Het huidige belastingreglement op leegstaande gebouwen en leegstaande woningen is door de gemeenteraad goedgekeurd op 15 december 2020.
Het lokaal bestuur wenst dat wonen voor elke doelgroep betaalbaar en kwaliteitsvol blijft. Om zoveel mogelijk beschikbare woningen op de woonmarkt te krijgen, is het aangewezen om een belasting te heffen.
De Grondwet, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 170 §4.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid, inzonderheid artikel 5, 7 en 14.
Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie - en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.
Naar aanleiding van een evaluatie van het reglement worden een aantal wijzigingen voorgesteld. Het betreft zowel tekstuele wijzigingen (voornamelijk in functie van betere leesbaarheid voor de burgers) als inhoudelijke wijzigingen.
In eerste instantie wordt de verwijzing geschrapt naar decreten die niet meer toepassing zijn of die gecoördineerd werden in andere wetgeving (bv. Decreet Grond - en Pandenbeleid).
Met betrekking tot het register werd de ontvankelijkheidsvoorwaarde 'toevoegen van één of meerdere bewijsstukken geschrapt'. Deze aanpassing is ingegeven vanuit klantvriendelijkheid en heeft als doel elke beroepsindiener steeds een antwoord te kunnen bezorgen op hun beroepschrift. Dit wil niet zeggen dat er geen (bijkomende) bewijsstukken meer opgevraagd kunnen worden, integendeel. Het doel is vooral om alle beroepsschriften inhoudelijk te kunnen behandelen (en niet onmiddellijk onontvankelijk te moeten verklaren als er geen bewijsstukken werden toegevoegd).
Met betrekking tot de heffing is er een betere afstemming op elkaar van de vrijstelling voor renovaties zonder en met vergunningsplichtige handelingen. Er wordt nu in beide gevallen vanaf het 2de jaar dat de vrijstelling verleend wordt, gevraagd om voortgang aan te tonen (dit om te vermijden dat er automatisch 3 jaren een vrijstelling werd verleend op basis van een vergunning en na 3 jaar blijkt dat er geen werken werden uitgevoerd).
Verder werd een tekstuele wijziging uitgevoerd bij artikel 16 'Slotbepalingen' op basis van een opmerking van Binnenlands Bestuur, gekregen na de goedkeuring van het belastingreglement inzake leegstand van gebouwen en woningen van 15 december 2020, namelijk dat het volledig vermelden van de betreffende artikelen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie - en gemeentebelastingen overbodig is.
Het lokaal bestuur wenst leegstand van gebouwen en woningen te voorkomen en bestrijden om zoveel mogelijk beschikbare woningen op de woonmarkt te krijgen en om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van gebouwen en woningen.
Het lokaal bestuur houdt een register van leegstaande gebouwen en leegstaande woning bij op grond van het artikel 2.9 Vlaamse Codex Wonen. Het leegstandregister is een nuttig monitoringsinstrument ten einde de langdurige leegstand van gebouwen en woningen in kaart te brengen.
Het lokaal bestuur heeft ook de verplichting om een leegstandsregister bij te houden, aangezien zij aangesloten is bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid (Kempens Woonplatform).
Artikel 2.9 Vlaamse Codex Wonen bepaalt het decretale kader voor het leegstandregister. Een gemeentelijke verordening kan daarnaast nadere materiële en procedurele regelen bepalen.
Een gemeentelijke verordening kan de functies omschrijven die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengen. De gemeente heeft deze niet omschreven in onderhavig reglement. Dit heeft tot gevolg dat om de kwalificatie als ‘leegstand’ te verhinderen, een woning in principe dient aangewend te worden in overeenstemming met de woonfunctie.
De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstaande gebouwen en leegstaande woningen belaste personeelsleden de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden bezitten, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie – en gemeentebelastingen.
De gemeentelijke administratie beoordeelt de leegstand van een gebouw of een woning aan de hand van indicaties die in dit reglement vastgelegd zijn.
Het lokaal bestuur acht het wenselijk dat de gebouwen en woningen in de gemeente optimaal benut worden.
Het lokaal bestuur wenst langdurige leegstand van gebouwen en woningen te voorkomen en bestrijden.
De vrijstellingen in het reglement sluiten aan bij de noden en het beleid van het lokaal bestuur.
Goedkeuring te verlenen aan het voorgelegde belastingreglement inzake leegstand van gebouwen en woningen.