Het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen, kortweg PBRA, bevat de visie op de ruimtelijke ontwikkeling in de provincie Antwerpen tot 2050. Het bestaat enerzijds uit de strategische visie voor de lange termijn en anderzijds uit een set van beleidskaders die op middellange termijn zorgen voor de uitvoering van die visie. Het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen is in volle opmaak. Zodra het klaar is, vervangt het PBRA het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen (RSPA).
Overheden kunnen niet meer werken met de oude vorm van ‘structuurplannen’; deze bestaan niet meer. Een herziening kan niet meer, de gemeente gaat een beleidsplan moeten maken, gelijkaardig aan de structuur dat de provincie nu toont binnen het beleidsplan. Ieder bestuur kan (meerdere) beleidskaders opmaken. De beleidskaders die nu voorliggen binnen het PBRA zijn prioritair voor de provincie.
Tijdens het openbaar onderzoek worden meningen en (gemeentelijk) advies gevraagd over de volgende documenten bij het Ontwerp PBRA. Aan de GECORO werd oorspronkelijk op 25 januari 2023 gevraagd dit advies mee voor te bereiden. De GECORO-zitting werd echter door een te beperkte opkomst geannuleerd, waardoor op 2 februari 2023 door de raadscommissie ruimtelijke ontwikkeling geen opvolgend advies gegeven kon worden. Er werd opnieuw een GECORO-zitting geagendeerd op 15 februari 2023, gewijd aan adviesverlening op het PBRA (zie notulen/advies in bijlage). Daaropvolgend werd opnieuw een zitting voor de raadscommissie voor ruimtelijke ontwikkeling geagendeerd op 16 februari 2023, gewijd aan adviesverlening op het PBRA (zie notulen/advies in bijlage).
De gemeenteraad dient advies op te leveren omtrent
- strategische visie
- beleidskader 1 sterke netwerken
- beleidskader 2 levendige kernen
- beleidskader 3 verdichten & ontdichten
- nota met onderdelen uit het eigen GRS die niet langer geldig zijn
Het advies door de gemeenteraad werd voorbereid door de omgevingsambtenaar, de GECORO en de raadscommissie voor ruimtelijke ontwikkeling.
Informatie:
Advies omgevingsambtenaar inzake het PBRA en de nota met wijzigingen van het eigen GRS (‘Advies_GOA_02-2023’ in bijlage):
De strategische visie
- Het gemeentebestuur van Nijlen nam het ontwerp van het provinciaal beleidsplan door. De strategische visie geeft duidelijk weer waar de (reeds gekende) uitdagingen en opportuniteiten liggen, en hoe deze aangepakt moeten worden. Het ontwerp omvat geen strijdigheden met het ruimtelijk beleid van de gemeente. We herkennen dan ook reeds verschillende visies welke reeds in ons Beeldkwaliteitsplan en Open Ruimte Perspectief terugkomen. Hier kan een overzicht van de verschillende doelen zoals gedaan werd voor de principes en strategieën een goede aanvulling vormen.
- De strategische visie binnen het PBRA wordt GUNSTIG geadviseerd door de omgevingsambtenaar.
De beleidskaders
- In november 2021 werd door de Gecoro advies gegeven aan het college omtrent het voorontwerp voor het beleidsplan. De Gecoro keek uit naar de verdere concretisering van de beleidskaders, met de vraag naar concrete acties of gevolgen voor de gemeente Nijlen zelf. De typering van de dorpskernen bijvoorbeeld geeft wel aan op welke manier waar met verdichting omgegaan moet worden. De gemeente veronderstelt dat concrete acties door het gemeentebestuur zelf bepaald zullen moeten worden.
