Het gemeentebestuur Nijlen verleende in november 2021 advies op de voorontwerpversie van het 'Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen'.
De provincieraad keurde op 27 oktober 2022 de ontwerpversie van het 'Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen' goed. Ook het ontwerp-plan-MER (MilieuEffectenRapport) is klaar. In het Beleidsplan Ruimte geeft de provincie aan waar we met de ruimtelijke ordening op het grondgebied naartoe willen. Procedure:
Tijdens het openbaar onderzoek of publieke raadpleging van 16 december 2022 tot en met 15 maart 2023 kunnen de Nijlenaars hun mening geven over het ontwerp-Beleidsplan Ruimte en het ontwerp-plan-MER. Documenten:
Het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen, kortweg PBRA, bevat de visie op de ruimtelijke ontwikkeling in de provincie Antwerpen tot 2050. Het bestaat enerzijds uit de strategische visie voor de lange termijn en anderzijds uit een set van beleidskaders die op middellange termijn zorgen voor de uitvoering van die visie. Het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen is in volle opmaak. Zodra het klaar is, vervangt het PBRA het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen (RSPA).
Tijdens het openbaar onderzoek worden meningen en (gemeentelijk) advies gevraagd over de volgende documenten bij het Ontwerp PBRA. Aan de GECORO wordt gevraagd dit advies mee voor te bereiden.
Informatie:
Toelichting PBRA en opmerkingen GECORO
Strategische visie
De strategische visie binnen het PBRA wordt toegelicht aan de hand van de samenvattende schema’s betreffende de 4 principes en de 7 strategieën. Daarnaast worden de 7 strategieën door de omgevingsambtenaar gelinkt aan de visies en concepten binnen het eigen beleid; het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS), het beeldkwaliteitsplan (BKP), het open ruimteperspectief (ORP) en het mobiliteitsplan van Nijlen. Zie ‘presentatie_PBRA_NIJLEN_02-2023’ in bijlage.
De GECORO-leden hebben nog geen opmerkingen.
Beleidskader ‘Sterke netwerken’
Het eerste beleidskader ‘sterke netwerken’ binnen het PBRA wordt toegelicht aan de hand van de kaarten betreffende de multimodale knopen en de orde aan multimodale knopen binnen de provincie Antwerpen. Zo wordt Kessel door de provincie aangeduid als een lokale ruimtelijke multimodale knoop (belangrijk voor de verplaatsingen binnen de aangrenzende gemeenten) en wordt Nijlen aangeduid als een regionale multimodale knoop (belangrijk voor regionale verplaatsingen). Binnen Nijlen is ook de derde orden van ruimtelijke multimodale knopen aan de orde, waar lokale productie gekoppeld wordt aan internationale transportnetwerken. Tenslotte wordt de taakstelling voor de gemeente Nijlen aangehaald en vergeleken met de stand van zaken binnen het huidige beleid. Zie ‘presentatie_PBRA_NIJLEN_02-2023’ in bijlage.
Een GECORO-lid geeft aan dat binnen dit beleidskader een uitspraak wordt gedaan over de clustering van detailhandel langs de steenwegen, en vraagt zich af of de gemeente daar al een visie rond heeft. Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat wel reeds in het ‘RUP kern Nijlen’ een detailhandelsvisie samen met de provincie verfijnd werd. Het gaat dan over dat in Kessel bijvoorbeeld geen bijkomende supermarkt kan komen, en dat de voorzieningen moeten voorzien in lokaal gebruik en niet meer. Er is ook een detailhandelsvisie die bepaalt hoe we moeten omgaan met kleinhandelszaken, deze moet wel geactualiseerd worden. Men vraagt zich af of al projecten werden afgewezen om deze reden. Dit wordt bevestigd door het afdelingshoofd; zo werden reeds Lidl en Colruyt afgewezen.
Beleidskader ‘Levendige kernen’
Het tweede beleidskader ‘levendige kernen’ binnen het PBRA wordt toegelicht aan de hand van de doelstellingen, de kerntypering, de woonmarkten en de woonprogrammatie-herverdeling. De beslissingsboom om te komen tot de kerntypering wordt overlopen, waarbij wordt gesteld dat Kessel, Kessel-Statie en Bevel ‘dorpskernen’ blijken en Nijlen een ‘dorpskern met potenties’ blijkt te zijn. De karakteristieken van de types worden toegelicht, waarbij een ‘dorpskern met potenties’ ontwikkelingen kent binnen het bestaande ruimtebeslag in de eerste plaats, en vervolgens wordt gekeken naar inbreidingsmogelijkheden. Voor ‘dorpskernen’ geldt een beperkte groeimogelijkheid waarbij ontwikkeling dient te gebeuren via kernversterking, en anders binnen het woongebied, zonder het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden/woonreservegebieden. Vervolgens wordt het principe van de woonmarkten toegelicht (vrij summier aangehaald binnen het PBRA zelf), wat neerkomt op een nieuw systeem van woningbouwprogrammatie welke tot buiten de gemeentegrenzen treedt. Tenslotte wordt de taakstelling voor de gemeente Nijlen aangehaald en vergeleken met de stand van zaken binnen het huidige beleid. Zie ‘presentatie_PBRA_NIJLEN_02-2023’ in bijlage.
Een GECORO-lid vraagt zich af of de kerntypering beslist werd door de gemeente. Dit is niet het geval, de kerntypering gebeurde door de provincie. Ook moeten gemeenten gaan werken binnen woonmarkten.
Een GECORO-lid vraagt zich af of er reeds een beleid is rond woonuitbreidingsgebieden binnen de gemeente. Het afdelingshoofd ruimte geeft aan dat dit een bijkomend gegeven is; de gemeente moet de taakstelling uit het PBRA vertalen naar gewenste locaties binnen de gemeente. Dit moet zich vertalen in de woningbouwprogrammatie. Dit heeft de gemeente reeds meegenomen binnen het GRS (2015); Kessel-Statie mag niet groeien buiten het complex project, Kessel enkel onder de kerktoren en Nijlen volgens de volgorde van de gebieden om te ontwikkelen. De logica met de hoofdfocus op Nijlen (ter opvang van groei) had de gemeente al, dus geen wijziging binnen het PBRA.
Een GECORO-lid vraagt zich af of de gemeente een herziening gaat maken van het GRS. Er wordt aangegeven dat dit niet meer kan voor structuurplannen, er moet een beleidsplan opgemaakt worden.
Een GECORO-lid stelt de vraag of binnen de taakstelling van het warmtebeleidsplan voldoende info wordt gegeven, hoe gemeenten aan de slag moeten. Men vermeldt bijvoorbeeld warmtenetten, maar ze gaan niet verder in op de warmtestrategieën. Het afdelingshoofd geeft aan dat je over de beleidskaders heen moet kijken. Er wordt een basis gegeven, en dan moet je daar lokaal mee aan de slag, je maakt per gemeente zelf een energielandschap. Men vraagt zich af of de gemeente dan niet meer fabrieken moet hebben (voor restwarmte), maar er wordt ook aangegeven dat gewoon met één grote installatie gewerkt moet worden (bv. geothermie).
Een GECORO-lid stelt de vraag of Kessel ook hetzelfde als Nijlen kan worden gecategoriseerd/getypeerd. Het afdelingshoofd geeft aan dat de kerntypering is gebeurd o.b.v. het ruimte-kompas, welke niet voldoende transparant toegelicht wordt binnen het PBRA. Door deze keuze te maken wordt geen externe groei aanbevolen voor Kessel/dorpskernen. Dit heeft te maken met mobiliteit en voorzieningen. De gewestweg zou ook lokaal worden i.p.v. een doorgangsweg (nog niet overgedragen maar staat wel in alle mobiliteitsplannen, ook op regionale schaal). Eigenlijk hebben we het ruimte-kompas per kern nodig voor transparantie in de methodiek. Kessel en Kessel-Statie zijn aparte dorpskernen, Nijlen heeft 4 dorpskernen.
Beleidskader ‘Verdichten en ontdichten’
Het derde beleidskader ‘verdichten en ontdichten’ binnen het PBRA wordt toegelicht aan de hand van de doelstellingen. Tenslotte wordt de taakstelling voor de gemeente Nijlen aangehaald en vergeleken met de stand van zaken binnen het huidige beleid. Zie ‘presentatie_PBRA_NIJLEN_02-2023’ in bijlage.
Een GECORO-lid geeft aan dat men dus wil inzetten op het clusteren, maar vraagt zich af of er mogelijkheden zijn om extra knopen te gaan voorzien. Het afdelingshoofd geeft aan dat dit niet gewenst is, dat men eerder andersom moet redeneren; de focus ligt op de locatie en daar zijn ontwikkelingskansen nodig.
Een GECORO-lid geeft aan dat er nog een aandachtspunt is om mee te geven aan de provincie. Knopen worden gelinkt aan de mobiliteit. Naast een station-knoop heb je in Nijlen echter ook een Gewestweg die door de kernen loopt, en daar ligt detailhandel langs. Men kan het andersom bekijken; Nijlen is een kleine kern, maar in contrast is er wel een belangrijke gewestweg, wat zich kan vertalen in een ander mobiliteitsprofiel (door het bovengemeentelijk niveau).
Plan-MER
De plan-MER voor het PBRA wordt toegelicht aan de hand van de overzichtsschema’s per beleidskader uit de niet-technische samenvatting. Zie ‘presentatie_PBRA_NIJLEN_02-2023’ in bijlage.
De GECORO-leden hebben nog geen opmerkingen.
Voorgestelde wijzigingen voor het GRS
De voorgestelde wijzigingen van het GRS o.b.v. de beleidskaders uit het PBRA worden toegelicht aan de hand van de te schrappen passages t.o.v. de redenering volgend de beleidskaders. Zie ‘presentatie_PBRA_NIJLEN_02-2023’ in bijlage.
De wijzigingen omtrent de passages rond de ARTILAT SITE worden verbaasd onthaald. Men vindt het een vreemd voorstel. Hier mist de visie het doel op de site, milieubelastende industrie is dan ook niet verweefbaar met wonen, dus al zeker niet met de aanwezige natuur (Kesselse Heide). Daarnaast wordt verweefbaarheid enkel t.o.v. wonen gesteld, en niet met natuur en biodiversiteit. Dit moet breder getrokken worden.
Men vraagt zich daarnaast af of er nog andere bedrijventerreinen zijn die niet verweefbaar zijn. Het afdelingshoofd geeft aan dat hier geen taakstelling voor bestaat binnen de gemeente.
Daar tegenover wordt door een ander GECORO-lid gesteld dat er reeds veel bedrijven de gemeente hebben verlaten. Zo is Artilat een mooi bedrijf waar kleinere bedrijven bij kunnen. In eigen dorp gaan werken is dan ook interessant.
De vraag wordt gesteld of Artilat wel bereid is om milieubelastend te blijven. Dit concept werd niet besproken tussen de provincie en de bedrijven.
De gemeente en de provincie gaan samenwerken rond de inrichting van de ruimere omgeving (inclusief bedrijventerrein), en de provincie wil wel een trekkende rol opnemen in het project.
Een GECORO-lid geeft aan dat het zonde zou zijn om het werk (studie rond belasting plaatselijke industrie) in de vuilbak te gooien. Ofwel blijft de visie van het GRS behouden, ofwel moet men openstaan om deze passage samen te herbekijken (met de provincie).
Anderzijds wordt door een lid gesteld dat milieubelastende industrie ook filterinstallaties kan voorzien etc. Maar er kan een lek gebeuren en het is om zeep. Provincie is eigenaar van natuurgebied en legt strenge voorwaarden op, maar laat hier milieubelastende industrie toe… dit is contradictorisch.
De wijzigingen omtrent het schrappen van de passages rond de omvorming tot woonzone van aansluitende woningen aan de kern wordt positief onthaald. Het is evident/gewenst dat wonen buiten de kernen niet wordt gestimuleerd en afgeremd.
Een GECORO-lid vraagt zich af of er budgetten werden opgemaakt om die woningen te gaan opkopen. Dit is een taakstelling voor Vlaanderen om dit juridisch mogelijk te maken, dus dit werd niet mee opgenomen binnen het PBRA. Zonder budgetten kan je dit voorstel niet hardmaken. Hoe komt dit praktisch tot zijn recht? Het is een goed principe, maar de gemeente kan hier niet zomaar een instrument voor verzinnen. Hoe wordt dit uitgevoerd?
Men vraagt zich af of de redenering ook gaat over zonevreemdheid. Dit stond al in het Witboek volgens het afdelingshoofd, maar er zijn teveel afwijkingsmogelijkheden.
Beraadslaging GECORO
Strategische visie
Een GECORO-lid vraagt zich af of de strategische visie aangevuld kan worden door de gemeente. Het gaat dan bijvoorbeeld over energielandschappen; dit kan de gemeente toch niet alleen. Hiervoor moet de gemeente een studiebureau aanstellen.
Een GECORO-lid vraagt zich nog af of er nog zaken zijn die hier ontbreken die de gemeente wel heeft? Misschien qua trage netwerken, maar dit kan op zulk hoog schaalniveau niet bepaald worden.
De strategische visie binnen het PBRA wordt gunstig geadviseerd door de GECORO
De GECORO geeft als aanbeveling aan de gemeente mee om een kader of visie rond de energietransitie uit te werken.
Beleidskader ‘Sterke netwerken’
De GECORO heeft geen verdere opmerkingen.
Het beleidskader ‘sterke netwerken’ binnen het PBRA wordt gunstig geadviseerd door de GECORO.
Beleidskader ‘Levendige kernen’
Een GECORO-lid vraagt zich af of de typering aan knopen gaat resulteren in minder openbaar vervoer in Kessel dan in Nijlen. Het afdelingshoofd legt uit dat men naar een systeem gaat van ‘vervoer op maat’, dus een regionaal knooppunt kent meer bussen/treinen bv. dan Kessel. Dit wordt gecombineerd met hoppin punten/deelmobiliteit, en Bevel wordt meer bebust.
Een GECORO-lid vraagt zich af hoe de gemeente staat t.o.v. ‘verweving’. Het afdelingshoofd geeft aan dat reeds een basis in het BKP wordt meegenomen rond verweving. De gemeente staat hier achter; een schrijnwerker kan bv. in de achtertuin. Ligt ook in de gemeentelijke geschiedenis met diamantslijperijen.
Een GECORO-lid merkt op dat het hier gaat om een totaal andere visie op de woonmarkten dan die in gemeentelijke structuurplannen werden opgemaakt. Daar tegenover wordt gesteld dat het beter is om niet alleen de nodige woningprogrammatie te dragen. De tellingen zijn gespreid over de gemeenten, we gaan naar een regio-verhaal.
Het beleidskader ‘levendige kernen’ binnen het PBRA wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de GECORO.
De GECORO heeft geen verdere opmerkingen.
Het beleidskader ‘verdichten en ontdichten’ binnen het PBRA wordt gunstig geadviseerd door de GECORO.
Plan-MER
De GECORO heeft geen verdere opmerkingen, het plan-MER wordt te algemeen opgemaakt om te kunnen adviseren.
Het plan-MER voor het PBRA wordt gunstig geadviseerd door de GECORO.
Voorgestelde wijzigingen voor het GRS
De voorgestelde wijziging binnen het GRS met betrekking tot de ARTILAT SITE, o.b.v. de beleidskaders uit het PBRA, wordt ongunstig geadviseerd door de GECORO.
De voorgestelde wijziging binnen het GRS met betrekking tot de passages rond de omvorming tot woonzone van aansluitende woningen aan de kern, o.b.v. de beleidskaders uit het PBRA, wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de GECORO.
De GECORO neemt kennis van de organisatie van het openbaar onderzoek inzake het Provinciaal ontwerp-Beleidsplan Ruimte Antwerpen en het bijhorende ontwerp-plan-MER.
De GECORO geeft het volgende ADVIES mee: