Terug
Gepubliceerd op 16/01/2023

2023_GR_00003 - Zaak van de weg - Omgevingsvergunning - 2022/149 - Aanleg Emilie van Praetpark (voorheen Pastoriepark) met bijhorende vaststelling van het hiervoor noodzakelijke rooilijnplan - Goedkeuring

Gemeenteraad
di 24/01/2023 - 20:00 Raadzaal
2023_GR_00003 - Zaak van de weg - Omgevingsvergunning - 2022/149 - Aanleg Emilie van Praetpark (voorheen Pastoriepark) met bijhorende vaststelling van het hiervoor noodzakelijke rooilijnplan - Goedkeuring 2023_GR_00003 - Zaak van de weg - Omgevingsvergunning - 2022/149 - Aanleg Emilie van Praetpark (voorheen Pastoriepark) met bijhorende vaststelling van het hiervoor noodzakelijke rooilijnplan - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Lokaal bestuur Nijlen heeft op 23 juni 2022 een aanvraag om omgevingsvergunning ontvangen. Deze aanvraag handelt over de aanleg van het Emilie van Praetpark (voorheen Pastoriepark) met bijhorende vaststelling van het hiervoor noodzakelijke rooilijnplan nu in de aanvraag ook de aanleg van wegenis wordt aangevraagd.

Ligging: Emilie van Praetpark (voorheen Pastoriepark), 2560 Kessel, afdeling 3, sectie D, nr. 132M3.

Het college stuurde in zitting van 9 januari 2023 de voorliggende zaak van de weg ter behandeling door naar de gemeenteraad.

Juridische grond

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, in het bijzonder de artikelen 2 en 40.

Het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. In het bijzonder de artikelen 3 en 4.

Artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning dat bepaalt dat de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen dient te nemen indien de vergunningsaanvraag wegeniswerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft; dat dergelijk besluit over de zaak van de wegen dient te worden genomen alvorens het vergunningverlenende bestuursorgaan een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.

Artikel 47 van het omgevingsvergunningsbesluit dat stelt dat als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat, waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, de gemeenteraad hierover een besluit aanneemt. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.

De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, alsook over de eventuele opname in het openbaar domein. De gemeenteraad mag geen oordeel uitspreken over de vergunningsaanvraag zelf, inzonderheid de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening.

Argumentatie

1. Voorwerp van de aanvraag

De voorliggende aanvraag betreft de aanleg van het Emilie van Praetpark (voorheen Pastoriepark) met bijhorende vaststelling van het hiervoor noodzakelijke rooilijnplan.

Het projectgebied situeert zich in het binnengebied omsloten door de Pastoriestraat, de Nieuwstraat, de Smoutmolendreef en Kessel-Dorp. Het is één van de strategische gebieden die volgens het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan ontwikkeld kan worden.

Het Beeldkwaliteitsplan tekende de eerste krijtlijnen uit voor de stedenbouwkundige indeling. Het voorliggende project kadert in de principes van "het einde van de verkaveling" zoals beschreven in het Beeldkwaliteitsplan. In plaats van een traditionele verkaveling is uitgegaan van een meer dense woonontwikkeling rondom een open ruimte. Op deze manier biedt het binnengebied ruimte aan verschillende woonvormen rondom een centrale open ruimte.

De visie van het beeldkwaliteitsplan werd tenslotte vertaald in het masterplan ‘flexibel landschapsplan pastoriepark Kessel’. Dit masterplan werd opgemaakt in opdracht van de gemeente door LAND landschapsarchitecten. De opmaak van dit masterplan ging tevens gepaard met de nodige participatie voor de inwoners van de gemeente. Zo werd er online via het meemakersplatform een film getoond over het park. Burgers konden hier digitaal participeren. Tevens vond een infomarkt plaats op 19 september 2020 waar de plannen werden getoond aan de burgers.

Voorliggende aanvraag is een rechtstreekse uitvoering van het masterplan dat hier tot stand is gekomen.