- De omgevingsambtenaar kan zich vinden in de gestelde doelen binnen de beleidskaders, alsook de typeringen toegepast op Nijlen; zowel de typeringen voor personen- en goederenvervoer als de typering als ‘dorpskern met potentieel’ voor Nijlen en ‘dorpskern’ voor Kessel, Kessel-Statie en Bevel. De doelen, visies en afwegingskaders vormen een inspiratie voor de aanvulling/uitwerking van ons eigen beleid. Vanuit politiek standpunt kwamen verschillende bezorgdheden naar voren omtrent de nodige verdichting. De typering van onze dorpskernen biedt hier enigszins geruststelling aangezien hier geen woonmarkt-groei gewenst is, volgend op het herverdelingsprincipe. Een actualisatie van onder andere onze eigen woningbouwprogrammatie en de opmaak van een ruimtelijk beleidsplan dringen zich momenteel wel op. Zo nemen we binnen de opmaak hiervan het herverdelingsprincipe mee, waar intergemeentelijke gesprekken aan de orde zullen zijn.
- De toepassing van het ruimtekompas is echter nog niet 100% duidelijk of transparant. Een meer uitgebreide toelichting is hier wel op zijn plaats. Dit geldt eveneens voor de methodologie om tot de kerntypering te komen. Er valt te begrijpen dat de dorpskernen een op zichzelf staande onderverdeling kan kennen, welke gemeentebesturen zelf moeten interpreteren. Voor Nijlen zijn de dorpskernen van Kessel en Kessel-Statie niet helemaal vergelijkbaar met de dorpskern van Bevel bijvoorbeeld.
- Het ontbreken van (gewestelijke) juridische ondersteuning van bepaalde doelen (bv. planschade etc.) kan wel nog een uitdaging blijken. Zo werd door de Gecoro en het college van burgemeester en schepenen in november 2019 reeds aangegeven dat er toch wel een taak weggelegd is voor de provincie om de juiste instrumenten aan te leveren en deze mee te helpen implementeren. ‘Het juridisch kader moet volgen om constructief te blijven.’
- Het beleidskader binnen het PBRA worden VOORWAARDELIJK GUNSTIG geadviseerd door de omgevingsambtenaar.
- De omgevingsambtenaar vraagt aan de provincie om ondersteuning bij de toekomstige opmaak van de woonprogrammatie.
- De omgevingsambtenaar vraagt aan de provincie een verduidelijking van de methodiek van het ruimtekompas. Daarnaast dient de gemeente de ruimtekompassen voor de 4 aanwezige dorpskernen te ontvangen, om de grondslag van de dorpskerntypering te kennen.
- De omgevingsambtenaar vraagt om juridische en financiële ondersteuning, in de vorm van wetgevende kaders en budgetten, ter realisatie van de opgelegde doelstellingen.
Algemeen
- Er zijn nog enkele spellingsfouten aanwezig binnen de documenten. Een voorbeeld van een ontbrekend woord wordt teruggevonden op p. 58 laatste zin in Beleidskader Levendige Kernen: het woord ‘gemeenten(besturen)’ ontbreekt (aan gemeenten vragen we om…).
- Er wordt per doel aangegeven welke acties vanuit de provincie worden verwacht naar overige overheden toe (zaken op te nemen in het gemeentelijk beleid(splan)). Hier wordt toch wel een groot aantal acties weergegeven. De gemeente zou graag een samenvattende actielijst zien waarin ook wordt weergegeven per actie welke ondersteuning de provincie (reeds) kan/zal bieden.
Passages 1-4 omtrent de Artilat-site
- Voor de Artilat-site (richtinggevend deel GRS, p. 29) dienen de volgende krachtlijnen geschrapt te worden volgens de provincie:
- Transformatie milieubelastende industrie naar niet-milieubelastende industrie die bovendien weinig verkeer genereerd.
- Transformatie van grote bedrijfsgebouwen naar kleinere units.
- Binnen het voorliggende ontwerp van het beleidsplan wordt als argumentatie voor het schrappen aangegeven dat bedrijventerreinen maximaal gevrijwaard moeten worden voor niet-verweefbare bedrijvigheid (t.o.v. wonen), waardoor geen beperkingen mogen opgelegd worden aan het type bedrijvigheid of de perceelsgrootte op dit bedrijventerrein.
- Hier moet aangehaald worden dat de krachtlijnen uit het GRS voor de Artilat-site zeker gegrond zijn:
- Het terrein is gelegen nabij/ omringd door waardevol natuurgebied: de Kesselse Heide
- Er is een grotere lokale vraag naar meer kleine units
- De locatie van milieubelastende industrie strookt hier niet met onze huidige wegencategorisering.
