Voor het bedrijf Welters-Verelst heeft de gemeenteraad een voorwaardelijk gunstig planologisch attest afgeleverd (11/06/2019) waarbij werd aangegeven dat het bedrijf behouden en ontwikkeld kan worden op de plaats waar het gevestigd is. De volgende voorwaarden werden opgelegd:
Op 18/11/2019 werd een omgevingsvergunning verleend o.b.v. het planologisch attest, waarbinnen dezelfde voorwaarden werden opgenomen.
Conform art. 4.4.26 van de Vlaamse codex ruimtelijk ordening is de gemeente na het verlenen van een planologisch attest verplicht om voor dit bedrijf een ruimtelijke uitvoeringsplan (RUP) op te maken. De startnota en de procesnota werden in het college van 20/09/2021 goedgekeurd. Momenteel zijn de volgende onderdelen in opmaak (zie bijlagen):
In een aantal adviezen binnen de procedure van het RUP werden er vraagtekens geplaatst bij de activiteiten en het verkoopsassortiment van de zaak. IOK wijst erop dat de feitelijke invulling van de winkel niet in overeenstemming is met de randvoorwaarden cf. het planologisch attest en de vergunning.
Op 11/10/2022 werd een overleg ingepland met de eigenares van de zaak. Zij gaf aan dat de voorwaarden binnen de verleende omgevingsvergunning strikt werden nageleefd. Wel haalde zij aan dat voor een gezonde bedrijfsvoering meer flexibele voorschriften van toepassing zouden moeten zijn. Economische veranderingen geven dan ook aanleiding tot een aanpassing van het winkelaanbod om rendabel te blijven (bv. energie- en gasprijzen). Daarbij haalde zij aan dat binnen het RUP Katerstraat voor Hens wel flexibelere voorschriften van toepassing zijn, waar zij ook van zou moeten kunnen genieten gezien de gelijkaardige bedrijfsvoering.
Op 22/11/2022 werd een plaatsbezoek georganiseerd, waarbij werd vastgesteld dat de afbakening grotendeels overeenkomt met de vergunning, maar dat er wel afwijkingen aanwezig zijn. De belangrijkste afwijkingen zijn:
De GECORO vroeg eerder in haar advies om een duidelijke nabestemming te bepalen. Omvorming naar een ander soort handelszaak is uitgesloten. De insteek, die binnen het RUP Katerstraat ook wordt gevolgd, moet ook de insteek zijn in het RUP voor Welters-Verelst. De vraag kan worden gesteld dat de flexibiliteit, aanwezig binnen RUP Katerstraat, ook niet vertaald kan worden naar het RUP Welters-Verelst.
Aan de GECORO werd op 25/01/2023 gevraagd of zij akkoord gaat met meer flexibele voorschriften voor het RUP Welter-Verelst (zie bijlagen), gelijkaardig aan het RUP Katerstraat, en of zij nog opmerkingen wilden toevoegen. Omwille van een te beperkt ledenaantal werd de GECORO-zitting van 25/01/23 echter geannuleerd.
Wel werd benadrukt dat de vergunning als leidraad blijft dienen. Dit wordt ook aan de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ontwikkeling gevraagd.
Tijdens de bespreking van de Raadscommissie Ruimtelijke Ontwikkeling werden volgende elementen/opmerkingen aangehaald:
Het afdelingshoofd Ruimte licht de voorlopige voorschriften voor het RUP Welters-Verelst toe. Daarbij wordt aangegeven dat de voorschriften licht afwijken van het planologisch attest en de vergunning die reeds werden afgeleverd voor de zaak, aangezien de eigenares een zekere flexibiliteit vraagt om aan toekomstige fluctuaties in vraag en aanbod te kunnen voorzien. Er wordt aangegeven dat een gelijkaardige flexibiliteit als binnen het RUP Katerstraat (Hens) wordt toegepast om gelijkaardige bedrijven gelijkaardig te behandelen. Wel worden enkele voorwaarden uit de vergunning behouden, voornamelijk van toepassing op de inrichting van de buitenruimte.
Nieuw Nijlen stelt de vraag of er via deze flexibiliteit tegemoet gekomen wordt aan de eisen van de eigenares. Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat dit niet volledig het geval is. Er wordt voornamelijk beoogt om de toekomstmogelijkheden te beperken tot het huidige type van activiteit. Op die manier kunnen de voorschriften niet te flexibel omschreven worden, om dus de huidige typologie te behouden.
Groen-Open VLD en Nieuw Nijlen vragen zich af of de zaak dan nog rendabel kan zijn. Er wordt vandaag al vastgesteld dat men zich niet 100% aan de afgeleverde vergunning houdt. Als men nu al niet aan de voorwaarden voldoet, hoe kan de gemeente dit dan in de toekomst gaan controleren? Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat het hier gaat om een soort ‘grijs gebied’; controles ter plaatse bieden een oplossing, maar hoe bereken je of men zich aan de juiste oppervlaktes houdt? In een handelsvestigingsvergunning moet een zone worden aangeduid per type product, Dit is niet evident. Wel kunnen uitgesproken wijzigingen (bv. elektroartikelen) opvallen binnen controles. De producten zijn ook zeer seizoensgebonden. De socio-economische vergunning wordt als een basis genomen, en daar zitten ook de nodige controles op.
Vlaams Belang vraagt zich af of de situatie blijft zoals ze nu is op de site. Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat het RUP een stedenbouwkundig kader zal bieden, en dat de gemeente bij de eigenares zal aandringen op het naleven van de reeds afgeleverde vergunning.
Nieuw Nijlen vindt dit een moeilijke situatie. Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat er voornamelijk beperkingen qua activiteit naar de toekomst toe worden opgelegd. Het RUP Katerstraat (Hens) wordt overgenomen qua flexibiliteit, met eenzelfde (na-)bestemming. Nieuw Nijlen gaat akkoord met de indeling die voorgesteld wordt van de winkel, en benadrukt dat men inderdaad de buiteninrichting conform de verleende vergunning moet aanpassen (verharding etc.).
De Raadscommissie voor Ruimtelijke Ontwikkeling geeft het volgende ADVIES: