Ter inspiratie wordt het advies van de Gemeentelijk Omgevingsambtenaar toegevoegd in bijlage.
Tijdens de bespreking van de GECORO worden volgende elementen/opmerkingen/adviezen aangehaald.
Reikwijdte en detailleringsgraad
Het afdelingshoofd Ruimte ligt toe waar het GRUP Mondingsgebied Grote Nete vandaan komt. Dit is het derde Sigmagebied binnen de gemeente Nijlen. Opvangen van ruimte voor water is voornamelijk gesitueerd binnen Varenheuvel-Abroek, waar binnen het mondingsgebied Grote Nete de focus ligt op natuurdoelstellingen.
Het plan zal bestemmingen vastleggen op perceelsniveau. De reikwijdte van het voorgenomen plan betreft dus maatregelen in de ruimtelijke ordening, in casu het wijzigen van de bestemming van gebieden die bijdragen tot de doelstelling. De bestemmingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan zullen de bestemmingen van de geldende plannen van aanleg (i.c. het gewestplan) vervangen.
Ter verduidelijking kan de kaart met gebieden geraadpleegd worden (welke hier worden opgesomd, van toepassing op Nijlen), alsook de kaart waar herbestemming kan resulteren in plancompensatie (te betalen door het Gewest).
Binnen het volgende advies worden de doelstellingen en de stedenbouwkundige voorschriften bekeken inzake hun impact op het grondgebied van Nijlen.
Behoud en versterking van uitgesproken natuurwaarden in valleien met ruimte voor natuurlijke waterberging en versterken van de bosstructuur
- Volgende gebieden worden bestemd als ‘natuurgebied’ met overdruk ‘grote eenheid natuur’:
- Valleigebied op de rechteroever van de Grote Nete tussen Grote Nete en Liersesteenweg/Bartstraat. Dit gebied zal heringericht worden als wetland als onderdeel van het Geactualiseerd Sigmaplan (gebied 1);
- Volgende gebieden worden bestemd als ‘bosgebied’ in functie van het behoud en het versterken van de bestaande bosstructuur (bosuitbreiding)
- Bestaande bossen en zones voor bosuitbreiding in de vallei van de Lindekensbeek en Rotbeek (gebied 8), aansluitend bij de elzenbroekbossen van het natuurgebied De Elzen. De bestaande bossen in het effectief overstromingsgevoelige deel van deze beekvalleien worden met elkaar verbonden. Er is ruimte voor ca. 15 ha effectieve bosuitbreiding.
De GECORO heeft nog de volgende vragen en opmerkingen bij de toepassing van de bestemming ‘natuurgebied’ (artikel 3) met overdruk ‘Grote Eenheid Natuur (GEN)’ (3.3) voor de zone tussen de Bartstraat en de Liersesteenweg;
- Een GECORO-lid vanuit de geleding landbouw geeft aan dat in de plannen er sprake is van een uitbreiding van het VEN, en hier is een uitbreiding van het VEN richting landbouwbedrijven, terwijl er gezegd was geweest dat dit niet ging gebeuren. Er is ook geen juridisch kader voor deze uitbreiding.
- Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat de gemeente steeds het standpunt had om het VEN te beperken tot het huidige VEN-gebied en niet verder.
De GECORO heeft nog de volgende vragen en opmerkingen bij toepassing van de bestemming ‘bosgebied’ (artikel 4) ter verbinding van de bestaande bossen;
- Een GECORO-lid vanuit de geleding landbouw geeft aan dat er toch landbouwgebruikspercelen zijn die nu nog gebruikt worden, welke nu worden ingekleurd als bos. Het GECORO-lid geeft aan dat een verwevingsbestemming hier meer aangewezen is. Er zijn beheersovereenkomsten voor enkele percelen die de verzekering kregen om landbouwbestemming te behouden.
Behoud en versterken van gevarieerde, halfopen valleilandschappen met ruimte voor natuurlijke waterberging en grondgebonden landbouw
- Volgende zones worden bestemd als Bouwvrij Agrarisch Gebied:
- Landbouwgebied Bart tussen Bartstraat en de Grote Nete (gebied 18), met uitzondering van de zone met een bestaande landbouwbedrijfszetels (Bartstraat 36 en 38, Nijlen) (gebied 20 en 21); (De zone die opgenomen is in het gemeentelijk RUP Hoeve De Bartvelden wordt uitgesloten uit het plan.)
- Landbouwgebied Kessel-Liersesteenweg (gebied 22)
- Volgende gebieden worden gedifferentieerd als agrarisch gebied met overdruk natuurverweving i.f.v. het behoud en
- het herstel van het halfopen landschap rond de beekvalleien van Lindekensbeek en Rotbeek:
- De noordflank van de Lindekensbeek ten westen van de Terlakenweg (gebied 23);
- Het gebied tussen de Bartstraat en de valleien van Lindekensbeek en Rotbeek (gebied 24);
- Het gebied tussen Lindekensbeek en Rotbeek langs de Berlaarsesteenweg (gebied 25).
De GECORO heeft geen vragen en opmerkingen bij het bieden van toekomstperspectief aan bestaande actieve (en vergunde) landbouwbedrijven, door de actieve landbouwzetels en hun onmiddellijke omgeving onder puur ‘agrarisch gebied’ (artikel 1) te houden;
De GECORO heeft nog de volgende vragen en opmerkingen bij het verankeren van natuurbehoud-maatregelen binnen ‘agrarisch gebied met overdruk natuurverwevingsgebied’ (artikel 1.4) nabij de Nete en natuurgebieden;
- Binnen de overdruk ‘Natuurverwevingsgebieden’ wordt het volgende voorschrift opgenomen; ‘In voorkomend geval is een vastgesteld managementplan Natura 2000 bepalend voor de inrichting en het beheer van het gebied.’. Dit natuurverwevingsgebied wordt ingetekend tot tegen de landbouwbedrijfszetels. Een GECORO-lid vanuit de geleding landbouw stelt de vraag in welke zin gegarandeerd kan worden dat vergunningsverlening voor de bedrijven mogelijk blijft. Dit GECORO-lid stelt voor om een buffer in te tekenen.
De GECORO heeft nog de volgende vragen en opmerkingen bij het aanduiden van ‘bouwvrij agrarisch gebied’ (artikel 2);
- Een GECORO-lid vanuit de geleding landbouw merkt op dat de mogelijkheid tot bebouwing rond de Barthoeve vrij beperkt wordt.
- Een GECORO-lid vanuit de geleding landbouw stelt de vraag of de afbakeningen werden besproken met de betrokken bedrijven. Wie beweerd dat dit gebeurd is, want de bedrijfszetels weten van niets.
- Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat de afbakening normaal gezien doorsproken is geweest met landbouwinstanties.
- Een GECORO-lid geeft aan dat er wel steeds landbouwadministratie mee aan tafel zat tijdens de stuurgroepen/plangroepen, zij zijn wel betrokken geweest.
Voorzien van ruimte voor gemeenschapsvoorzieningen en groene ruimte bij de kern van Kessel
- Het openruimtegebied ten zuiden van de kern van Kessel (Nijlen) vervult een belangrijke rol als overgangsgebied tussen harde en zachte functies. Het is een gebied waar bewoners elkaar treffen en diverse functies samenkomen. Het beschrijvend bodemonderzoek bracht vervuiling met zware metalen (arseen, cadmium, lood, zink) en radium aan het licht. Er werd een ecotoxicologisch en humaan-toxicologisch, voornamelijk door begrazing door landbouwdieren, risico gedetecteerd. Het verspreidingsrisico is beperkt, maar is mogelijk bij grondverzet door verwaaiing van partikels. Hierbij dient rekening gehouden te worden bij de aanleg van het bos. Door de radiumvervuiling dient bij grondwerking ook een melding gemaakt te worden bij het FANC. De aanleg gebeurt best in een natte periode. Vermoedelijk is de vervuiling niet enkel afkomstig van het voormalige stort, maar ook door de afzetting van vervuild slib uit de Grote Nete. Hierover loopt eveneens een beschrijvend bodemonderzoek dat deze zomer zou worden afgerond. Verdere stappen voor een eventuele sanering van de site zal dus afhankelijk zijn van de resultaten van het BBO voor de vallei van de Grote Nete. In geval van bebossing kan fytoremediatie een interessante optie zijn voor de sanering van deze site. De zone die opgenomen is in het gemeentelijk RUP Hoeve De Bartvelden wordt uitgesloten uit het plan. Het woonuitbreidingsgebied Kerkeveld, aangeduid als ‘signaalgebied’ zal daarom herbestemd worden naar een openruimtebestemming waarbij de overstromingsgevoelige ruimte onbebouwd blijft en een zone voor gemeenschapsvoorzieningen buiten de overstromingsgevoelige zones waarbinnen er ruimte voorzien wordt voor de ontwikkeling of uitbreiding van een aantal zorg- en onderwijsvoorzieningen, cfr. de visie van de gemeente Nijlen.
- Het gebied wordt als volgt herbestemd:
- De hoger gelegen niet overstromingsgevoelige delen ten westen en ten oosten van het bestaande woonzorgcentrum wordt bestemd als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen (gebied 28) in functie van het behoud en eventueel uitbreiden van de bestaande gemeenschapsvoorzieningen en ontwikkelen van nieuwe gemeenschapsvoorzieningen (i.c. school);
- De overstromingsgevoelige zone langs de Lindekensbeek wordt bestemd als gemengd openruimtegebied (GO) (gebied 26). Binnen deze zone ligt o.a. een visvijver en een speelbos;
- De openruimtekamer tussen de bebouwing langs de Terlakenweg en Roggeweg en het bos langs de Lindekensbeek wordt bestemd als gemengd openruimtegebied (GO) (gebied 27).
De GECORO heeft nog de volgende vragen en opmerkingen bij het uitbreiden van ‘gebied voor gemeenschapsvoorziening’ (artikel 8), dit ter gedeeltelijke herbestemming van het woonuitbreidingsgebied (en een deeltje woongebied), welke de kwalitatieve uitwerking/herontwikkeling van het woonzorgcentrum, de gemeentelijke school van Kessel en de cluster-parking aan de Berlaarsesteenweg mogelijk maakt.
- Een GECORO-lid stelt de vraag of de pastoriewoning mee in dit RUP wordt opgenomen.
- Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat de gemeente vragende partij was om de zonevreemde woning aan het WZC mee te nemen in woongebied, maar dit is niet gebeurd.
De GECORO heeft nog de volgende vragen en opmerkingen bij het aanduiden van ‘gemengd open ruimte gebied’ (artikel 5), als overgangszone tussen gemeenschapsbestemming en open/groene/landbouw-ruimte.
- Een GECORO-lid merkt op dat mensen daar een hele diepe tuin hebben, en vraagt of dit woongebied is (Dongelstraat).
Behouden van de bestaande infrastructuur voor waterzuivering.
/
Mogelijkheden voor het behoud en de ontwikkeling van laagdynamische toeristisch-recreatieve voorziening in overeenstemming met de ruimtelijke draagkracht van het valleigebied.
- Op basis van de aandachtpunten vanuit de verschillende milieudisciplines wordt geconcludeerd dat het beleidsmatig niet aangewezen is om ontwikkelingsmogelijkheden voor verblijfsinfrastructuur te voorzien in de vallei van de Grote.
De GECORO heeft nog de volgende vragen en opmerkingen bij het uitblijven van verblijfsrecreatie, gezien de focus in dit gebied ligt op het vrijwaren van open en beboste ruimte, het herstel van het landschap en het verhogen van het waterbergend vermogen van de vallei;
- Een GECORO-lid stelt de vraag wat verblijfsrecreatie net inhoudt.
- Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat het kan gaan om bijvoorbeeld slow-cabins of vlot-campings etc.
- Een GECORO-lid stelt de vraag of verblijfsrecreatie ook niet geprobeerd was aan de Beemden.
- Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat dat het geval was maar dat deze nooit officieel open gegaan is. Departement Omgeving heeft hierop gehandhaafd.
Behoud van bouwkundig erfgoedelementen
/
Behoud van de bestaande lijninfrastructuur
- De Grote Nete (met alle aanhorigheden verbonden aan de waterweg zoals dijken en jaagpaden) wordt aangeduid als zone voor bestaande waterweg (gebied 35).
- Het tracé voor de aan te leggen waterleiding Walem-Viersel uit het daarvoor opgestelde ruimtelijk uitvoeringsplan wordt hernomen.
De GECORO heeft geen vragen en opmerkingen bij de herbestemming van de Grote Nete naar ‘Waterweginfrastructuur’ (artikel 10).
De GECORO heeft geen vragen en opmerkingen bij het lijnsymbool ‘Enkelvoudige leiding’ (artikel 12), waar binnen de voorliggende stedenbouwkundige voorschriften wordt opgelegd dat rekening gehouden moet worden met de natuur-, water- en landschappelijke kwaliteiten bij de aanleg van de drinkwaterleiding Viersel-Walem. Het specifieke RUP voor deze drinkwaterleiding legt dit namelijk niet op. Het tracé is binnen de voorliggende RUP-procedure niet voor bespreking vatbaar.
Plan-MER
Er diende voor het GRUP een plan-MER (planmilieueffectenrapport) opgemaakt te worden, alsook een watertoets en passende beoordeling. Het gaat dan over de aspecten water, biodiversiteit, landschap, bouwkundig erfgoed, archeologie, mens,
De effecten voor de disciplines Water, Biodiversiteit, Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie zijn voor alle onderzochte aspecten positief.
- In het plan-MER wordt gesteld dat het uitbreiden van de oppervlakte natuur- en bosgebied globaal zal leiden tot een verbetering van de waterkwaliteit gezien de strengere bemestingsregels leiden tot een verminderde nutriëntenbelasting en -uitspoeling vanuit landbouwpercelen.
- Het plan-MER spreekt zich echter niet concreet uit over de impact van de bemesting en beweiding in de agrarische gebieden volgens de algemene bemestingsnormen op de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater en op het halen van doelstellingen inzake waterkwaliteit, noch over de effecten op de natuur in de gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk en de Natura 2000-gebieden van agrarische activiteiten in de agrarische gebieden. Het verminderen van de negatieve effecten van stikstofemissies wordt aangepakt via het generieke beleid inzake de Programmatische Aanpak Stikstof en het mestdecreet/mestactieplan. Bij omgevingsvergunningsaanvragen voor landbouwbedrijven dienen op basis van concrete elementen in de vergunningsaanvraag deze effecten onderzocht te worden.
De GECORO heeft nog de volgende vragen en opmerkingen bij de positieve beoordeling van de effecten op de disciplines Water, Biodiversiteit, Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie;
- Een GECORO-lid vanuit de geleding landbouw is het niet eens met de stelling dat ‘het uitbreiden van de oppervlakte natuur- en bosgebied globaal zal leiden tot een verbetering van de waterkwaliteit gezien de strengere bemestingsregels leiden tot een verminderde nutriëntenbelasting en -uitspoeling vanuit landbouwpercelen’. Enkel landbouw wordt gemonitord naar uitspoeling van nutriënten toe. Er worden natte bossen voorgesteld, maar dat zou niet steeds beter zijn. Er wordt gesteld dat in landbouwgebied op tijd gestopt wordt met bemesting en dat deze opgenomen wordt door de gewassen, waar in bos nutriënten vrijkomen als de bladeren vallen, wat zorgt voor nitraat-uitspoeling in de herfst-winter. Bos wordt echter niet gemonitord. Er zijn in Nederland ontheffingen omdat metingen de normen overschrijden; wat men niet weet van bos is geen probleem?
- Een GECORO-lid verwijst naar de PAS die wel degelijk werd uitgevoerd, maar een GECORO-lid vanuit de geleding landbouw geeft aan dat deze niet wetenschappelijk onderbouwd is.
- Een GECORO-lid vanuit de geleding landbouw geeft aan dat er wordt verwezen naar het RSV, maar dat er weinig agrarisch gebied over blijft. Herbevestigd agrarisch gebied wordt aangenomen dat dit behouden blijft maar er wordt wel landbouw weggenomen door ANB, Sigma etc. In totaal is er reeds veel landbouwgebied verdwenen voor de Grote en Kleine Nete.
- Een GECORO-lid geeft aan dat voor de Grote Nete een strategisch project is opgestart maar dat dit is nog niet in voege is.
Voor de discipline Mens zijn de effecten hoofdzakelijk positief, behalve voor de gebruiksfunctie landbouw waarvoor de effecten als negatief beoordeeld worden.
- De beschreven negatieve effecten voor de gebruiksfunctie landbouw vloeien rechtstreeks voort uit de plandoelstellingen en de richtinggevende en bindende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen die een afname van de oppervlakte bestemd als agrarisch gebied voorzien en een toename van de oppervlakte bestemd voor natuur en bos in functie van de realisatie van de gewenste natuurlijke en agrarische structuur. Dit effect is dus onvermijdbaar en leidt niet tot aanpassingen aan het plan of de voorschriften.
- Anderzijds moet gesteld worden dat de gebieden die herbestemd worden van een agrarische bestemming naar een natuur- of bosbestemming in hoofdzaak laag gelegen natte en van nature overstroombare valleigronden zijn en dat deze herbestemmingen dus bijdragen aan de beleidsdoelstelling om het landbouwgebruik beter af te stemmen op de kenmerken van het fysisch systeem. De negatieve effecten gekoppeld aan het areaalverlies (landbouw- naar bosbestemming) situeren zich dus vooral op korte termijn en op niveau van de individueel betrokken landbouwbedrijven die deze gronden op dit ogenblik gebruiken. Hiervoor is er een generiek flankerend beleid van toepassing (met o.a. kapitaal- en gebruikersschadevergoedingen). Voor de landbouwgebruikspercelen binnen de zones die als wetland ingericht zullen worden als onderdeel van het Geactualiseerd Sigmaplan is er een specifiek flankerend beleid van toepassing waarbij bv. via de grondenbank ruilgronden voorzien worden voor de betrokken landbouwbedrijven.
- Het uitbreiden van de gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) kan een impact hebben op de vergunningsmogelijkheden van bepaalde types landbouwbedrijven (bv. veeteeltinrichtingen met onherstelbare en onvermijdbare schade aan de natuur in het VEN). Gezien het om een beperkte uitbreiding van de bestaande afbakening van de gebieden van het VEN gaat, zijn de landbouwbedrijven in de omgeving van deze VEN-gebieden in belangrijke mate reeds gevat door deze randvoorwaarden. Er worden geen bijkomende landbouwbedrijven hierdoor gevat ten opzichte van de bestaande situatie.
De GECORO heeft nog de volgende vragen en opmerkingen bij de positieve beoordeling van de effecten op de discipline Mens;
- Een GECORO-lid vanuit de geleding landbouw is het niet eens met de stelling dat ‘de negatieve effecten gekoppeld aan het areaalverlies (landbouw- naar bosbestemming) zich vooral situeren op korte termijn en op niveau van de individueel betrokken landbouwbedrijven die deze gronden op dit ogenblik gebruiken’. Het huidige areaal ligt nu al lager dan de bindende bepalingen uit het RSV en er word meer grond afgenomen. De negatieve effecten zijn niet op korte termijn, want grond verdwijnt permanent en dit heeft impact op de landbouwbedrijven.
Ten aanzien van de discipline Bodem zijn er verschillende effecten te verwachten, naar gelang de bestemming en de locatie in de vallei.
- In de agrarische gebieden waar bestaande landbouwbedrijven kunnen uitbreiden of nieuwe landbouwbedrijfsgebouwen kunnen opgericht worden, kan het plan aanleiding geven tot bijkomende verharding en bebouwing. Ten opzichte van de bestemmingen van het bestaande gewestplan worden de bebouwbare delen van het agrarisch gebied echter sterk verminderd door het differentiëren van het agrarisch gebied als bouwvrij agrarisch gebied of agrarisch gebied met overdruk natuurverweving en worden er enkel ruimtelijk beperkte zones rond de bestaande landbouwbedrijfszetels bestemd als agrarisch gebied waar bijkomende agrarische bebouwing kan toegelaten worden (mits het verkrijgen van een omgevingsvergunning).
- In de natuur- en bosgebieden kan natuurontwikkeling, de uitbreiding van bossen en het vermijden van intensieve bodembewerking zorgen voor een verbeterde bodemstructuur. Bebossing heeft een positief effect op de bodemkwaliteit. Inzet van bebossing als fytoremediatie ter hoogte van de voormalige stortplaats (gebied 7) kan de bodemkwaliteit ten goede komen. Bij verontreinigde bodems die natter zullen worden, bestaat de kans dat de aanwezige zware metalen en radionucliden zullen migreren. Doordat in de planologische referentiesituatie reeds een bodemsaneringsproject zou uitgevoerd zijn op de verontreinigde gronden, kan voor de bodems die natter worden een positief effect op de bodemkwaliteit verwacht worden omwille van nutriëntenuitloging vanuit landbouwpercelen. Vanuit het Sigmaproject kan worden aangegeven dat deze afstemming inderdaad voorzien wordt en ook op het ogenblik van de vergunningsverlening bewaakt dient te worden.
De GECORO heeft nog de volgende vragen en opmerkingen bij de positieve beoordeling van de effecten op de discipline Bodem;
- Een GECORO-lid vanuit de geleding landbouw geeft aan dat men in de buurt van het stort een brief heeft gekregen van OVAM.
- Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat dit niet over het stort van Agfa Gevaert gaat. Men kreeg een brief voor sanering.
- Een GECORO-lid geeft aan dat er twee stortplaatsen ingetekend staan.
- Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat het één met steenpuin en één met zware metalen betreft, dus een andere categorie.
Beraadslaging
Bestemming ‘Natuurgebied’ (artikel 3) met overdruk ‘Grote Eenheid Natuur (GEN)’ (3.3)
De GECORO heeft tijdens de beraadslaging nog de volgende opmerkingen;
- Er wordt aangegeven dat Natuurpunt ooit de uiterste percelen van het nu ingetekende GEN heeft opgekocht, daarom is de zone uitgebreid. Dit zou een structureel probleem voor de landbouw zijn; dat Natuurpunt stukken landbouwgebied koopt. Het perceel van natuurpunt heeft ook maar een tijdelijke erkenning als natuurreservaat. De reden van de uitbreiding is puur opportuniteit dat Natuurpunt grondeigenaar is, bosgebied dat in beheer is. Er wordt aangegeven dat de gemeente de oefening zou moeten maken naar alle oppervlakte aan open ruimte dat reeds verdwenen is. Dit door natuurherstelwet, men mag niet enkel kijken naar agrarisch gebied.
- De gemeente treed bij dat de afbakening beperkt moet blijven tot het huidige VEN.
- Een GECORO-lid geeft daartegenover aan dat het is niet zo is dat omdat dit VEN ooit is vastgesteld, dat dit niet aangepast kan worden. Klimaat/natuur kan veranderen wat zorgt voor vraag naar verandering.
- Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat de gemeente dit wil aanpakken; landbouwgebied dat als bos gebruikt wordt en andersom oplossen door een open ruimte RUP op te maken om de foute planologische toestand van het Gewestplan aan te pakken.
- Een GECORO-lid geeft aan dat men op de basisdoelstellingen niet veel op tegen kan hebben, de GECORO is hier ook unaniem mee akkoord. Er gebeuren ook positieve zaken. De gemeente wordt niet getroffen door Sigma. Dit is een voordel. Het is vrij evenwichtig uitgespreid nu. Lid is grote voorstander.
- Het afdelingshoofd Ruimte geeft aan dat het Departement Omgeving hier ook de visie uit het Open Ruimte Perspectief in de vallei mogelijk maakt.
- Een GECORO-lid vat samen dat de grootste bezorgdheid bestaat naar vergunningsverlening naar de toekomst toe. Bv naar Bartvelden.
- Een GECORO-lid geeft aan dat het VEN niet veranderd, hier wordt een overdruk ‘GEN’ gegeven.
- Daartegenover stelt een GECORO-lid dat het GEN ook impact heeft op vergunningsverlening (natuurtoets etc.), zelfde voor natuurverwevingsgebied dat tot tegen bedrijfszetels worden getroffen.
Gezien de uiteenliggende meningen, initieert de voorzitter een stemming;
Gunstig | 2 |
Voorwaardelijk gunstig met de volgende voorwaarde; - Het VEN dient beperkt te blijven tot de huidige grens, zoals door de gemeente steeds werd verdedigd. Dit omwille van de rechtszekerheid naar de omliggende landbouwbedrijven toe (i.f.v. omgevingsvergunningen).
| 9 |
Ongunstig | 0 |
De GECORO adviseert de toepassing van de bestemming ‘Natuurgebied’ (artikel 3) met overdruk ‘Grote Eenheid Natuur (GEN)’ (3.3) VOORWAARDELIJK GUNSTIG, met de volgende voorwaarde; het VEN dient beperkt te blijven tot de huidige grens, zoals door de gemeente steeds werd verdedigd. Dit omwille van de rechtszekerheid naar de omliggende landbouwbedrijven toe (i.f.v. omgevingsvergunningen).
Bestemming ‘Bosgebied’ (artikel 4)
De GECORO heeft tijdens de beraadslaging nog de volgende opmerkingen;
- De nieuw ingetekende bospercelen zouden volgens een GECORO-lid mee als verweving ingetekend kunnen worden. Deze werden altijd gebruikt als landbouwgebied, en nu opeens bosgebied. Principe kan ondersteund worden, maar het gaat om afbakeningen. En beheersovereenkomsten vormen een pijnpunt.
- Een ander GECORO-lid geeft daartegenover aan dat het om een beek-begeleidende bestemming gaat.
De GECORO adviseert de toepassing van de bestemming ‘Bosgebied’ (artikel 4) GUNSTIG.
Bestemmingen ‘Agrarisch gebied’ (artikel 1), overdruk ‘Natuurverwevingsgebied’ (artikel 1.4) en ‘Bouwvrij agrarisch gebied’ (artikel 2)
De GECORO adviseert de toepassing van de bestemmingen ‘Agrarisch gebied’ (artikel 1), overdruk ‘Natuurverwevingsgebied’ (artikel 1.4) en ‘Bouwvrij agrarisch gebied’ (artikel 2) VOORWAARDELIJK GUNSTIG, met de volgende voorwaarden; er dient een garantie ingebouwd te worden dat vergunningverlening voor de bestaande landbouwsites niet beperkt wordt. Dit door de afbakeningsgrenzen te herbekijken/onderzoeken (bv. t.o.v. natuurverwevingsgebied). Het plan dient doorgesproken te worden met de effectieve aanwezige landbouwzetels.
Bestemmingen ‘Gebied voor gemeenschapsvoorziening’ (artikel 8) en ‘Gemengd open ruimte gebied’ (artikel 5)
De GECORO adviseert de toepassing van de bestemmingen ‘Gebied voor gemeenschapsvoorziening’ (artikel 8) en ‘Gemengd open ruimte gebied’ (artikel 5) GUNSTIG.
Uitsluiten verblijfsinfrastructuur
De GECORO adviseert de uitsluiting van verblijfsinfrastructuur GUNSTIG.
Bestemmingen ‘Waterweginfrastructuur’ (artikel 10) en ‘Enkelvoudige leiding’ (artikel 12)
De GECORO adviseert de toepassing van de bestemmingen ‘Waterweginfrastructuur’ (artikel 10) en ‘Enkelvoudige leiding’ (artikel 12) GUNSTIG.
Plan-MER
De GECORO adviseert het voorliggende plan-MER als VOORWAARDELIJK GUNSTIG, met de volgende voorwaarde; de impact van andere actoren op de bodem, naast landbouw, dient ook meegenomen te worden (zoals bosgebied).
Samenvattend geeft de GECORO de volgende deeladviezen mee;
- De GECORO adviseert de toepassing van de bestemming ‘Natuurgebied’ (artikel 3) met overdruk ‘Grote Eenheid Natuur (GEN)’ (3.3) VOORWAARDELIJK GUNSTIG, met de volgende voorwaarde; het VEN dient beperkt te blijven tot de huidige grens, zoals door de gemeente steeds werd verdedigd. Dit omwille van de rechtszekerheid naar de omliggende landbouwbedrijven toe (i.f.v. omgevingsvergunningen).
- De GECORO adviseert de toepassing van de bestemming ‘Bosgebied’ (artikel 4) GUNSTIG.
- De GECORO adviseert de toepassing van de bestemmingen ‘Agrarisch gebied’ (artikel 1), overdruk ‘Natuurverwevingsgebied’ (artikel 1.4) en ‘Bouwvrij agrarisch gebied’ (artikel 2) VOORWAARDELIJK GUNSTIG, met de volgende voorwaarden; er dient een garantie ingebouwd te worden dat vergunningverlening voor de bestaande landbouwsites niet beperkt wordt. Dit door de afbakeningsgrenzen te herbekijken/onderzoeken (bv. t.o.v. natuurverwevingsgebied). Het plan dient doorgesproken te worden met de effectieve aanwezige landbouwzetels.
- De GECORO adviseert de toepassing van de bestemmingen ‘Gebied voor gemeenschapsvoorziening’ (artikel 8) en ‘Gemengd open ruimte gebied’ (artikel 5) GUNSTIG.
- De GECORO adviseert de uitsluiting van verblijfsinfrastructuur GUNSTIG.
- De GECORO adviseert de toepassing van de bestemmingen ‘Waterweginfrastructuur’ (artikel 10) en ‘Enkelvoudige leiding’ (artikel 12) GUNSTIG.
- De GECORO adviseert het voorliggende plan-MER als VOORWAARDELIJK GUNSTIG, met de volgende voorwaarde; de impact van andere actoren op de bodem, naast landbouw, dient ook meegenomen te worden (zoals bosgebied).
Bij het opmaken van het verslag (23/06/2023) blijkt dat er sprake is van belangenvermenging.
Een GECORO-lid binnen de geleding landbouw heeft een landbouwbedrijf en landbouwgronden liggen binnen het plangebied. Conform de Deontologie (Huishoudelijk reglement adviesraden, goedgekeurd door de gemeenteraad van 13 december 2016, hoofdstuk 11, artikel 16) is het voor een lid van de adviesraad verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming over aangelegenheden waarin hij of zij een persoonlijk en rechtstreeks belang heeft. Dit GECORO-lid was echter wel aanwezig tijdens de bespreking, beraadslaging en adviesvorming, waardoor het gevormde advies officieel als ongeldig wordt verklaard.