- Het ‘bepalen van de ontwikkelingsmogelijkheden vanuit de kenmerken van de ruimte en omgeving en de karakteristieken van de bedrijvigheid’ lijkt ons hier onvoldoende verzekering om ongewenste ontwikkeling aan de Kesselse Heide tegen te gaan.
- Daarnaast wordt binnen hetzelfde hoofdstuk/doel rond bedrijvigheid (op pagina 47) aangehaald dat bedrijfsruimte moet behouden blijven, maar niet de plek. ‘Waar het kan, koppelen we het verlaten van slecht gelegen locaties aan de realisatie van bijkomende economische ruimte op plaatsen die daar wel geschikt voor zijn.’ Aangezien we hier ook niet van een multimodaal optimaal interessante locatie spreken, kunnen we dit concept hier wel toepassen.
- De voorgestelde wijziging binnen het GRS met betrekking tot de ARTILAT SITE, o.b.v. de beleidskaders uit het PBRA, wordt ONGUNSTIG geadviseerd door de omgevingsambtenaar.
- De omgevingsambtenaar pleit hier voor het rekening houden met de gebied-specifieke kenmerken en zo het behoud van de bepalingen binnen het GRS. Een aanvulling op het GRS met de principes uit het beleidskader ‘verdichten en ontdichten van de ruimte’ (hoofdstuk bedrijvigheid) is wel mogelijk.
- Anderzijds kan in het beleidsplan ook een aanvulling gebeuren om gelijkaardige situaties overal te voorkomen. Bijvoorbeeld: ‘Dit betekent dat we in de kern en nabij natuurgebied inzetten op verweefbare bedrijvigheid waardoor we de overige bedrijventerreinen maximaal kunnen vrijwaren voor bedrijvigheid die niet of moeilijk combineerbaar is met wonen en natuur.’
Passage 5 omtrent perifeer wonen
- Het gaat over het schrappen van het ontwikkelingsperspectief voor behoorlijk vergunde woningen die direct aansluiten op kernbebouwing (richtinggevend deel GRS, p. 136).
- De omgevingsambtenaar kan hier mee akkoord gaan, aangezien inderdaad perifeer wonen uitgedoofd dient te worden. Het ontbreken van (gewestelijke) juridische ondersteuning hiervoor (bv. planschade etc.) kan wel nog een uitdaging blijken en de praktische haalbaarheid in de weg staan.
- De voorgestelde wijziging binnen het GRS met betrekking tot de passages rond de omvorming tot woonzone van aansluitende woningen aan de kern, o.b.v. de beleidskaders uit het PBRA, wordt VOORWAARDELIJK GUNSTIG geadviseerd door de GECORO.
- De omgevingsambtenaar vraagt om juridische en financiële ondersteuning, in de vorm van wetgevende kaders en budgetten, ter realisatie van de opgelegde doelstellingen.
Advies GECORO (zitting 15 februari 2023) inzake het PBRA en de nota met wijzigingen van het eigen GRS (‘Advies_PBRA_GECORO_15-02-2023’ in bijlage):
Strategische visie
- Een GECORO-lid vraagt zich af of de strategische visie aangevuld kan worden door de gemeente. Het gaat dan bijvoorbeeld over energielandschappen; dit kan de gemeente toch niet alleen. Hiervoor moet de gemeente een studiebureau aanstellen.
- Een GECORO-lid vraagt zich nog af of er nog zaken zijn die hier ontbreken die de gemeente wel heeft? Misschien qua trage netwerken, maar dit kan op zulk hoog schaalniveau niet bepaald worden.
- De strategische visie binnen het PBRA wordt gunstig geadviseerd door de GECORO.
Beleidskader ‘Sterke netwerken’
- De GECORO heeft geen verdere opmerkingen.
- Het beleidskader ‘sterke netwerken’ binnen het PBRA wordt gunstig geadviseerd door de GECORO.
Beleidskader ‘Levendige kernen’
- Een GECORO-lid vraagt zich af of de typering aan knopen gaat resulteren in minder openbaar vervoer in Kessel dan in Nijlen. Het afdelingshoofd legt uit dat men naar een systeem gaat van ‘vervoer op maat’, dus een regionaal knooppunt kent meer bussen/treinen bv. dan Kessel. Dit wordt gecombineerd met hoppin punten/deelmobiliteit, en Bevel wordt meer bebust.
- Een GECORO-lid vraagt zich af hoe de gemeente staat t.o.v. ‘verweving’. Het afdelingshoofd geeft aan dat reeds een basis in het BKP wordt meegenomen rond verweving. De gemeente staat hier achter; een schrijnwerker kan bv. in de achtertuin. Ligt ook in de gemeentelijke geschiedenis met diamantslijperijen.
- Een GECORO-lid merkt op dat het hier gaat om een totaal andere visie op de woonmarkten dan die in gemeentelijke structuurplannen werden opgemaakt. Daar tegenover wordt gesteld dat het beter is om niet alleen de nodige woningprogrammatie te dragen. De tellingen zijn gespreid over de gemeenten, we gaan naar een regio-verhaal.
- Het beleidskader ‘levendige kernen’ binnen het PBRA wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de GECORO.
- De GECORO vraagt inzicht in (de methodiek van) het ruimte-kompas. De kerntypering en dus het ruimte-kompas heeft dan ook grote gevolgen voor de toekomst. Als de typeringen kunnen gewijzigd worden a.d.h.v. het kompas naar de toekomst toe, dan moet geweten zijn welke lokale elementen juist de concrete typering bepalen binnen het kompas. De GECORO tast in het duister. De woningmarkten zijn hier ook aan gekoppeld, dus het kompas is een te belangrijk instrument om niet transparant toe te lichten.
- De GECORO wil weten hoe de provincie de typering ziet evolueren in de toekomst voor Nijlen.
- De GECORO wil weten hoe moet worden omgegaan met de tegenstellingen die kunnen bestaan binnen de kernen. Zo bestaan er binnen Nijlen structuren waarop richtlijnen van toepassing zijn vanuit een hoger niveau (bv. gewestwegen), die eventueel niet stroken met de lokale visie.
- De GECORO vraagt om het hardmaken van de voorgestelde bijkomende ondersteuning door de provincie binnen het PBRA. De gemeente dien een vorm van inspraak te kennen, en samen met de provincie aan de slag te gaan rond bovenlokale structuren.
Beleidskader ‘Verdichten en ontdichten’
- De GECORO heeft geen verdere opmerkingen.
- Het beleidskader ‘verdichten en ontdichten’ binnen het PBRA wordt gunstig geadviseerd door de GECORO.
Voorgestelde wijzigingen voor het GRS
- De voorgestelde wijziging binnen het GRS met betrekking tot de ARTILAT SITE, o.b.v. de beleidskaders uit het PBRA, wordt ongunstig geadviseerd door de GECORO.
- De GECORO oordeelt dat het schrappen van de voorliggende passage niet kan; de algemene visie werkt niet op deze site en er is niet gedetailleerd genoeg gekeken naar de plek. De GECORO vraagt om een samenwerking tussen de gemeente en de provincie om de visie voor de betreffende site samen uit te werken.
- De GECORO vraagt om de visie rond verweefbaarheid uit te breiden naar andere factoren naast wonen. Zo dient de verweefbaarheid van bedrijvigheid met wonen, natuur en biodiversiteit bijvoorbeeld als basis gesteld te worden.
- De voorgestelde wijziging binnen het GRS met betrekking tot de passages rond de omvorming tot woonzone van aansluitende woningen aan de kern, o.b.v. de beleidskaders uit het PBRA, wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de GECORO.
- De GECORO is het eens dat de voorgestelde passage geschrapt dient te worden.
- De GECORO steunt het concept van het uitdoven van wonen buiten de kern, maar mist een kader/uitwerking en budget naar realisatie toe.