2. Openbaar onderzoek

Er werd een eerste openbaar onderzoek georganiseerd van 31 augustus 2022 tot en met 20 september 2022. Er werden vier analoge en vier digitale bezwaarschriften ontvangen, waarbij één van de ingediende bezwaarschriften zowel analoog en digitaal werd ingediend. In totaal betreft het dus zeven onderscheiden bezwaarschriften. Eén van de bezwaarschriften omvat ook een petitielijst, ondertekend door 29 personen.

Tijdens het eerste openbaar onderzoek werden immers bezwaarschriften ontvangen waarbij werd gewezen op het ontbreken van een effectenbeoordeling (project-mer-screening) in het aanvraagdossier. Daarom werd toepassing gemaakt van de administratieve lus (artikelen 13 en 32, §2, 2° OVD) omwille van de toegevoegde project-mer-screening en werd een nieuw openbaar onderzoek georganiseerd. De hernieuwing van het openbaar onderzoek liep van 1 december 2022 tot en met 30 december 2022 en er werden negen verschillende bezwaarschriften ingediend. Er werd geen nieuwe petitielijst ingediend.

De bezwaarelementen die in de bezwaarschriften worden aangehaald handelen over volgende thema's en worden kort samengevat:

  • Mobiliteit: Bezwaarindieners vrezen voor extra verkeersdrukte, negatieve effecten op de verkeersveiligheid en onvoldoende (bezoekers)parking. De bezwaren zijn ongegrond aangezien er in het ontwerp voldoende rekening werd gehouden met het mobiliteitsaspect. Er wordt voorzien in drie afzonderlijke toegangswegen naar de site, de Pastoriestraat blijft een fietsstraat en binnen het kader van het landschapspark zijn er toekomstgericht nog verschillende verkeersopties mogelijk. De parkeermogelijkheden bij en het aantal verkeersbewegingen vanuit de projecten zullen worden beoordeeld in het kader van deze omgevingsvergunningsaanvragen.
  • Rooilijnplan: Bezwaarindieners vinden het rooilijnplan onduidelijk voor wat betreft de getroffen eigenaars. De bezwaren zijn ongegrond. De getroffen percelen worden correct weergegeven in de tabel der eigenaars bij het ontwerp van rooilijnplan. Zowel de huidige op te heffen als de huidige te behouden én de nieuwe rooilijn worden aangeduid op het rooilijnplan met een daarbij horende legende. Er werden reeds samenwerkingsovereenkomsten afgesloten tussen de gemeente en de getroffen eigenaars en ontwikkelaars.
  • Lopende beroepsdossiers: Bezwaarindieners halen aan dat er reeds een dossier lopende is over de aanleg van de gemeenteweg met als initiatiefnemer Berimco n.v. (2020/31 (OMV-2020026178) en 2020/88 (OMV_2020041986)) en dat deze zaak nog hangende is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. De bezwaren zijn ongegrond. De vergunningsbetwistingen doen geen afbreuk aan het feit dat de gemeente voor wat betreft de aanleg van de wegenis en de terreininrichting reeds een nieuwe aanvraag kon indienen.
  • Openbaar onderzoek: Bezwaarindieners halen een discordantie aan tussen de aangetekende brief van 23 augustus 2022 en de gele aanplakbrief voor wat betreft de perceelnummers waarop het project betrekking heeft. Binnen het tweede openbaar onderzoek wordt aangegeven dat de perceelsaanduiding niet overeenstemt met het projectgebied. Daarnaast worden er bemerkingen geuit over wie een aangetekend schrijven kreeg. Er worden ook bemerkingen geuit over de locatie van de aanplakking. De bezwaren zijn ongegrond. Wanneer het dossier wordt geraadpleegd in het Omgevingsloket (via Omgevingscheck) is zeer duidelijk op welke percelen de aanvraag betrekking heeft. Dit blijkt overigens ook uit de plannen bij het aanvraagdossier, waarop de wegenis- en terreinaanlegwerken duidelijk worden ingetekend over het binnengebied. De vereiste personen werden per aangetekende brief in kennis gesteld van het openbaar onderzoek en bovendien werd het openbaar onderzoek ook duidelijk aangekondigd via aanplakking aan de projectlocatie. Zo wordt het doel van de aanplakking en het aangetekend schrijven behaald: men wordt geïnformeerd over het project.
  • Vooroverleg beleid: De bezwaarindieners stellen zich vragen over het gevoerde vooroverleg met diverse groepen inzake het mobiliteitsplan en de meemakersavond(en). De bezwaren zijn ongegrond en niet van stedenbouwkundige aard. Er werden vier verschillende overlegavonden gehouden voor de vier verschillende deelgemeenten, waarop in totaal 150 inwoners afkwamen.
