De notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn dienen ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de daaropvolgende raadszitting.
Artikel 32 en 74 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Artikel 26 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn, zoals vastgesteld in de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 juni 2022.
De notulen en het zittingsverslag van de raad voor maatschappelijk welzijn van 7 november 2023 zijn opgemaakt.
De notulen en het zittingsverslag kunnen worden goedgekeurd.
De notulen en het zittingsverslag van de raad voor maatschappelijk welzijn van 7 november 2023 worden goedgekeurd.
De goedkeuring van de wijziging van de deontologische code voor lokale mandatarissen en externe vertegenwoordigers in de raad voor maatschappelijk welzijn van 7 november 2023, als gevolg van de aanpassing van artikel 39 van het decreet over het lokaal bestuur met betrekking tot de oprichting van een deontologische commissie.
De deontologische code bepaalt dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn elk een deontologische commissie oprichten, waarbij de samenstelling van de deontologische commissie van de gemeenteraad identiek is aan de samenstelling van de deontologische commissie van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Het decreet over het lokaal bestuur, meer bepaald de artikels 39, 55, 74 en 112.
De deontologische code voor lokale mandatarissen en externe vertegenwoordigers, zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn van 7 november 2023, meer bepaald artikel 36.
De gemeenteraad van 19 december 2023 waarin de deontologische commissie (voorheen bureau voor deontologie) opnieuw wordt samengesteld, althans wat de raadsleden betreft. Voor de leden die zetelen als onafhankelijk expert werd niets gewijzigd in de deontologische code voor lokale mandatarissen en externe vertegenwoordigers.
De onafhankelijke experts werden reeds eerder aangesteld in de gemeenteraden van 30 maart en 4 mei 2021.
Volgende raadsleden met elk een plaatsvervanger worden door de gemeenteraad van 19 december 2023 aangesteld om te zetelen in de deontologische commissie:
Fractie | Effectieve kandidaat | Plaatsvervanger |
CD&V | Simon Kenens | Jonas Verwimp |
Groen - Open Vld | Els Herremans | Victor De Groof |
N&U | Annelies Van Looy | Luc Luyten |
N-VA | Ymke Govaerts | Stijn Lemmens |
Nieuw Nijlen | Leo Verelst | Danny Kerkhofs |
Vlaams Belang | Ingrid Van Wunsel | Inge Schoovaerts |
De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn is van rechtswege voorzitter van de deontologische commissie met raadgevende stem.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de samenstelling van de deontologische commissie van de gemeenteraad en richt een deontologische commissie voor de raad voor maatschappelijk welzijn op die identiek is aan de samenstelling van de deontologische commissie van de gemeenteraad.
Historiek
In 2012 wijzigden de voorwaarden van subsidiëring voor het organiseren van een dienst gezinszorg en aanvullende thuiszorg. De dienst gezinszorg van het OCMW Nijlen voldeed niet aan de gevraagde schaalgrootte.
Daarom werd er samen met een aantal OCMW's van andere gemeentes de RDGAT Kina opgericht.
Deze RDGAT Kina werd opgericht op basis van de volgende principes:
Op basis van deze principes wordt er momenteel gewerkt.
Evaluatie
Naar aanloop van het tienjarig bestaan van de RDGAT Kina werd de samenwerking geëvalueerd: de stapsgewijze oprichting van de dienst en de projecten rond verdere samenwerkingsmogelijkheden die in het verleden werden opgestart, maar niet tot concrete uitwerking kwamen; knelpunten binnen de samenwerking (rolonduidelijkheid bij aanwervings- en personeelsbeleid, verschillen in voorwaarden of toepassing rechtspositieregeling, geografische spreiding, ontbreken van beleidsmatig draagvlak om de samenwerking naar een hoger niveau te tillen,…).
Op basis hiervan werden 4 toekomstscenario's uitgewerkt. De deelnemende lokale besturen werden gevraagd een scenario te kiezen voor verdere uitwerking.
In de vergadering van 17 mei 2021 koos het vast bureau voor toekomstscenario 4: (onderzoek naar) uitdoofscenario Kina als juridisch werkgever en overdracht van verzorgend Kina-personeel naar de lokale besturen.
Hove, Schelle, Schilde en Wijnegem gaven ook aan zich te vinden in het uitdoofscenario van Kina als juridische werkgever. Enkel Wommelgem koos voor het behouden van de huidige werking met extra personeel bij Kina voor verdere coördinatie en een extra coördinatiekost voor de OCMW's. Ondertussen heeft Wommelgem zich ook aangesloten bij het standpunt van de andere OCMW's om mee te stappen in het uitdoofscenario van Kina als juridische werkgever.
Uitdoofscenario Kina als juridische werkgever
Kina heeft het scenario waarbij het juridisch werkgeverschap van Kina uitdooft onderzocht en voorgesteld tijdens het beleidsoverleg van mei 2023.
Belangrijke vaststelling is dat het juridisch mogelijk is om het schaalvoordeel te hebben van een regionale dienst in functie van subsidiëring en juridisch werkgeverschap bij de verschillende lokale besturen te leggen.
Dit werd bevestigd door VVSG.
Nieuwe samenwerkingsovereenkomst - principes
Kina wil, in samenwerking met de lokale besturen, een nieuw samenwerkingsmodel uittekenen, met implementatie vanaf 1 januari 2024 en een overgangstermijn tot 1 juli 2024, waarbij het concept gebaseerd is op volgende principes:
In het nieuwe samenwerkingsmodel blijft RDGAT Kina de regionale dienst / aanbieder van de thuiszorg, maar het personeel komt in dienst van het OCMW. De samenwerking met verschillende OCMW's blijft nodig om subsidies te ontvangen.
Huidig personeelsbestand
Van team zorgverlening in Nijlen zijn er momenteel 3,25 VTE van de verzorgenden in dienst van Kina (het gaat over 5 verzorgenden) en 1,25 VTE (2 verzorgenden) in tijdelijke vacatures naar aanleiding van pensioneringen (met de bedoeling deze functies via de gemeente nog vast in te vullen).
4.25 VTE (7 verzorgenden) en 1 VTE (2 medewerkers aanvullende thuiszorg) zijn in dienst van de gemeente.
Op 18 september 2023 heeft het vast bureau principieel goedgekeurd om een nieuw samenwerkingsmodel te ontwikkelen met RDGAT KINA op basis van volgende principes:
Samenwerkingsovereenkomst regionale dienst gezinszorg en aanvullende thuiszorg Kina d.d. 1 januari 2015.
Impact financieel
De jaarlijkse kost voor het OCMW wanneer het personeel onder het juridisch werkgeverschap valt van het OCMW is gelijkaardig aan de kost die nu door Kina wordt aangerekend aan het OCMW voor het zorgpersoneel. Kina factureert namelijk momenteel de volledige loonkosten (inclusief kosten 2de pensioenpijler, hospitalisatieverzekering, ...) reeds door. De afrekening van 2022 zit in bijlage.
Naast de loonkost rekent Kina ook een overheadkost aan, berekend op het aantal VTE in dienst van Kina. In 2023 zal die € 6.785,50 bedragen. Wanneer er extra personeel wordt aangeworven via Kina stijgt ook deze overhead. Deze kost valt weg bij overdracht personeel.
Impact personeel
De verloning bij het OCMW is hetzelfde als bij Kina.
Na overdracht van personeel kunnen alle medewerkers van team zorg dezelfde voordelen genieten, bv. de fietslease.
Impact op werkorganisatie
Bij overdracht van het personeel zal er efficiëntiewinst voor onze organisatie zijn op vlak van personeelsbeheer.
Momenteel verlopen de aanwervingen reeds volledig via de gemeente (tijdsinvestering van de teams is gelijkaardig als bij een eigen aanwerving) maar moet er daarnaast ook afgestemd worden met Kina en de data van de Raad Van Bestuur van Kina (1 keer / maand).
Alle personeelsadministratie en registratie gebeurt reeds door team zorg voor deze personeelsleden (maaltijdcheques, prestaties, verlof, ...) en moeten nu in het systeem van Kina worden doorgegeven.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de nieuwe samenwerkingsovereenkomst met RDGAT KINA goed, alsook de overeenkomst voor de overdracht van personeel van RDGAT Kina naar het OCMW.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005 bepalen dat de lokale besturen hun meerjarenplannen minstens één keer per jaar moeten aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. Dat betekent dat de besturen in 2023 hun meerjarenplan zullen aanpassen om de kredieten voor 2024 vast te stellen. Als dat nodig is, kunnen ze daarbij ook nog de kredieten voor 2023 aanpassen.
Dat aangepaste meerjarenplan wordt opgemaakt volgens de regels over de beleids- en beheerscyclus (BBC). De periode van de aanpassing van het meerjarenplan blijft altijd de initiële periode van het meerjarenplan (2020-2025), maar de staat van het financieel evenwicht (schema M2), het overzicht van de ontvangsten en uitgaven volgens hun economische aard (schema T2) en het overzicht van de evolutie van de financiële schulden (schema T4) moeten altijd de financiële consequenties bevatten voor ten minste 3 toekomstige boekjaren dus minstens tot 2026.
