Voormalig raadslid en schepen van de gemeente Nijlen Walter Caethoven is op 19 juni 2024 overleden. De afscheidsplechtigheid heeft plaatsgehad op donderdag 27 juni 2024. Ons medeleven gaat uit naar de familie en vrienden van Walter.
De notulen en het zittingsverslag van de vorige gemeenteraad dienen ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de volgende raadszitting.
Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Artikel 26 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, zoals vastgesteld in de gemeenteraad van 21 juni 2022.
De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 18 juni 2024 zijn opgemaakt.
De notulen en het zittingsverslag kunnen worden goedgekeurd.
De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 18 juni 2024 worden goedgekeurd.
Conform het decreet lokaal bestuur heeft het lokaal bestuur Nijlen in de gemeente- en OCMW raad van 11 juni 2019 het kader voor organisatiebeheersing goedgekeurd. Dit kader is gebaseerd op de leidraad organisatiebeheersing voor lokale besturen.
De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau over de organisatiebeheersing. Die rapportering gebeurt jaarlijks uiterlijk voor 30 juni van het daaropvolgende jaar. Ter voorbereiding hiervan zullen ook steeds het managementteam en de leden van het vast bureau worden geïnformeerd.
Artikel 219 van het decreet over het lokaal bestuur, in werking sinds 1 januari 2019.
De leidraad organisatiebeheersing voor lokale besturen hanteert 10 thema’s om de doelstellingen omtrent organisatiebeheersing te bereiken, namelijk:
Via een vragenlijst werd gepeild naar de realisatiegraad van de doelstellingen per thema van de Leidraad organisatiebeheersing. Minstens de leden van het MAT, leden van het college, de coördinatoren en de experts binnen het thema werden gevraagd de vragenlijst in te vullen. Afhankelijk van het thema werden nog bijkomende deelnemers bevraagd.
De vragenlijsten bestaan uit een aantal stellingen uit de basismaatregelen in de leidraad die werden beoordeeld op een schaal van 1 (helemaal oneens) tot 5 (helemaal eens).
De thema's Personeelsbeleid, Organisatiestructuur en Organisatiecultuur werden onder één vragenlijst ondergebracht omwille van het samenvallen met de Great Place to Work bevraging. In de zelfevaluatie moesten bijgevolg een aantal vragen niet terug opgenomen worden. De resultaten uit de Great Place to Work bevraging werden geïntegreerd in de resultaten van de zelfevaluatie.
Rekening houdend met onze eigen bevindingen en die van Audit Vlaanderen, vernieuwden we onze aanpak voor organisatiebeheersing.
Onze aanpak voor organisatiebeheersing zal:
Ter beheersing van de risico’s die zichtbaar werden uit de resultaten van de zelfevaluatie en andere audits of onderzoeken zetten we de komende periode in op onderstaande projecten:
Er wordt kennis genomen van de jaarlijkse rapportering organisatiebeheersing.
Alle gemeentevennoten, waarvoor Pidpa rioleringsactiviteiten verzorgt, kunnen gebruik maken van de raamovereenkomst waarin Pidpa optreedt als aankoopcentrale voor gemeentelijke grachten en bermen.
Pidpa treedt voor deze opdracht op als aankoopcentrale voor haar vennoten/gemeentes in de zin van art. 2,6° van de Overheidsopdrachtenwet voor het volgende:
- Maaien van wegbermen;
- Maaien van vegetatie op talud- en/of bodem, manueel en machinaal;
- Grondig ruimen open grachten, manueel en machinaal;
- Afvoer en verwerking van gemaaide en geruimde materialen, maaisel en grachtenslib.
De wet op de overheidsopdrachten van 17 juni 2016, meer bepaald artikels 2, 6°a) en 7°b) en artikel 47 § 2.
Artikels 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, met betrekking tot de bevoegdheid van de gemeenteraad.
De aanbesteding voor het nieuwe raamcontract R-23-012 ‘ruimen en maaien van grachten en maaien van bermen’ is afgerond en de percelen zijn toegewezen aan gegunde aannemers.
Perceel 3 werd gegund aan de firma Abog nv te Wetteren.
De uitvoeringstermijn bedraagt 4 jaar.
Het gemeenteraad beslist om toe te treden tot het raamcontract van Pidpa 'ruimen en maaien van grachten en maaien van bermen'.
De gemeente is lid van de Intergemeentelijke Aankoopdienst (IAD) van IOK.
IOK heeft een groepsaankoop aangaande “raamovereenkomst voor het preventief onderhoud en herstelling van liften” gevoerd. Deze opdracht heeft als voorwerp het uitvoeren van het preventief onderhoud van liften en het uitvoeren van herstellingen aan de geïnteresseerde besturen die lid zijn van de intergemeentelijke aankoopdienst van IOK, en dit voor een periode van 4 jaar.
De voorziene startdatum is 1 juli 2024.
De dienstverlenende vereniging IOK treedt voor de leden van IAD op als aankoopcentrale in de zin van artikel 2, 6°a) en 7°b) van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten. Een aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren, conform artikel 47 § 2 van bovenvermelde wet.
Op 17 mei 2024 heeft de raad van bestuur van IOK de opdracht met betrekking tot de groepsaankoop “raamovereenkomst voor het preventief onderhoud en herstelling van liften” gegund aan en bij mededeling van 7 juni 2024 gesloten met De Lift nv, Begoniastraat 30c, 9810 Eke-Nazareth.
De gemeente begroot het bedrag voor de afname op basis van de raamovereenkomst op € 51 807,36 (inclusief btw).
De gemeente wordt nu gevraagd om toe te treden tot de gegunde en gesloten groepsaankoop van de aankoopcentrale IOK.
De gemeenteraad keurt de toetreding tot de aankoopcentrale van IOK aangaande de groepsaankoop “raamovereenkomst voor het preventief onderhoud en herstelling van liften” voor een bedrag van € 51 807,36 (inclusief btw), goed.