  • Effecten op de omgeving: Bezwaarindieners vinden het onderzoek naar de effecten te beperkt. De bezwaren zijn ongegrond, er werd een meer uitgebreide project-mer-screening toegevoegd. De latere invulling van het Emilie van Praetpark zal wel mogelijks effecten met zich meebrengen, doch op het moment dat deze concrete invulling wordt voorgelegd aan het bevoegde orgaan, het schepencollege, zal de impact daarvan worden beoordeeld. De gemeenteraad is enkel bevoegd om te oordelen over de zaak der wegen en kan zich derhalve niet uitspreken over enige omgevingsaanleg, noch over de latere invulling van het park zelf.
  • Archeologisch onderzoek: Bezwaarindieners vragen zich of het  archeologisch onderzoek verder verloopt. De bezwaren zijn ongegrond. Aan voorliggende aanvraag werd een bekrachtigde archeologienota (ID 23036) gevoegd, waarvan akte werd genomen door onroerend erfgoed op 27 juli 2022. De aanbevelingen uit deze archelogienota zullen als voorwaarde worden opgelegd en zullen dan pas uitgevoerd worden.
  • Biodiversiteit: Bezwaarindieners vrezen een vermindering van de ecologische waarde en verlies van habitat voor vleermuizen en minstens één bosuil. Daarnaast vinden ze de resterende groenruimte te beperkt. De bezwaren zijn ongegrond. Aangezien het binnengebied op geen enkele relevante kaart voorkomt en er zich op de percelen evenmin een bos bevindt, mag in alle redelijkheid worden aangenomen dat er zich geen schadelijke effecten zullen voordoen ten aanzien van de (eventueel) aanwezige fauna en flora. Bovendien wordt centraal in het binnengebied een groot groen, autovrij park aangelegd, hetgeen de biodiversiteit (meer dan nu het geval is) ten goede zal komen.
  • De gevoerde procedure: Bezwaarindieners vragen zich af of er geen verplichting bestaat om voor deze verschillende projecten die in feite één geheel vormen één omgevingsvergunningsaanvraag in te dienen. Daarnaast wordt de hoedanigheid van de burgemeester in dit dossier betwist. Er wordt ook aangehaald dat het eerder een commerciële verkaveling lijkt dan een woonpark zoals vooropgesteld. De bezwaren zijn ongegrond. Aangezien de toekomstige uitwerking van het Emilie van Praetpark door verschillende partijen zal gebeuren, kan dit project niet als één geheel worden beschouwd. De wooneenheden zullen immers gefaseerd worden ontwikkeld, afhankelijk van het vergunningstraject dat elke partij hiertoe dient te doorlopen. Daarnaast wordt in zeer veel omgevingsvergunningsrechtelijke dossiers die uitgaan van de gemeente simpelweg iemand afgevaardigd binnen de gemeente die de formele (administratieve) handeling zal stellen voor het indienen van de aanvraag. Als hoofd van het college van burgemeester en schepenen is het niet vreemd dat de burgemeester in dit geval is opgetreden.
  • Nutsvoorzieningen: Bezwaarindieners uiten bezorgdheden over de nutsvoorzieningen van de Zagerijstraat en de staat van de straat. De bezwaren zijn ongegrond en niet van stedenbouwkundige aard, doch de gemeente kan wel bevestigen dat voor het volledige Emilie van Praetpark voorzien wordt in de aanleg van een nieuw rioleringssysteem dat aansluiting maakt op de bestaande riolering. Bovendien wordt voorzien in een aantal wadi’s in het woonpark, waarbij een zeer grote hoeveelheid aan hemelwater op die manier kan worden gebufferd en geleidelijk kan infiltreren in de bodem. 
  • Omliggende projecten: Bezwaarindieners hebben bemerkingen op de stijl van de gebouwen van de omliggende projecten en parkeeroplossingen en de bouwdichtheid ervan. Alsook vrezen ze inkijk, problemen met de vuilnisophaling, schaduwhinder en overlast door de toename van het inwonersaantal. De bezwaren zijn ongegrond want deze hebben geen betrekking op huidig openbaar onderzoek, waardoor er daarover niet moet worden geoordeeld door de gemeente. Het openbaar onderzoek heeft slechts betrekking op het aanleggen van de nieuwe wegenis en de bijhorende omgevingsaanleg.
  • Beoordeling goede ruimtelijke ordening: Bezwaarindieners halen de goede ruimtelijke ordening aan. De bezwaren zijn ongegrond. De totale verharding blijft beperkt (3.328,00 m² op 11.344,00 m²) en het betreft strikt noodzakelijke verhardingen. Onder meer de typologie en dakvorm van de geplande woningen zullen worden besproken in het kader van de goede ruimtelijke ordening en dit gelet op de concrete omgevingsvergunningsaanvragen die daartoe werden ingediend. Daartoe is het college van burgemeester en schepenen bevoegd. Het bezwaar heeft evenwel geen uitstaans met het voorliggende project van de gemeente. 

De gemeenteraad is bevoegd voor de behandeling van de bezwaarschriften althans voor wat betreft de aspecten die betrekking hebben op de zaak van de weg.

Volgende aspecten hebben betrekking op de zaak van de weg en worden als volgt uitgebreid behandeld:

  • Mobiliteit:

Samenvatting: Bezwaarindieners vrezen voor extra verkeersdrukte, negatieve effecten op de verkeersveiligheid en onvoldoende (bezoekers)parking.

Behandeling:  Er werd in het ontwerp voldoende rekening gehouden met het mobiliteitsaspect, aangezien er wordt voorzien in drie afzonderlijke toegangswegen naar de site. Eén toegang tot de site bevindt zich aan de Nieuwstraat/Zagerijstraat, twee toegangswegen zijn voorzien langs de Pastoriestraat. Afhankelijk van waar de toekomstige bewoner ergens op de site moet zijn, zal deze dus een andere toegangsweg kiezen. Op die manier wordt het verkeer gespreid tussen de drie verschillende toegangswegen en zal er nergens een overbelasting van de bestaande wegen ontstaan. 

In een fietsstraat geldt dat de fietser en zijn veiligheid voorop staan. Dit principe blijft gewaarborgd, ook met de komst van het project. Toekomstige bewoners van het project dienen dit principe te respecteren en mogen bij het gebruik maken van de Pastoriestraat niet sneller dan 30 km/uur rijden en mogen geen fietsers inhalen. Het betreft algemene verkeersregels die moeten worden gehandhaafd door de daartoe bevoegde instanties.

Verder dient ook nog opgemerkt dat met het project als zodanig (aanleg wegenis en infrastructuur + terreinaanleg) nog geen daadwerkelijke toename in het aantal verkeersbewegingen gepaard gaat. Het ontwikkelen van het park met woongelegenheden ligt niet in handen van de gemeente en ligt thans evenmin ter beoordeling voor. Niettemin kan (nu reeds) worden verwezen naar het feit dat bewust werd gekozen om het park via drie verschillende wegen te ontsluiten, zodoende het verkeer geleidelijk aan wordt afgewikkeld. 

Het project van de gemeente (aanleg wegenis en terrein- of omgevingsaanleg) gaat zelf niet gepaard met enige toename in het aantal verkeersbewegingen. Deze toename zal maar ontstaan ingevolge de ingebruikname van de wooneenheden die men in de toekomst in het Emilie van Praetpark zou gaan realiseren. 

Los van het voorgaande, merkt de gemeente nu reeds op dat bewust werd voorzien in het realiseren van drie verschillende toegangswegen tot het Emilie van Praetpark, waardoor er net voor wordt gezorgd dat het verkeer zich zeer verspreid zal afwikkelen en dus nooit via één toegangsweg het park zal bereiken. Op die manier wordt er voor geen van de omliggende straten geen onaanvaardbare belasting gecreëerd, ook niet voor de Zagerijstraat. De te bebouwen percelen liggen overigens verspreid rondom de groene centrale zone in het midden van het park, waardoor de toekomstige bewoners de dichtstbijzijnde toegangsweg tot hun woning zullen gebruiken.

Binnen de voorliggende aanvraag van het park wordt er geen uitspraak gedaan over de concrete circulatie/verkeersafwikkeling van de individuele ontwikkelingen. Zo ook niet over de concrete verkeersafwikkeling ter hoogte van de Zagerijstraat. Binnen het kader van het landschapspark zijn er toekomstgericht nog verschillende opties mogelijk, namelijk: enkelrichting vanuit de Zagerijstraat, enkelrichting vanuit de Nieuwstraat of een knip in de Zagerijstraat.

De parkeermogelijkheden bij de projecten zullen worden beoordeeld in het kader van deze omgevingsvergunningsaanvragen. Dit bezwaarelement heeft betrekking op de projecten die voorzien in de oprichting van woonentiteiten in het Emilie van Praetpark en niet op de aanleg van de wegenis en het terrein/de omgeving.

Er werd gevraagd naar de opmaak van een mobiliteitsstudie. In de eerste plaats kan worden opgemerkt dat het aanleggen van de ontsluiting op zichzelf geen mobiliteitseffecten met zich brengt. De latere invulling van het Emilie van Praetpark zal dat wel doen, doch op het moment dat deze concrete invulling wordt voorgelegd aan het bevoegde orgaan, het schepencollege, zal de impact daarvan worden beoordeeld. De gemeenteraad is enkel bevoegd om te oordelen over de zaak der wegen en kan zich derhalve niet uitspreken over enige omgevingsaanleg, noch over de latere invulling van het park zelf. Daarenboven worden de ondergrenzen voor het opmaken van een mobiliteitsstudie niet gehaald en dient overigens te worden vastgesteld dat deze ondergrenzen gelinkt worden aan de realisatie van projecten die wooneenheden of parkeerplaatsen voorzien. Het voorliggende project van de gemeente voorziet daarin niet, zodoende enkel kan worden geconcludeerd dat er van de noodzaak aan enige mobiliteitsstudie geen sprake kan zijn.

Er wordt aanvullend door de bezwaarindiener verwezen naar een incident dat heeft plaatsgevonden op 14 december 2022 – er zou een vrachtwagen achteruit in de Zagerijstraat zijn gereden en zo een elektriciteitspaal hebben geraakt. Hierover kan nog kort worden gesteld dat dit incident geen verband houdt met het voorliggende project en dat de Zagerijstraat voldoende uitgerust is om als toegangsweg tot het Emilie van Praetpark te dienen.

Het bezwaar is niet gegrond.

  • Rooilijnplan:

Samenvatting: Bezwaarindieners vinden het rooilijnplan onduidelijk voor wat betreft  de getroffen eigenaars.

Behandeling: De getroffen percelen worden correct weergegeven in de tabel der eigenaars bij het ontwerp van rooilijnplan. Het perceel van de betrokken bezwaarindiener wordt aldus niet getroffen door de nieuwe rooilijn. Het voorliggende rooilijnplan is niet “bijzonder vaag” en toont duidelijk aan welke perceeleigenaars worden getroffen door de nieuwe rooilijn. Zowel de huidige op te heffen als de huidige te behouden én de nieuwe rooilijn worden aangeduid op het rooilijnplan met een daarbij horende legende.

Het bezwaar is niet gegrond.

  • Lopende beroepsdossiers:

Samenvatting: Bezwaarindieners halen aan dat er reeds een dossier lopende is over de aanleg van de gemeenteweg met als initiatiefnemer Berimco n.v. (2020/31 (OMV-2020026178) en 2020/88 (OMV_2020041986) en dat deze zaak nog hangende is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

Behandeling: Het gemeenteraadsbesluit over de aanleg van de ontsluitingsweg voor het voormalige Pastoriepark werd middels het arrest van 20 mei 2022 van de Raad van State vernietigd, waardoor Berimco nv daarop niet kan terugvallen voor het uitvoeren van haar omgevingsvergunningsaanvragen. Gelet daarop, kon de gemeente een eigen initiatief nemen om de wegenisaanleg en de aanleg van het terrein van het Emilie van Praetpark reeds opnieuw in het vergunningstraject onder te brengen.

Intussen blijkt ook de Raad voor Vergunningsbetwistingen zich te hebben uitgesproken over de omgevingsvergunningsaanvragen van de nv Berimco voor de inrichting van de woonentiteiten die zij had voorzien in het voormalige Pastoriepark. Middels de arresten van 13 oktober 2022 (nrs. RvVb-A-2223-0122 en RvVb-A-2223-0123) werden de omgevingsvergunningen van de nv Berimco vernietigd. De deputatie dient binnen een termijn van 6 maanden opnieuw uitspraak te doen over het bestuurlijk beroep van de destijds beroepende partij. Deze vaststelling doet evenwel geen afbreuk aan het feit dat de gemeente voor wat betreft de aanleg van de wegenis en de terreininrichting reeds een nieuwe aanvraag kon indienen. 

Het bezwaar is niet gegrond.

Voor de overige bezwaarelementen in de bezwaarschriften is de gemeenteraad onbevoegd om te oordelen. Deze zullen ten gepaste tijde behandeld worden in de verdere afwikkeling van het dossier.

3. Zaak van de weg

De aanvraag is gelegen in het binnengebied omsloten door de Pastoriestraat, de Nieuwstraat, de Smoutmolendreef en Kessel-Dorp en is één van de strategische gebieden die volgens het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan ontwikkeld kan worden. In de stedenbouwkundige visie is uitgegaan van een meer dense woonontwikkeling rondom een open ruimte/landschapspark.

Het komt de gemeenteraad toe om een besluit te nemen over het hiervoor noodzakelijke rooilijnplan; waarbij de gemeenteraad zich dient te beperken tot de aspecten die betrekking hebben op de zaak van de wegen, zonder uitspraak te doen omtrent de bestaanbaarheid van de aanvraag met de stedenbouwkundige beoordelingselementen en de goede ruimtelijke ordening.

De basis voor het ontwerp is een centrale open ruimte -een landschapspark- met parkpaden voor traag verkeer waarrond de woonontwikkelingen worden georganiseerd. In deze open ruimte worden ruime wadi's voorzien die het water kunnen bufferen en/of laten infiltreren in de bodem. De wadi’s volgen ongeveer het tracé van ‘de grote veldloop’. Door de aanleg van de parkpaden in het park wordt de doorwaadbaarheid van het dorp voor fietsers en voetgangers verbeterd. Er wordt aansluiting voorzien op het trage wegennetwerk van het dorp tussen het centrum en de school ten noorden van het project en de Pastoriestraat richting de Zagerijstraat.  

De padbreedtes in het park laten toe dat de bouwvelden -flankerend aan het project- toegankelijk zijn ( o.a. voor hulpdiensten). De bouwvelden worden elk individueel gescreend op hun eigen effecten.

Het gemotoriseerd verkeer kan via drie toegangen de bouwvelden bereiken:

  • Via de Zagerijstraat/Nieuwstraat;
  • Via de Pastoriestraat (tussen huisnummers 26 en 28);
  • Via de bestaande insteekweg vanuit de Pastoriestraat die reeds enkele ontwikkelingen langsheen Kessel-Dorp ontsluit.

Hierdoor ontstaat er een verdeling van het gemotoriseerd verkeer. De bouwvelden voorzien in een beperkte capaciteit voor bezoekersparkeren op eigen terrein, de rest is ondergronds parkeren. Het centrale hart van het park is volledig autovrij. De voorliggende aanvraag kadert in de aanleg van het park. De mobiliteit van de omliggende woonprojecten dient bekeken te worden per project.

Binnen de voorliggende aanvraag van het park wordt er geen uitspraak gedaan over de circulatie/verkeersafwikkeling van de individuele ontwikkelingen.

De wegen voor gemotoriseerd verkeer worden uitgevoerd als karrespoor met 2 banen in uitgewassen betonverharding. Tussen de banen wordt een geveegde betonverharding voorzien. Waar nodig wordt een overbreedte in grindgazon voorzien.

De parkpaden worden aan de rand van de open ruimte gelegd. Elk bouwveld heeft een rechtstreekse en verkeersvrije wandelverbinding tussen de eigen tuinen en het park. Deze worden uitgevoerd in geveegde betonverharding. Het hoofdpad in het park wordt uitgevoerd in uitgewassen beton met een overbreedte in grindgazon waar nodig.

De vooropgestelde materialisatie ligt in lijn met de principes uit het Beeldkwaliteitsplan.

De bestaande bomen op het terrein zijn grondig geïnventariseerd en worden zo veel mogelijk behouden. Er zullen ook vele nieuwe bomen worden aangeplant. Naast de bestaande en nieuwe bomen zal er ook een rijke en inheemse vegetatielaag worden voorzien met een vaste kruidlaag, een struiklaag en extensief beheer, wat de ecologische waarden van het gebied aanzienlijk zal vergroten.

Door het in de stedenbouwkundige visie voorzien van een meer dense woonontwikkeling rondom een centrale open ruimte/landschapspark ontstaat er een autovrij en doorwaadbaar binnengebied met een groen karakter. Het landschapspark is binnen de ruimere omgeving een belangrijke stapsteen in het netwerk van trage wegen en een belangrijke schakel in de noord-zuid verbinding zoals beschreven in het openruimteperspectief. Het landschapspark zal een belangrijk groenelement zijn.

Het parkgedeelte dient volgens de afbakening op het overdrachtsplan gratis aan de gemeente te worden afgestaan.

Het voorgestelde rooilijnplan voldoet aan het beoogde doel van de doelstellingen en principes uit artikelen 3 en 4 van het Gemeentewegendecreet:

Artikel 3: Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.

Artikel 4: Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

De opvatting van het voorgestelde rooilijnplan is in deze aanvraag een goede oplossing in functie van de ontsluiting van het betreffende te ontwikkelen binnengebied. Het bevordert de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau en vormt een belangrijke stapsteen in het fijnmazig netwerk van trage verbindingen van de ruimere omgeving. De opvatting van het voorgestelde rooilijnplan zorgt voor een spreiding van de verkeersbewegingen wat de verkeersveiligheid ten goede komt.

Adviezen

Omgevingsambtenaar Gunstig advies

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt het rooilijnplan voor de aanleg van de wegenis ter ontsluiting van het Emilie van Praetpark goed. De volgende voorwaarden en lasten dienen nageleefd te worden:

  1. De wegenis en parkgedeelte dienen aangelegd te worden conform het landschapsontwerp van LAND Landschapsarchitecten voor het Pastoriepark.
  2. De bedding van het nieuwe wegtracé en het parkgedeelte dient volgens de afbakening op het overdrachtsplan gratis aan de gemeente te worden afgestaan.
  3. Dit conform de samenwerkingsovereenkomsten afgesloten met de ontwikkelaars en grondeigenaars voor bouwvelden 1 en 2, bouwveld 3, bouwveld 4 en bouwveld 5 (inzake de financiële last opgelegd voor de riolerings- en verhardingswerken).