Advies raadscommissie ruimtelijke ontwikkeling (zitting 16 februari 2023) inzake het PBRA en de nota met wijzigingen van het eigen GRS (‘Advies_RC_RO_16-02-2023’ in bijlage):
Strategische visie
- Een raadslid stelt de vraag of er nog strategieën zijn (van de zeven voorgestelde strategieën) die we als gemeente nog niet invullen. Het afdelingshoofd geeft aan dat er nog werk is aan de vooropgestelde energietransitie, maar de visie van de gemeente hieromtrent is niet helemaal ‘blanco’. Het provinciaal ruimtelijk denkkader komt zeker overeen met het denkkader van de gemeente. De gemeente zou niet verplicht worden om iets aan het beleid te veranderen, wel wordt de gemeente uitgedaagd naar de energietransitie toe.
- Een raadslid stelt vast dat de provincie van versnippering naar bundeling wil gaan, maar vraagt zich af of dit ook geldt/werkt voor tewerkstelling. Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat dit concept van toepassing is op de verspreide bebouwing. Tewerkstelling moet wel mee geïntegreerd worden binnen het PBRA, dit binnen het concept ‘verweven’. Het raadslid stelt vast dat vroegere plaatsen van tewerkstelling werden omgezet naar woongebieden, wat volgens het PBRA niet meer zal kunnen. Hier wordt binnen een ander beleidskader op teruggekomen.
- Een raadslid geeft aan dat ‘Levendige kernen’ en de bijhorende analyse een wensbeeld vormen, waarbij men zich kan afvragen hoe we daar als gemeente gaan geraken. Daartegenover wordt de tendens dat elk dorp zijn banken/stations/… verliest geplaatst. Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat de visie binnen het PBRA de situatie omdraait; bundeling van voorzieningen in kernen.
- De strategische visie binnen het PBRA wordt GUNSTIG geadviseerd door de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ontwikkeling. De Raadscommissie stelt vast dat het provinciaal ruimtelijk denkkader zeker overeenkomt met het denkkader van de gemeente.
Beleidskader ‘Sterke netwerken’
- Een raadslid vraagt zich af of de typering als ‘lokale knoop’ ervoor zal zorgen dat Kessel in de toekomst minder treinen/stops zal krijgen. Dat zou bijzonder jammer zijn. Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat gemeenten zullen moeten werken met ‘Vervoer op Maat’; bus en trein mogen elkaar niet beconcurreren. Het raadslid begrijpt het aanvullende karakter van Kessel t.o.v. Nijlen, maar vreest ervoor dat Kesselaars dan eerder naar de auto gaan grijpen, wat dus in ongewenste effecten zou resulteren. Dit vormt een gevaar en dus een aandachtspunt. Een ander raadslid geeft aan dat de verwacht wordt dat de NMBS zich hier niet op zou baseren; het aanbod wordt bepaald door de vervoersregio’s.
- Een raadslid merkt op dat Kessel en Bevel over één kam worden geschoren, en vraagt zich af of je daarom in Kessel en Bevel dan evenveel huizen kan gaan bouwen. Dan zou men kunnen verwachten dat er ook meer bussen nodig zouden zijn in Bevel, wat zich niet vertaalt in de knopen. Er wordt aangegeven dat er weinig tools zijn die voorzien in de nodige mobiliteit voor een groei in ontwikkelingen. Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat dit betrekking heeft op de kerntypering binnen het volgende beleidskader (levendige kernen), en dat je de beleidskaders als een samenhangend verhaal moet zien.
- Het beleidskader ‘Sterke netwerken’ binnen het PBRA wordt VOORWAARDELIJK GUNSTIG geadviseerd door de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ontwikkeling.
- De Raadscommissie stelt het volgende aandachtspunt vast, mee te nemen door de provincie; de typering als ‘Lokale ruimtelijke multimodale knopen’ (in dit geval van toepassing op Kessel) mag er niet toe lijden dat een ongewenst effect bekomen wordt, namelijk dat een beperking van lokaal trein- en busverkeer kan leiden tot de promotie van de wagen.
- De Raadscommissie stelt het volgende aandachtspunt vast, mee te nemen door de provincie; er worden geen handvaten aangereikt om de mobiliteit in dorpskernen zonder knoop (in dit geval Bevel) af te stemmen op de voorspelde ontwikkelingsgroei.
Beleidskader ‘Levendige kernen’
- Een raadslid stelt de vraag of de provincie cijfers vastlegt die moeten gerealiseerd worden qua ontwikkeling. Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat dit vandaag ook al het geval is (woonprogrammatie), maar dan binnen de eigen gemeentegrenzen, met zelf de keuze tot verdeling binnen de eigen kernen. De provincie geeft aan dat we nu zullen moeten werken binnen woonmarkten i.p.v. binnen de gemeentegrenzen. Het PBRA zorgt er ook voor dat het aansnijden van ruimte nu ook vraagt om een grondige motivering o.b.v. de nieuwe woonprogrammatie.
- Een raadslid stelt de vraag of het beleidskader ook inspeelt op zonevreemde gebouwen, fermettes enzoverder. Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat het daar gaat inderdaad ook over gaat, maar dit staat los van de woningbouwprogrammatie.
- Een raadslid vraagt zich af of er iets van instrumenten wordt voorgelegd waardoor we bv. groen-blauwe-dooradering kunnen realiseren. Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat voor groenblauwe dooradering wel een instrument in de vorm van subsidies bestaat. Rond het uitdoven van wonen buiten de kernen/zonevreemd is echter geen compensatie voorzien, terwijl de VCRO nog steeds een sterk bestaansrecht aan die zonevreemde woningen geeft. Er moet duidelijk een kader komen in de vorm van wetgeving en fondsen.
- Een raadslid stelt de vraag of de visie rond groenblauwe netwerken ook gevolgen geeft naar de huishoudens toe (bv. tuinen). Het afdelingshoofd verduidelijkt dat de netwerken voorzien dienen te worden binnen gemeentelijke projecten, maar tuinen kunnen hier inderdaad ook een rol in spelen. Dit wordt niet opgenomen door de provincie, maar kan wel als verfijning worden toegepast door de gemeente.
- Een raadslid stelt de vraagt wanneer de gemeente gaat beginnen aan de nieuwe woonprogrammatie. De huidige woonprogrammatie (GRS) kende een tijdshorizont tot 2022, maar dat wil niet zeggen dat deze vervallen is. De gemeenteraad moet de programmatie wel volgen i.v.m. het goedkeuren van de ontsluitende wegtracés bijvoorbeeld, maar dit betekent niet dat we de aansnijding van alle woonreservegebieden nu moeten toelaten. De start van de opmaak zal voor 2023 zijn maar het landen zal niet voor dit jaar zijn.
- Een raadslid ziet toekomstig een spanningsveld ontstaan voor het sociaal woonbeleid. Veel sociale woonmaatschappijen hebben gronden in woonuitbreidingsgebieden, welke o.b.v. het PBRA zouden bevroren worden. Het verhuizen van de woonmaatschappijen momenteel vraagt om een waardebepaling naar gronden toe, waarbij het PBRA een probleem zou kunnen gaan vormen. Zo zou het PBRA ervoor kunnen zorgen dat de nodige sociale wooneenheden niet gerealiseerd kunnen worden.
- Het beleidskader ‘Levendige kernen’ binnen het PBRA wordt VOORWAARDELIJK GUNSTIG geadviseerd door de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ontwikkeling.
- De Raadscommissie stelt vast dat er een kader moet komen in de vorm van wetgeving en fondsen om de gewenste doelen waar te maken (bv. het uitdoven van wonen buiten de kernen/zonevreemdheid).
- De Raadscommissie stelt het volgende aandachtspunt vast, mee te nemen door de provincie; veel sociale woonmaatschappijen hebben gronden in woonuitbreidingsgebieden liggen, welke o.b.v. het PBRA zouden bevroren worden. Hoe kunnen de nodige sociale wooneenheden in de toekomst gegarandeerd blijven?
Beleidskader ‘Verdichten en ontdichten’
- Een raadslid vraagt om de bevestiging of de boeren blijven waar ze zijn volgens het PBRA. De bestaande vergunde bedrijven kunnen inderdaad blijven zitten. We delen als gemeente de visie om landbouwsites als landbouw te behouden.
- Een raadslid stelt de vraag of het PBRA een uitspraak doet over het beleid van ‘tiny houses’, om deze te gaan gebruiken om te verdichten bijvoorbeeld. Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat dit niet het geval is, en dat op het departement omgeving gewacht wordt om een kader voor de beoordeling van tiny houses te bieden. Wel wordt aangegeven dat binnen de gemeente tiny houses enkel kunnen binnen woongebied, en dat nog steeds de geldende voorschriften gevolgd dienen te worden. Meerdere raadsleden zijn het erover eens dat de tiny houses voor meer koterijen en verrommeling zal zorgen.
- Een raadslid stelt vast dat de provincie veel wil zien veranderen, maar vraagt zich af of zij dan ook acties gaan ondernemen of stimulansen bieden. Bijvoorbeeld rond de energietransitie of het versoepelen van vergunningsbeleid voor die energietransitie. Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat de provincie wel bezig is met energielandschappen, waar binnen het grondgebied wordt onderzocht naar ruimtelijke potentie voor energievoorzieningen. Nijlen is niet bij de pilootprojecten. De provincie wil gemeentes wel ondersteunen, maar niet financieel.
- Een raadslid merkt op dat voor de energietransitie niets voorzien wordt naar particulieren, ook op vlak van energielandschappen. Men moet duurzaam zijn, maar wordt als particulier niet ondersteund.
- Een raadslid stelt de vraag of de gemeente reeds een detailhandelsplan heeft, en of er handvaten zijn vanuit de provincie om een detailhandelsplan op te maken. Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat de provincie detailhandelscoaches heeft ter ondersteuning van de gemeenten.
- Het beleidskader ‘Verdichten en ontdichten’ binnen het PBRA wordt VOORWAARDELIJK GUNSTIG geadviseerd door de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ontwikkeling.
- De Raadscommissie stelt vast dat er een kader moet komen in de vorm van wetgeving en fondsen/stimulansen om de gewenste doelen waar te maken (bv. de energietransitie of het versoepelen van het vergunningsbeleid voor die energietransitie).
- De Raadscommissie stelt het volgende aandachtspunt vast, mee te nemen door de provincie; de energietransitie wordt gepromoot naar gemeentelijke projecten toe, maar de stimulansen voor een particuliere energietransitie ontbreken.
Voorgestelde wijzigingen voor het GRS
- De wijzigingen omtrent de passages rond de ARTILAT SITE worden verbaasd onthaald.
- De raadsleden vinden het schrappen van deze passage een vreemd voorstel, aangezien de provincie weet dat de Artilat-site naast hun eigen natuurgebied ligt. De raadsleden kunnen het erover eens zijn dat de gemeente in de toekomst geen nieuwe milieubelastende industrie wil als Artilat stopt. Artilat kan niet gedwongen worden om te stoppen op deze site. Er werd gevraagd aan de provincie om de lead te nemen in een herinrichting van dit gebied. De raadsleden treden de GECORO bij naar advies toe.
- De voorgestelde wijziging binnen het GRS met betrekking tot de ARTILAT SITE, o.b.v. De beleidskaders uit het PBRA, wordt ONGUNSTIG geadviseerd door de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ontwikkeling.
- De Raadscommissie treedt de GECORO bij in haar advies, en stelt dat de gemeente in de toekomst geen nieuwe milieubelastende industrie kan toelaten als Artilat stopt.
- De wijzigingen omtrent het schrappen van de passages rond de omvorming tot woonzone van aansluitende woningen aan de kern worden positief onthaald.
- Wel moet opgepast worden inzake onnauwkeurige Gewestplan-bestemming inkleuringen.
- De raadsleden vragen wel aan de provincie om de gemeente de tools te geven om te gaan compenseren etc.
- De voorgestelde wijziging binnen het GRS met betrekking tot de passages rond de omvorming tot woonzone van aansluitende woningen aan de kern, o.b.v. De beleidskaders uit het PBRA, wordt VOORWAARDELIJK GUNSTIG geadviseerd door de RAADSCOMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ONTWIKKELING.
- De Raadscommissie vraagt om een aanvulling/vervanging van de passage: de omvorming tot woonzone van aansluitende woningen aan de kern is enkel toegestaan wanneer er sprake is van een onnauwkeurige inkleuring van de Gewestplan-bestemming.
- De Raadscommissie vraagt aan de provincie om de gemeente de tools te geven om te gaan compenseren etc. om het schrappen van deze passage waar te maken.