De gemeenten en de OCMW's hebben een geïntegreerd meerjarenplan, maar hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst hun eigen deel van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het meerjarenplan definitief is vastgesteld. De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
Het Provinciedecreet van 9 december 2005.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC)
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC)
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 met instructies voor de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 die nog steeds van toepassing is.
Er werd een voorontwerp van aanpassing meerjarenplan opgemaakt door het managementteam en vervolgens in budgetbesprekingen een definitief ontwerp voorgesteld.
Het ontwerp van aanpassing meerjarenplan 2020-2025 van OCMW Nijlen moet worden vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn.
De aanpassing van het meerjarenplan bestaat uit vier onderdelen:
1. De eventuele wijzigingen van de strategische nota;
2. De aangepaste financiële nota bestaande uit het aangepaste financiële doelstellingenplan (M1), de aangepaste staat van het financieel evenwicht (M2) en het aangepaste overzicht van de kredieten (M3);
3. De toelichting;
4. De motivering van de wijzigingen.
Bij het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan hoort ook documentatie. Die omvat alle achtergrondinformatie die nuttig is om het aangepaste meerjarenplan te beoordelen, zonder dat ze essentieel is voor de beoordeling die de raadsleden moeten maken, aangezien de essentiële informatie in het beleidsrapport zelf is opgenomen. De documentatie geeft bijkomende duiding bij de geplande verrichtingen die zijn ingeschreven in het ontwerp van het aangepaste meerjarenplan dat aan de raadsleden wordt voorgelegd. Ze moet ertoe bijdragen dat beter tegemoetgekomen wordt aan de informatiebehoeften van de raadsleden.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van OCMW Nijlen vast.
De financiële gevolgen worden opgenomen in de decretaal opgelegde documenten, als bijlage aan dit besluit.
Sinds 1 juli 2003 is de openbare sector onderworpen aan de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.
Het is verplicht om voor het personeel conform artikel 60§7 een rechtspositieregeling en arbeidsreglement in te stellen.
Tot op heden werd er nog geen rechtspositieregeling voor het personeel conform artikel 60§7 ingesteld.
De personeelsleden conform artikel 60§7 vallen tot op heden onder het arbeidsreglement voor het OCMW-personeel. Aangezien het hier om een heel specifieke personeelsgroep gaat, is een aangepast arbeidsreglement, toegepast op deze personeelsgroep wenselijk.
De rechtspositieregeling en het arbeidsreglement voor de personeelsleden conform artikel 60§7 worden opgenomen in één document. Dit is administratief eenvoudiger en duidelijker voor de personeelsleden.
Het bijzonder onderhandelingscomité van 15 november 2023 waarin er onderhandeld werd met de vakorganisaties over de ontwerptekst van de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement voor het personeel conform artikel 60§7. De onderhandeling werd afgesloten en bekrachtigd door een ondertekend protocol van akkoord.
Het besluit van het vast bureau van 27 november 2023 waarin het vast bureau akkoord gaat met de ontwerptekst van de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement voor het personeel conform artikel 60§7.
Het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 11 juni 2019 betreffende de delegatie van de bevoegdheid voor het arbeidsreglement:
Het vast bureau wordt bevoegd voor het arbeidsreglement. Deze beslissing gaat in vanaf heden.
Het vast bureau rapporteert hierover jaarlijks aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Het vast bureau kan de in artikel 1 vermelde bevoegdheden niet verder delegeren.
De wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.
De inwerkingtreding van de wet van 18 december 2002 waardoor sinds 1 juli 2003 quasi de ganse openbare sector onderworpen is aan de wet van 8 april 1965.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen van 20 januari 2023.
De rechtspositieregeling en het arbeidsreglement voor het personeel conform artikel 60§7 wordt besproken.
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met de ontwerptekst van de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement voor het personeel conform artikel 60§7, dewelke als bijlage is toegevoegd en zal ingaan op 1 januari 2024.
Mondelinge vragen van de raadsleden tijdens de vergadering.
Artikel 4 §4 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn, zoals vastgesteld in de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 juni 2022.
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over OCMW aangelegenheden, die niet op de agenda van de raad staan. Deze mondelinge vragen worden ten laatste tijdens de volgende zitting beantwoord.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van volgende mondelinge vragen: