2024_RC_VM_00003 - Kennisneming regionaal mobiliteitsplan Kempen - Kennisneming

Op 11 januari 2024 heeft de Vlaamse Minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Lydia Peeters het Regionaal Mobiliteitsplan 2030-2050 voor de vervoerregio Kempen officieel goedgekeurd, nadat de Vervoerregioraad het plan op 20 december 2023 definitief heeft vastgesteld. Dat plan tekent de toekomst van de mobiliteit in de vervoerregio Kempen uit en bevat acties voor lokale en bovenlokale overheden om die toekomstvisie te realiseren. Dit plan is het resultaat van een intensieve samenwerking tussen de steden en gemeenten van de vervoerregio met de Vlaamse Overheid, de provincie en de haven. De nadruk wordt gelegd op het bovenlokale aspect, zonder het lokale uit het oog te verliezen. Ook het middenveld en de burger zelf werkten hieraan mee.

Het regionaal vervoersplan Kempen werd door de minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Lydia Peeters, plan definitief goedgekeurd. Daar dit plan betrekking heeft tot grondgebied Nijlen dient de raadscommissie mobiliteit en verplaatsingsgedrag hiervan kennis te nemen.

https://assets.vlaanderen.be/image/upload/v1705504716/REGIONAAL_MOBILITEITSPLAN_kempen_0_qdtsnf.pdf

Tijdens de bespreking van de Raadscommissie voor Mobiliteit en Verplaatsingsgedrag worden volgende opmerkingen gegeven ivm het regionaal mobiliteitsplan Kempen:

• Een raadscommissie-lid merkt op dat het plan betere openbare dienstverlening belooft maar in plaats van een toename van het vervoer, lijken financiële overwegingen de dienstverlening te beïnvloeden. Hij benadrukt dat de kosten niet op de eerste plaatsten zouden moeten komen. Het openbaar vervoer bereikt momenteel geen hoog niveau, het functioneert niet goed en voldoet niet aan de behoefte van de gemeenschap. 
  • Schepen van mobiliteit geeft mee dat hij de achterliggende gedachte van de visie begrijpt: "Hoe kunnen we meer mensen bereiken met dezelfde financiële middelen?". Hoewel dit grondig zal worden geanalyseerd, is de schepen ervan overtuigd dat er een oplossing gevonden zal worden. 
  • Raadscommisie-lid merkt op dat het een algemene indruk is die geldt voor elk vervoermiddel: ze rijden niet, ze zijn te laat, enzovoort. Dit geldt niet alleen voor De Lijn, maar ook ook voor de NMBS, waar dit probleem zelfs nog erger lijkt te zijn.
  •  Schepen van mobiliteit geeft aan samen gezeten te hebben met de NMBS waarin NMBS heeft medegedeeld dat zij ook veel klachten krijgen maar dat zij hun best doen om de nodige info te verschaffen, zo zijn er zijn investeringen nodig. Seinstoringen, verouderde apparatuur (expo 56'-toestellen), defecte apparaten,  spoorlopers, mensen die de gesloten slagboom negeren, aanrijdingen tegen slagbomen, ...
• Een raadscommissie-lid vraagt naar de stand van zaken ivm de hoppinpunten.
  • Schepen van mobiliteit geeft mee dat dit niet zo goed gecoördineerd wordt en dat het meer is dan enkel een zuil. Het gaat echt over het combineren van verschillende verkeersmodi. De coördinatie die vanuit de hogere overheid plaatsvindt, is niet zo gestructureerd als zou moeten.