De gemeente Nijlen wenst voor het binnengebied gelegen tussen de Nieuwstraat, Pastoriestraat, Zagerijstraat en Kessel-Dorp een volledige ontsluiting te voorzien met het oog op, onder meer, de toekomstige ontwikkeling van het binnengebied. Vandaag is het binnengebied niet (volledig) ontsloten, zodat de gemeenteraad met huidig besluit overgaat tot de definitieve vaststelling van het nieuwe rooilijnplan dat voor de betrokken zone zal gelden.
Op 26 maart 2024 keurde de gemeenteraad de voorlopige vastlegging van het ontwerp Rooilijnplan Emilie Van Praetpark goed.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 20017 en latere wijzigingen, in het bijzonder de artikelen 2 en 40 inzake de (volheid van) bevoegdheid van de gemeenteraad.
Het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019, in het bijzonder de artikelen 3 en 4 alsook 11 en 16 tot en met 19 inzake de vaststelling van gemeentelijke rooilijnplannen.
Een gemeentelijk rooilijnplan is, overeenkomstig artikel 2, 5° van het Decreet houdende de gemeentewegen:
“5° gemeentelijk rooilijnplan: grafisch verordenend plan waarbij de huidige en toekomstige grenzen van een of meer gemeentewegen worden bepaald. Het gemeentelijk rooilijnplan geeft een openbare bestemming aan de gronden die in de gemeenteweg opgenomen zijn of opgenomen zullen worden;”
Op basis van artikel 17 van het Decreet houdende de gemeentewegen stelt de gemeenteraad het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan voorlopig vast. Huidig besluit kadert in deze bevoegdheid van de gemeenteraad en zal het ontwerp van rooilijnplan, zoals opgemaakt door landmeter Wim Peers van Landtec bvba op 19 augustus 2022, voorlopig vaststellen als eerste stap in de procedure tot vaststelling van de nieuwe rooilijn.
Het voorlopig niet-ontwikkeld binnengebied, gelegen tussen de Pastoriestraat, Zagerijstraat, Nieuwstraat en Kessel-Dorp wordt hieronder afgebeeld:
Dit binnengebied is ideaal om te worden aangesneden in functie van woonontwikkelingen, gelet op de centrale ligging vlak bij de kern van deelgemeente Kessel. Het binnengebied herbergt daarnaast ook heel wat andere kwaliteiten, waarbij mobiliteit in functie van de zachte weggebruiker voor de gemeente centraal staat.
Het opzet is het binnengebied doorwaadbaar te maken, opdat de trage weggebruiker dit binnengebied maximaal kan aanwenden om zich van de ene naar de andere kant van de gemeente te verplaatsen. Het algemeen belang van de inwoners van de gemeente Nijlen (in het bijzonder van de deelgemeente Kessel) staat hierbij centraal.
Vandaag is het binnengebied niet (volledig) ontsloten, zodat er een noodzaak bestaat een volledige nieuwe ontsluiting te voorzien voor dit binnengebied. Niet alleen de ontsluiting van het binnengebied wordt vooropgesteld met het rooilijnplan, maar ook de inrichting van het binnengebied als zodanig. Ook deze inrichting wordt volledig voorzien in functie van de inwoners van de gemeente en werd reeds ontworpen door LAND landschapsarchitecten. Het groene park, centraal in het binnengebied, zal volledig toegankelijk zijn voor het publiek. Het wordt ook autovrij ingericht, zodat het park werkelijk als veilige, groene ontmoetingsplaats kan dienstdoen binnen de deelgemeente Kessel.
De gemeente voorziet de verwerving van de innames via de gratis grondafstand. Indien bepaalde innames niet via de gratis grondafstand kunnen worden verworven, zal voor de realisatie van het rooilijnplan ook de onteigening kunnen worden toegepast (artikel 27 van het Decreet houdende de gemeentewegen). Er werden in het verleden reeds verschillende (omgevings)vergunningen verleend waarin de kosteloze grondafstand werd opgenomen als last enerzijds, of samenwerkingsovereenkomsten afgesloten anderzijds. Voor deze delen dient er uiteraard geen verwerving meer te gebeuren.
De verwerving van de ingetekende innames is bijgevolg noodzakelijk, opdat de gemeente:
Op basis van artikel 16, §2 van het decreet houdende de gemeentewegen bevat het gemeentelijk rooilijnplan minstens de volgende elementen:
1° de actuele en toekomstige rooilijn van de gemeenteweg
2° de kadastrale vermelding van de sectie, de nummers en de oppervlakte van de getroffen kadastrale percelen en onroerende goederen
3° de naam van de eigenaars van de getroffen kadastrale percelen en onroerende goederen volgens kadastrale gegevens of andere gegevens die voor het gemeentebestuur beschikbaar zijn.
Het rooilijnplan dat met huidig gemeenteraadsbesluit wordt goedgekeurd, bevat alle bovenvermelde elementen en voldoet bijgevolg aan het decreet houdende gemeentewegen.
Op basis van artikel 16, §3 van het Decreet houdende de gemeentewegen bevat het gemeentelijk rooilijnplan in voorkomend geval de volgende aanvullende elementen:
1° een berekening van de eventuele waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden ten gevolge van de aanleg, wijziging of verplaatsing van een gemeenteweg overeenkomstig artikel 28
2° de nutsleidingen die door de wijziging of verplaatsing van de gemeenteweg op private eigendom zullen liggen
De artikelen 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen stellen:
“Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.”
“Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.”
Motivering inzake de overeenstemming met de artikelen 3 en 4 van het decreet houdende gemeentewegen
De vaststelling van het ontwerp van rooilijnplan kadert bij uitstek in de doelstellingen en principes die worden vooropgesteld in het Gemeentewegendecreet.
1. De uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau (artikel 3)
Een eerste principe waarmee rekening dient te worden gehouden bij wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet is de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau. Het rooilijnplan voorziet de globale ontsluiting van het (voorlopig nog niet-ontwikkeld) binnengebied, ofwel het Emilie van Praetpark. Opzet van het rooilijnplan is het binnengebied autovrij te maken, zodat de trage weggebruiker maximaal kan profiteren van een veilig, autovrij netwerk van aangename wandelpaden om zich te verplaatsen doorheen deelgemeente Kessel.
Aangezien er met het ontwerp van rooilijnplan wordt voorzien in een scheiding tussen gemotoriseerde voertuigen en trage weggebruikers, is de vaststelling ervan alvast in overeenstemming met het eerste principe inzake de “veiligheid”. Ook betreft het een wegennet op lokaal niveau, zodat ook deze voorwaarde/principe wordt gerespecteerd.
2. Herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen (artikel 3)
Een tweede punt heeft betrekking op het herwaarderen of beschermen van een fijnmazig netwerk van trage wegen. Op vandaag is het betrokken binnengebied niet ontwikkeld of aangelegd. Het betreft een braakliggend terrein met veel potentieel. Aangezien de gemeente in het bijzonder een fijnmazig netwerk van trage wegen wil realiseren in het binnengebied (dat doorwaadbaar zal zijn en voor eenieder toegankelijk), wordt ook dit principe uit het decreet nageleefd. De vaststelling van het ontwerp van rooilijnplan draagt volledig bij aan deze principes.
3. Algemeen belang (artikel 4)
Het gemeentewegendecreet bepaalt uitdrukkelijk dat wijzigingen van het gemeentelijk wegennet steeds ten dienste staan van het algemeen belang.
De gemeenteraad stelt vast dat de vaststelling van het rooilijnplan (waarbij aldus de grens tussen het openbaar domein en de private aangelanden worden vastgelegd) volledig ten dienste staat van het algemeen belang. Zoals hoger reeds vermeld, is het de bedoeling het binnengebied aan te leggen door middel van een netwerk van trage wegen die voor het publiek (lees: inwoners van de deelgemeente Kessel (of verder) worden opengesteld. Deze trage wegen zijn een enorme meerwaarde in de kern van de gemeente en zullen ervoor zorgen dat de trage weggebruiker zich op een veilige en aangename manier van de ene naar de andere kant van de gemeente kan begeven zonder daarbij in conflict te komen met gemotoriseerde voertuigen.
Aangezien de inwoners van deelgemeente Kessel (en eventueel bij uitbreiding van de gemeente Nijlen als zodanig) een voordeel ondervinden van de aanleg van het netwerk van trage wegen in het binnengebied, wordt het algemeen belang gediend met de vaststelling van het ontwerp van rooilijnplan.
4. Wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd (artikel 4)
Met het voorliggend ontwerp van rooilijnplan wordt er geen gemeenteweg gewijzigd, verplaatst of afgeschaft, integendeel. Het ontwerp van rooilijnplan is er net op voorzien een nieuwe rooilijn vast te stellen, zodat de grens tussen het openbaar domein en de private aangelanden wordt vastgelegd voor de toekomst. Op basis van dit rooilijnplan kan de gemeente vervolgens overgaan tot realisatie ervan in de praktijk. Het vaststellen van een nieuwe rooilijn valt niet samen met de wijziging, verplaatsing of afschaffing van een reeds bestaande gemeenteweg.
5. Verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen (artikel 4)
Het decreet houdende de gemeentewegen bepaalt verder dat de verkeersveiligheid en ontsluiting van aangrenzende percelen steeds in acht worden genomen.
Op heden zijn de percelen die grenzen aan de nieuwe rooilijn onbebouwd en in eigendom van projectontwikkelaars. De percelen die centraal in het binnengebied gelegen zijn kunnen op geen enkele manier problemen ondervinden in verband met verkeersveiligheid, aangezien de gemeente voorziet het binnengebied te voorzien van een fijnmazig netwerk van trage wegen zonder inmenging van gemotoriseerde voertuigen.
Daarnaast geldt dat de percelen centraal in het binnengebied op heden niet ontsloten zijn, zodat zij ingevolge de aanleg van een nieuwe wegenis alleen maar bevoordeeld worden aangezien er op dat moment een publieke ontsluiting zal worden aangelegd.
Voor de percelen aan de rand van het binnengebied geldt op vlak van ontsluiting dat zij geen te allen tijde ontsloten blijven/zijn, ook na de vaststelling van het nieuwe rooilijnplan. Deze vaststelling heeft geen enkele invloed op het ontsloten karakter van de omliggende percelen. Sterker nog: percelen die niet (voldoende) ontsloten zouden zijn, kunnen in de toekomst mee profiteren van de aanleg van de wegenis.
Op vlak van verkeersveiligheid gelden de volgende overwegingen:
In de twee laatste scenario’s zal de knip niet gelden voor huisvuilophaling en hulpdiensten, wat een positief effect heeft op de mobiliteitsimpact van dit scenario.
Elk van de drie scenarios zullen in de toekomst gepaard gaan met weg en rioleringwerken in de Zagerijstraat.
6. Gemeentegrensoverschrijdend perspectief
De voorlopige vaststelling van het ontwerp van rooilijnplan heeft geen gemeentegrensoverschrijdende impact nu het gaat om de ontsluiting van één lokaal binnengebied.
7. Actuele functie van de gemeenteweg en behoeften van toekomstige generaties – ruimtelijke behoeften afwegen
Heden ligt er in het binnengebied (nog) geen gemeenteweg, zodat de actuele functie ervan niet in rekening kan worden genomen. Enkele invalswegen naar het binnengebied (Zagerijstraat en zuidelijke Nieuwstraat) zijn op vandaag wel reeds gedeeltelijk aanwezig als gemeenteweg. De actuele functie van deze gemeentewegen heeft louter betrekking op het ontsluiten van het bestemmingsverkeer van de lokale bewoners van de respectieve straten. Deze actuele functie komt niet in het gedrang door de vaststelling van het ontwerp van rooilijnplan, aangezien hiermee slechts de feitelijke situatie wordt verankerd in een rooilijnplan. De actuele functie blijft bijgevolg ongewijzigd aanwezig. Het rooilijnplan verandert hier niets aan.
Met de behoeften van de toekomstige generaties wordt maximaal rekening gehouden in het ontwerp van rooilijnplan, doordat er centraal in het binnengebied wordt voorzien te werken met een netwerk van trage wegen. Bij een eventuele latere ontwikkeling van het binnengebied heeft de toekomstige generatie die zich er gaat vestigen, alsook de passanten, uiteraard belang bij een aangename omgeving met bijhorende, veilige wegenis. De behoeften van de toekomstige generaties worden hiermee ingevuld zonder afbreuk te doen aan de huidige generatie/actuele functie van de reeds bestaande wegenissen.
Gelet op bovenstaande overwegingen, kan men vaststellen dat de doelstellingen en principes van het decreet houdende de gemeentewegen worden gerespecteerd binnen het ontwerp van rooilijnplan dat ter voorlopige goedkeuring voorligt.
Openbaar onderzoek - Behandeling bezwaarschriften
In zitting van de gemeenteraad van 26 maart 2024 werd het rooilijnplan voor de realisatie van het Emilie Van Praetpark voorlopig vastgesteld.
Over deze voorlopige vaststelling werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 15 april 2024 tot en met 15 mei 2024. Er werden in totaal 11 bezwaarschriften ingediend en één opmerking overgemaakt door IOK. Eén van de bezwaarschriften werd ondertekend door meerdere buurtbewoners.
De provincie Antwerpen laat met haar advies van 3 mei 2024 weten geen opmerkingen te hebben bij het rooilijnplan.
In wat volgt zullen de bezwaren worden besproken. Identieke bezwaren worden slechts één keer beantwoord en niet telkens hernomen.
A. Bezwaarschrift nr. 1
1. Opmerking in verband met aangrenzende eigenaars
Samenvatting van het bezwaar
Eén van de bezwaarindieners stelt dat haar perceel ook grenst aan de nieuwe rooilijn en wel bebouwd is, alsook dat zij geen ontwikkelaar is. In het besluit van de gemeenteraad inzake de voorlopige vaststelling wordt opgemerkt dat “de percelen die grenzen aan de nieuwe rooilijn onbebouwd zijn en in eigendom van projectontwikkelaars”.
Behandeling van het bezwaar
Het is correct dat ook het (bebouwd) perceel van de bezwaarindiener grenst aan de nieuwe rooilijn en dat zij geen ontwikkelaar is. Het bezwaar is echter niet relevant in het kader van het openbaar onderzoek, want geeft niet meer dan een feitelijke vaststelling van de bestaande toestand. Wie er eigenaar is van de aanpalende percelen is bijgevolg niet relevant in functie van de vaststelling van de rooilijn.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
2. Gratis grondafstand
Samenvatting van het bezwaar
De bezwaarindiener merkt op dat zij niet akkoord gaat met het vrijwillig afstaan van haar grond voor de realisatie van het rooilijnplan. Zij vraagt kopie van de overeenkomsten/beslissingen waarin de grondafstand zou zijn vastgesteld.
Behandeling van het bezwaar
Het eigendom van de bezwaarindiener wordt opgenomen in de tabel der getroffen eigenaars. Met de bezwaarindiener bestaat geen overeenkomst inhoudende grondafstand, zodat hiervan ook geen afschrift kan worden overgemaakt. Echter zal deze grondafstand als last worden opgelegd in een eventuele toekomstige omgevingsvergunning.
Wordt er geen omgevingsvergunning aangevraagd, geldt dat de overheid – indien dit nodig zou zijn voor de realisatie van de nieuwe rooilijn – tot onteigening kan overgaan.
Los van het voorgaande stelt de gemeente vast dat de feitelijke rooilijn ter hoogte van het perceel van de bezwaarindiener quasi volledig overeenstemt met de rooilijn die thans voorlopig werd vastgesteld. Voor de aanleg van de wegenis overeenkomstig de nieuwe rooilijn zal haar eigendom bijgevolg gevrijwaard worden. Het deel van het eigendom van bezwaarindiener dat wordt getroffen door de rooilijn zou uitsluitend worden aangewend als berm van de weg, waarbij het aangewezen is het materiaalgebruik van het Emilie Van Praetpark door te trekken.
Dat bezwaarindiener het oneens is met de inname van haar eigendom (voor zoveel als nodig), impliceert bovendien niet dat de vaststelling van het rooilijnplan met een onwettigheid gepaard gaat. De vaststelling van een rooilijnplan gaat klassiek gepaard met eigendom innames.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
3. Persoonlijke nadelen van de grondafstand
Samenvatting van het bezwaar
Volgens de bezwaarindiener moet zij een groot stuk tuin afgeven om toekomstige woonprojecten te voorzien van een parkeerplaats, omdat de verbreding van de weg noodzakelijk is voor de bereikbaarheid van de parkeerplaatsen. De waarde van haar huis zou enorm dalen.
Behandeling van het bezwaar
Zoals hoger reeds werd aangemerkt zal er voor de realisatie van de rooilijn niet aan het eigendom van bezwaarindiener worden geraakt. Het deel van haar eigendom dat als inneming staat ingetekend op het rooilijnplan zal dienst doen als berm, waarbij enkel wordt voorzien het materiaalgebruik van het park door te trekken, opdat één geheel ontstaat. Van een verlies van de tuin is bijgevolg geen sprake, net zomin als er sprake is of zal zijn van een waardevermindering van het eigendom.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
4. Opmerking in verband met het participatieproject
Samenvatting van het bezwaar
De bezwaarindiener geeft aan dat ze nog niet werd uitgenodigd om in gesprek te gaan met de gemeente.
Behandeling van het bezwaar
Dit bezwaar heeft geen betrekking op de voorlopige vaststelling van het rooilijnplan en is bijgevolg niet relevant in het kader van het openbaar onderzoek.
Naar aanleiding van de ontvangen bezwaarschriften, werd op 19 juni 2024 een infomoment georganiseerd waarvoor de inwoners van en rond de Zagerijstraat (waar de meeste bezwaren
vandaan komen)
en de bezwaarindieners werden uitgenodigd. Tijdens dit moment konden vragen gesteld worden inzake het rooilijnplan en de bijhorende procedure (zie samenvattend verslag in bijlage).
