te voldoen aan de aanwervings- en de bevorderingsvoorwaarden die door de gemeenteraad worden vastgesteld. Concreet betekent dit dat betrokkenen zich in andere gemeentes kandidaat kunnen stellen, zonder deel te moeten nemen aan de selectieproeven indien het slagen in een selectieproef als een aanwervingsvoorwaarde is geformuleerd. Indien dergelijke kandidaten zich aandienen zijn zij vrijgesteld van de selectieprocedure, maar moeten de titels en verdiensten worden vergeleken van deze vrijgestelde kandidaten met de als eerste gerangschikte geslaagde kandidaat van de vergelijkende selectieproef. De criteria aan de hand waarvan de titels en verdiensten worden vergeleken, moeten objectief, redelijk en pertinent zijn. Het is belangrijk voor het ambt dat de kandidaat beschikt over de vereiste managements- en leiderschapscapaciteiten , zodat het beschikken over deze capaciteiten objectieve, redelijke en pertinente criteria zijn om de kandidaten te vergelijken. Het is daarom aangewezen dat ook de managements- en leiderschapscapaciteiten van de kandidaten vrijgesteld van de selectieprocedure worden beoordeeld door het externe selectiebureau, zodat op basis hiervan een vergelijking van titels en verdiensten kan gebeuren met de als eerste gerangschikte kandidaat van de selectieprocedure.
De aanwervingsvoorwaarden zijn bepaald in artikel 32 en 34 van de rechtspositieregeling.
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van deze beslissing.
De selectie voor de functie van algemeen directeur gebeurt op basis van de volgende selectiecriteria: de resultaatsgebieden en competenties zoals bepaald in de functiebeschrijving.
De selectieprocedure toetst de bekwaamheid of geschiktheid van de kandidaten.
Ze resulteert in een lijst van de geslaagde of geschikt bevonden kandidaten. De meest geschikte kandidaat wordt gekozen op basis van een volledige vergelijking van de titels en verdiensten van alle kandidaten en een uitdrukkelijke motivering in overeenstemming met de bepalingen van de Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen van 29 juli 1991. De aanstellende overheid motiveert zo uitdrukkelijk haar keuze.
De keuze van de selectietechnieken gebeurt conform de bepalingen van artikel 21 en 34 van de rechtspositieregeling. De technieken waarop de algemeen directeur geselecteerd wordt zijn:
- Competentieproef : De kandidaten krijgen een managementcase die ze schriftelijk voorbereiden. (/50) Dit gedeelte resulteert in een score op 50 punten. Voor dit onderdeel moeten de kandidaten slagen alvorens te mogen deelnemen aan de mondelinge proef.
- Mondelinge proef: (/50) Tijdens deze mondelinge proef zal de kandidaat zijn managementcase moeten voorstellen. Deze selectietechniek beoogt de evaluatie van de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de specifieke vereisten van de functie, evenals van zijn motivatie, van zijn persoonlijkheid, eventuele werkervaring, vakkennis en van zijn interesse voor het werkterrein. De geselecteerde competenties worden grondig bevraagd. Dit gedeelte resulteert in een score op 50 punten.
Om als geslaagd te worden beschouwd dienen de kandidaten ten minste 50% te behalen op elke selectietechniek en 60% op de gehele selectie.
Geslaagde kandidaten dienen conform artikel 34 nog aan een test die de managements- en leiderschapscapaciteiten van de kandidaten toetst te worden onderworpen (assessment center). Deze test wordt uitgevoerd door het externe selectiebureau.
Tijdens het assessment center wordt de kandidaat beoordeeld door twee verschillende assessoren die daarvoor een geïntegreerde set van technieken gebruiken. Dit capacitair onderzoek op niveau van de functie beoogt de evaluatie van de voor de functie vereiste managements- en leiderschapscapaciteiten. Er wordt een uitspraak gedaan naar de geschiktheid van de kandidaat (niet geschikt, geschikt).
Kandidaten die voor het assessment center niet geschikt bevonden worden, komen niet in aanmerking voor de aanstelling tot de functie. Indien meer dan drie kandidaten geslaagd zijn voor de selectieprocedure zal alleen de, conform artikel 20 van de rechtspositieregeling, meest geschikte kandidaat het assessment center afleggen. Ingeval deze kandidaat niet geschikt bevonden werd, kan de, conform artikel 20, volgende meest geschikte kandidaat deze test afleggen.
Om als geslaagd te worden beschouwd dienen de kandidaten ten minste 50% te behalen op elke selectietechniek en 60% op de gehele selectie. Voor de test die de managements- en leiderschapscapaciteiten van de kandidaten toetst moeten de kandidaten 'geschikt' bevonden worden.
De selectie wordt uitgevoerd door een selectiecommissie samengesteld conform artikel 17, 18 en 19 van de rechtspositieregeling. De leden en de secretaris van de selectiecommissie werden nominatief aangewezen door het college van burgemeester en schepenen.
Volgende personen worden aangesteld om de schriftelijke en mondelinge proeven af te nemen van de kandidaten voor een functie van algemeen directeur:
- Hans Welters, algemeen directeur Heist-op-den-Berg
- Daan Ceulemans, algemeen directeur Grobbendonk
- Muriel Herbst, Senior consultant, Fenix Consulting.
Elke Joostens, consultant bij Fenix Consulting, zal de taak van secretaris van de jury bij de schriftelijke en mondelinge proeven voor de functie van algemeen directeur op zich nemen.
Voor de keuze van het selectiebureau wordt beroep gedaan op Fenix Consulting nv.
De bekendmaking gebeurt volgens artikel 69 van de rechtspositieregeling. De vacature zal gepubliceerd worden in De Zondag, op de VDAB-website, op de websites van de gemeente Nijlen, van VVSG, werken bij de overheid, Stepstone en via de sociale media. De vacature zal minstens één maand gepubliceerd worden.
De selectie verloopt overeenkomstig de bepalingen van artikel 13 en 25 van de rechtspositieregeling. Het vastleggen van de concrete timing voor de selectieprocedure wordt gedelegeerd aan de selectiecommissie.
Na de selectieproeven van de aanwervingsprocedure wordt overgegaan tot een vergelijking van titels en verdiensten van de als eerste gerangschikte kandidaat van de aanwervingsprocedure en de kandida(a)t(en) die zich op artikel 589, § 3, al. 1 van het Decreet Lokaal Bestuur beroepen. Om deze vergelijking zo objectief mogelijk te laten verlopen, worden de kandida(a)t(en) die zich op artikel 589, §3, al. 1 van het Decreet Lokaal bestuur beroepen, onderworpen aan eenzelfde assessment als waaraan de kandidaat uit de aanwervingsprocedure werd onderworpen en dat de vereiste managements- en leiderschapscapaciteiten test.
Aan het externe selectiebureau dat deze test uitvoert wordt gevraagd de kandidaten onderling te vergelijken aan de hand van de geteste managements- en leiderschapscapaciteitencompetenties en een rangrode van de kandidaten op te stellen.