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
B. Bezwaarschrift nr. 2
1. Opmerking in verband met onduidelijkheid en onjuistheid van het rooilijnplan
Samenvatting van het bezwaar
De bezwaarindiener merkt op dat het rooilijnplan onduidelijkheden en onjuistheden zou bevatten:
Behandeling van het bezwaar
De perceelnummers 162v7 en 162w7 zijn inderdaad inmiddels gewijzigd naar de perceelnummers 162k10 en 162h10. Deze vaststelling doet evenwel geen afbreuk aan de correcte vaststelling van het rooilijnplan. Kennelijk is de bezwaarindiener op de hoogte wat de huidige kadastrale nummers van de betrokken percelen is, zodat ook niet valt in te zien waarom dit bezwaar relevant is.
Dat er enkele wooneenheden zouden ontbreken op het plan, is verder ook niet relevant voor de vaststelling van de nieuwe rooilijn. Een rooilijnplan wordt opgemaakt om de grens tussen de openbare weg en de private aangelanden vast te stellen. Welke constructies er zich op de private percelen bevinden, is daarbij niet van belang en heeft ook geen invloed op de vaststelling van het rooilijnplan. De gemeente maakt overigens correct gebruikt van de actuele rooilijn, anders dan wat de bezwaarindiener stelt. De huidige/actuele rooilijn is op vandaag, bij gebrek aan een rooilijnplan voor de betrokken zone, de feitelijke rooilijn. Deze wordt op basis van het vastgesteld rooilijnplan correct weergegeven, zodat aan de vereisten van het Gemeentewegendecreet wordt voldaan.
Perceel 162n10 maakt volgens de bezwaarindiener reeds deel uit van het openbaar domein (gratis grondafstand). Het rooilijnplan bevestigt eenvoudigweg deze opname in het openbaar domein door de rooilijn alzo in te tekenen dat deze overeenstemt met de reeds bestaande feitelijke situatie, dus rekening houdende met de reeds doorgevoerde grondafstand. Voor percelen 162K10 en 162H10 is de grondafstand reeds gebeurd, en dus niet meer van toepassing. Betreffende eigenaars omvatten aldus geen getroffen eigenaars meer, en worden uit de tabel gehaald.
Wat betreft de kleuren van de legende geldt dat de lichtblauwe lijnen op het plan de perceelsgrenzen aanduiden. Deze lijnen hebben bijgevolg geen uitstaans met de nieuwe rooilijn. Aangezien er voor het Emilie Van Praetpark en de straten die ernaartoe leiden nog geen rooilijnplan voorhanden is, valt de bestaande rooilijn samen met de feitelijke toestand, waarbij de rode lijn zeer duidelijk de nieuwe, juridische rooilijn uitmaakt op basis van het rooilijnplan. Enkel de zones waarvoor een formele rooilijn reeds vastligt, worden in donkerblauwe dan wel zwarte kleur aangeduid, afhankelijk van “af te schaffen” dan wel “te behouden”.
Aangezien er dus geen bestaande juridische rooilijn is, en enkel de feitelijke rooilijn voorhanden is, zijn er weinig rooilijnen “af te schaffen” en voornamelijk slechts de nieuwe rooilijn vast te leggen. Het rooilijnplan beperkt zich verder tot de projectzone. Een groot deel van de huidige, feitelijke rooilijn valt reeds samen met de toekomstige rooilijn gekoppeld aan het Emilie Van Praetpark. Deze feitelijke rooilijn werd gerealiseerd door de opname van een last tot grondafstand in recent verleende omgevingsvergunningen. Het rooilijnplan strekt zich tot deze eigendommen – die dus reeds deel uitmaken van het openbaar domein – dan ook niet uit, reden waarom de grenzen van het rooilijnplan zijn wat ze zijn.
Verder geldt dat de oppervlaktes van de getroffen percelen wel degelijk worden vermeld op het rooilijnplan, in de tabel van de getroffen eigenaars (links bovenaan het plan). Deze opmerking is bijgevolg onjuist.
Een berekening van de eventuele waardevermindering of waardevermeerdering is een optioneel of aanvullend element in een gemeentelijk rooilijnplan. Quasi alle eigendommen zijn reeds worden via een gratis grondafstand (hetzij via de omgevingsvergunningen die werden verleend, hetzij via de samenwerkingsovereenkomsten die werden gesloten) opgenomen in het openbaar domein, zodat het rooilijnplan niets meer doet dan zuiver de bestaande feitelijke toestand bevestigen. Deze bevestiging impliceert alzo geen waardevermeerdering noch -vermindering, zodat deze gegevens niet moesten worden opgenomen in het rooilijnplan.
Op grond van de opmerkingen geuit tijdens het openbaar onderzoek kunnen wijzigingen worden aangebracht aan het rooilijnplan (artikel 17, §5, tweede lid Gemeentewegendecreet). De kadasternummers zullen bij de definitieve vaststelling worden geactualiseerd en de recent bijgebouwde woningen zullen worden toegevoegd op het plan. Het perceel 162n10 zal uitdrukkelijk zo worden benoemd in het definitieve plan.
Het bezwaar wordt deels weerhouden.
2. Ontbreken van een voorafgaand participatieproject
Zie hoger: reeds behandeld.
Er geldt geen verplichting tot het organiseren van participatie. De belanghebbenden kunnen, in het kader van het openbaar onderzoek, hun bezorgdheden en opmerkingen doen gelden.
Dat men bezorgd is over de latere invulling van het Emilie Van Praetpark, kan worden begrepen. Echter dient de gemeenteraad zich bij de vaststelling van de rooilijn in beginsel te beperken tot de behandeling van de bezwaren die verband houden met deze rooilijn. Eender welk project dat later wordt voorzien zal een eigen omgevingsvergunningsaanvraag moeten indienen en zal individueel worden beoordeeld, ook op vlak van mobiliteitsimpact.
Daarvoor is het college van burgemeester en schepenen bevoegd, niet de gemeenteraad in het kader van haar bevoegdheid tot vaststelling van een gemeentelijk rooilijnplan.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
3. Vragen in verband met de vrijwillige grondafstand
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
4. Vragen in verband met het algemeen belang van het rooilijnplan
Samenvatting van het bezwaar
De bezwaarindiener merkt op dat zij de voorkeur geeft aan een heldere, duidelijke motivatie wat betreft het algemeen belang. Volgens haar geldt het rooilijnplan enkel als voorbereiding van het woonpark. Als het belang van de huidige buurtbewoners daadwerkelijk in rekening zou worden genomen, zou de gemeente geluisterd hebben naar de bezorgdheden van deze huidige buurtbewoners.
Behandeling van het bezwaar
De aanleg van de wegenis – in functie waarvan het rooilijnplan wordt vastgesteld – kadert in het algemeen belang. De motivering daarover in het besluit tot voorlopige vaststelling is duidelijk. Voor wat betreft de interne wegenis gaat het om publiek toegankelijke trage wegen in een groen park. Dat eenieder daarvan gebruik kan maken (en dus niet uitsluitend de toekomstige bewoners) spreekt voor zich.
Bedoeling is alzo inderdaad, cf. het Gemeentewegendecreet, een fijnmazig netwerk van trage wegen creëren, omkadert door groene structuren in een park dat toegankelijk is voor de inwoners van Kessel (en bij uitbreiding Nijlen).
Ook de latere inrichting van het park met woonontwikkelingen kadert in het algemeen belang. Uiteraard gaat hiermee een klein deel “privaat belang” gepaard, maar dit is – overeenkomstig de rechtspraak van de Raad van State – geen probleem.
Het opzet van het rooilijnplan is echter een coherent geheel te creëren van wegen die van en naar het park leiden en die voor eenieder (ook voor de huidige buurtbewoners) een opwaardering betekenen van de omgeving én bovendien ook het toekomstig verkeer verdeeld te laten afwikkelen. Ook dit is in het voordeel van het ruimer publiek en dus in het algemeen belang.
Daarnaast benadrukt de gemeenteraad ook dat de latere ontwikkeling van het park zelf (i.e. met woongelegenheden) volledig kadert in het Beeldkwaliteitsplan van de gemeente Nijlen dat vooropstelt dat de kernen worden versterkt en verdicht. Dit Beeldkwaliteitsplan is unaniem goedgekeurd door de gemeenteraad en impliceert bijgevolg een gedragen beleid dat het algemeen belang vooropstelt. Uiteraard ontstaat met de ontwikkeling van het park een prachtige groene zone voor elke Kesselaar (en Nijlenaar in het algemeen), zodat ook de aanleg van het park in het algemeen belang is.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
5. Verkeersveiligheid en mobiliteit
Samenvatting van het bezwaar
De bezwaarindiener merkt op dat er nog verschillende vragen rijzen bij het vooropgesteld rooilijnplan, specifiek wat betreft de verkeersveiligheid.
Behandeling van het bezwaar
De breedtes van de toegangswegen zijn afgestemd enerzijds op de feitelijke, bestaande situatie langs de invalswegen en anderzijds op de noodzaak om een veilig en toegankelijk wegennet te voorzien voor eenieder. De huidige wegbreedtes worden – waar ze niet worden aangepast – als voldoende beschouwd precies omdat de gemeente voorziet in verschillende toegangswegen tot het park. Op die manier wikkelt het verkeer verspreid af en ontstaan er geen problemen op één van de toegangswegen door verzadiging. Op die manier kan – zoals reeds jaren het geval is – veilig worden afgewikkeld, ook via bijvoorbeeld de Zagerijstraat. Deze laatste is overigens de laatste jaren in volle ontwikkeling, waarbij nieuwe woningen worden opgetrokken die bijkomende vervoersbewegingen met zich brengen.
Belangrijk is nog dat het rooilijnplan zich beperkt tot de projectzone op die locaties waar de feitelijke rooilijn nog niet overeenstemt met de nodige rooilijn voor de aanleg van de wegenis. Zoals hoger toegelicht, heeft de gemeente bij elke omgevingsvergunningsaanvraag die werd goedgekeurd door het schepencollege voorzien in een last tot gratis grondafstand. Vooral in de Zagerijstraat zijn er de laatste jaren verschillende zulke vergunningen tot stand gekomen. Op die manier heeft de gemeente de afgelopen jaren reeds de meeste eigendommen verworven, met oog op de aanleg van de wegenis en aanhorigheden. De overige, nog niet-verworven, eigendommen worden daarom thans in het rooilijnplan opgenomen als innames. Het einde van de Zagerijstraat (aan de zijde van het park) is om die reden betrokken in het rooilijnplan, terwijl het eerste deel van de Zagerijstraat dat niet is. Voor dit eerste deel stemt immers de feitelijke rooilijn reeds overeen met de te realiseren rooilijn, zodat deze niet dienden te worden opgenomen in het rooilijnplan dat zich beperkt tot de projectzone.
De opmerking in verband met de toegangswegen en de parkeergelegenheid dient te worden beoordeeld op het moment dat er een aanvraag wordt ingediend voor een concreet project. Aangezien het rooilijnplan voorziet dat de interne wegenis in het park niet wordt opengesteld voor gemotoriseerde voertuigen, zullen ontwikkelaars daarmee in de toekomst rekening moeten houden bij de intekening van hun parkeerplaatsen. Met andere woorden: zij zullen de parking zodanig moeten inplanten dat deze zich aan de kant van het park bevindt, zodat de toekomstige bewoners met hun wagen niet het park inrijden en daar de trage weggebruiker hinderen/in gevaar brengen. Hiermee wordt bijgevolg voldoende rekening gehouden in het voorliggende rooilijnplan, waarnaar de ontwikkelaars zich zullen moeten schikken.
De gemeenteraad kan zich verder ook niet uitspreken over de manier waarop het werfverkeer zal worden geregeld op het moment dat men de werken start. Dit aspect maakt immers geen deel uit van haar beoordelingsbevoegdheid in het kader van de vaststelling van het rooilijnplan. Alleszins geldt dat de gemeente (het college van burgemeester en schepenen) bij de beoordeling van de vergunningsaanvragen voor de stedenbouwkundige handelingen een voorwaarde kan opleggen die stelt dat de toegankelijkheid/bereikbaarheid van de percelen aan de rand van het park steeds moet worden gegarandeerd.
De vraag naar een totale aanpak is niet aan de orde. Het rooilijnplan wordt autonoom vastgesteld door de gemeenteraad, in functie van de ontsluiting van het park. De gemeente is geen eigenaar van de gronden binnen het park, en kan hiertoe bijgevolg geen globale aanvraag indienen. Het initiatiefrecht voor de ontwikkeling van de bouwvelden zelf ligt in handen van de ontwikkelaars in kwestie. In de marge wordt nog opgemerkt dat de gemeente eerder reeds een geïntegreerde aanvraag indiende waarin zowel de zaak der wegen als de stedenbouwkundige handelingen voor de wegenis en het park lagen vervat. Ook deze aanvraag botste echter op protest van de buurtbewoners.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
C. Bezwaarschrift nr. 3
1. Overleg met de bewoners
Samenvatting van het bezwaar
De bezwaarindiener merkt op dat hij nog geen uitnodiging mocht ontvangen om in overleg te treden met de gemeente. Participatie zou volgens de bezwaarindiener niet aan de orde zijn omdat de Zagerijstraat volgens hem nog privaat domein is en omdat de gemeente dus uitgaat van een verkeerde premisse. Over wat nog niet is, moet volgens de bezwaarindiener ook niet worden overlegd.
Behandeling van het bezwaar
Los van wat hoger reeds werd opgemerkt in verband met het participatietraject, wenst de gemeente nog op te merken dat de Zagerijstraat geen privaat domein is, minstens wordt dit niet aangetoond. Bovendien geldt dat het statuut van een gemeenteweg niet gekoppeld is aan het eigendomsrecht. Een gemeenteweg (lees: een publiek toegankelijke weg) kan in principe ook een private eigenaar hebben. Alleszins geldt dat het bezwaar niet relevant is in het kader van de vaststelling van het rooilijnplan, zodat het geen verdere repliek behoeft.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
2. De geplande inrichting kadert in een groter project
Samenvatting van het bezwaar
De bezwaarindiener meent dat de mobiliteit, verkeersveiligheid etc. nu reeds moeten worden beoordeeld en deze beoordeling niet kan wachten tot een later moment, moment waarop de omgevingsvergunningen voor de aanleg van het park worden ingediend. De bezwaarindiener verwijst nog naar het MB van 14 september 2023 waarin werd geoordeeld dat de impact niet voldoende werd beoordeeld door de gemeenteraad.
Behandeling van het bezwaar
Zoals de gemeente reeds bij herhaling heeft gesteld, is de gemeenteraad niet bevoegd om te oordelen over de mobiliteitsimpact van toekomstige projecten. Dit eenvoudigweg omdat (1) deze projecten thans niet worden aangevraagd en (2) het daartoe bevoegde orgaan het schepencollege is. Tijdens de verschillende voorgaanden werd dit bezwaar reeds bij herhaling geformuleerd en telkens verworpen. Indien de gemeenteraad daarover toch zou oordelen, gaat zij haar bevoegdheid te buiten en neemt zij een onwettig besluit. Een en ander volgt uit de regelgeving die ter zake van toepassing is en is bijgevolg niet voor enige betwisting vatbaar.
Wél geldt dat de gemeenteraad inderdaad de impact moet onderzoeken in het kader van de rooilijnprocedure die zij thans volgt. Dit impliceert evenwel niet dat zij moet nagaan wat de impact is van een onbekend, toekomstig en dus hypothetisch project (voor zover dit al mogelijk zou zijn).
De impact van het rooilijnplan wordt concreet gemotiveerd als volgt:
Verschillende scenario’s zijn hier op een veilige manier mogelijk, met dit besluit wil de gemeenteraad geen voorafname doen zonder dit met de buurt te bespreken. Voor de Zagerijstraat zijn volgende scenario’s mogelijk;
1. Enkelrichting vanuit de Zagerijstraat: het invoeren van enkelrichtingverkeer in de Zagerijstraat komt ten goede aan de verkeersveiligheid, onder meer omdat er geen conflictsituaties kunnen ontstaan tussen voertuigen die met elkaar willen kruisen. De verkeersdoorstroming zal daardoor op een georganiseerde en veilige manier verlopen. Door het invoeren van enkelrichting zal er ook geen verhoging zijn van het aantal vervoersbewegingen ten opzichten van de huidige situatie daar er enkel heen en geen terugrijbewegingen gebeuren. Het spreekt voor zich dat het invoeren van eenrichtingsverkeer aldus een optie is die een positief effect zou hebben op de verkeersafwikkeling en de verkeersveiligheid, zodat de mobiliteitsimpact van dit scenario gunstig wordt beoordeeld.
2. Enkelrichting vanuit de Nieuwstraat: het invoeren van enkelrichtingverkeer vanuit de Nieuwstraat om alzo verder af te wikkelen richting de Zagerijstraat in enkelrichting is, net zoals het eerste scenario, als gunstig te beschouwen. Opnieuw geldt in dit scenario dat er slechts in één richting gemotoriseerde voertuigen zullen bewegen, zodat er geen conflictsituaties zullen ontstaan. Door het invoeren van enkelrichting zal er ook geen verhoging zijn van het aantal vervoersbewegingen ten opzichte van de huidige situatie daar er enkel heen en geen terugrijbewegingen gebeuren. De verkeersveiligheid zal er daardoor op vooruit gaan en het verkeer zal ook in deze situatie op een georganiseerde manier afwikkelen zodat er voor de omgeving geen hinder ontstaat.
3. Knip in de Zagerijstraat (voor ontwikkeling): het voorzien van een “knip” aan het einde van de Zagerijstraat zal ervoor zorgen dat er uitsluitend bestemmingsverkeer van de Zagerijstraat de straat zal inrijden. Het verkeer afkomstig van de woonontwikkelingen in het Emilie van Praetpark zal dan niet afwikkelen via de Zagerijstraat, hetgeen betekent dat de huidige situatie onveranderd blijft voor de Zagerijstraat zelf. Het behoeft geen uitvoerige toelichting dat dit scenario geen mobiliteitsimpact heeft op de Zagerijstraat, aangezien de situatie in dit scenario ongewijzigd is en aldus niet voor enige hinder kan zorgen. In dit scenario zal er sprake zijn van tweerichtingsverkeer, doch enkel afkomstig van de huidige bewoners van de Zagerijstraat, zodat er ook geen sprake is van een toename in het aantal verkeersbewegingen.
4. Knip in de Zagerijstraat (achter ontwikkeling): het voorzien van een “knip” aan het einde van de Zagerijstraat, achter de ontwikkeling, zou zorgen voor een ontsluiting langs de Zagerijstraat voor de bijkomende wooneenheden. Dit vraagt om een aanpassing van de bestaande wegenis, en er dient zorgvuldig bekeken te worden of deze optie een mogelijkheid vormt.
In de twee laatste scenario’s zal de knip niet gelden voor huisvuilophaling en hulpdiensten, wat een positief effect heeft op de mobiliteitsimpact van dit scenario. Elk van de scenario's zullen in de toekomst gepaard gaan met weg en rioleringswerken in de Zagerijstraat.
Concluderend kan voor de Zagerijstraat worden gesteld dat de situatie er voor de eerste 3 scenario’s op vooruit zal gaan (door de invoering van eenrichtingsverkeer) dan wel het status quo handhaaft (door de invoering van een knip). Het vierde scenario kan een impact hebben, waarbij zorgvuldig dient nagegaan te worden of deze wel een mogelijkheid omvat o.b.v. een concrete ontwikkelingsvraag.
De afwikkelingsmogelijkheden voor de verschillende invalswegen worden hieronder besproken:
Zagerijstraat:
Concluderend kan voor de Zagerijstraat worden gesteld dat de situatie er altijd op vooruit zal gaan (door de invoering van eenrichtingsverkeer) dan wel het status quo handhaaft (door de invoering van een knip). De mobiliteitsimpact kan bijgevolg als gunstig worden beoordeeld.
Wat de Nieuwstraat en Pastoriestraat betreft, deze fungeren beide als wijkontsluitingswegen. Bovendien geldt dat de globale impact – in de mate van het mogelijke – reeds in kaart werd gebracht bij de opmaak van het Masterplan voor het park in 2020. Uit deze analyse, die reeds rekening hield met de huidige ontsluiting, blijkt dat de impact aanvaardbaar is.
In verband met het MB van 14 september 2023 merkt de gemeenteraad nog op dat tegen dit besluit een vernietigingsberoep hangende is bij de Raad van State, die hierover nog uitspraak zal moeten doen.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
3. De uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau
Samenvatting van het bezwaar
De bezwaarindiener merkt de volgende zaken op:
Behandeling van het bezwaar
Het grootste deel van de bezwaren werd hierboven reeds behandeld, zodat de gemeenteraad op dat punt naar deze motivering/behandeling verwijst.
Aanvullend wordt opgemerkt:
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
4. Algemeen belang
Zie hoger: reeds behandeld.
Aanvullend merkt de gemeenteraad op:
Los daarvan geldt ook dat een keuze voor een woning te midden van de kern van een (deel)gemeente evident impliceert dat er in de omgeving ook woningen worden opgericht met de daarbij horende mobiliteit.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
D. Bezwaarschrift nr. 4
1. Ministerieel besluit 14 september 2023
Samenvatting van het bezwaar
De bezwaarindiener stelt in de eerste plaats niet te begrijpen dat hetzelfde rooilijnplan wordt vastgesteld dat reeds eerder werd “vernietigd” door de Vlaamse Regering.
Verder herneemt de bezwaarindiener onder haar eerste bezwaar hetgeen ook door andere bezwaarindieners reeds werd opgemerkt in verband met de aanpalende eigenaars die geen ontwikkelaar zijn, de vermeende onduidelijkheid die heerst over de Zagerijstraat en het feit dat deze laatste een private weg zou zijn.
Behandeling van het bezwaar
De meeste bezwaren werden hoger reeds besproken, zodat de gemeenteraad in de eerste plaats naar deze beoordeling verwijst.
Wat betreft het ministerieel besluit van 14 september 2023 waarmee het eerder gemeenteraadsbesluit werd vernietigd, merkt de gemeenteraad de volgende zaken op:
Het besluit van de minister is bijgevolg voorlopig nog als (zeer) voorwaardelijk te beschouwen, minstens tot het moment waarop de Raad van State zich hierover heeft uitgesproken.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
2. Grondverwervingen
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
3. Participatietraject
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
4. De geplande inrichting kadert in een groter project
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
5. De uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
6. Algemeen belang
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
E. Bezwaarschrift nr. 5
1. Ministerieel besluit 14 september 2023
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
2. Grondverwervingen
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
3. Participatietraject
Zie hoger: reeds behandeld.
In de marge merkt de gemeenteraad nog op dat de betrokken bezwaarindiener verschillende keren werd uitgenodigd voor een overleg met de gemeente, doch dat zij daarop niet wenste in te gaan.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
4. De geplande inrichting kadert in een groter project
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
5. De uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau
Zie hoger: reeds behandeld.
Aanvullend merkt de gemeenteraad op dat de aanwezigheid van scholen in de buurt van het Emilie Van Praetpark een feit is waarmee bestuurders rekening moeten houden. Eenieder draagt de verantwoordelijkheid voor het eigen rijgedrag. Daarbij is het zo dat de ontsluiting die met het rooilijnplan wordt goedgekeurd alleszins niet ongunstiger of gevaarlijker is dan de huidige situatie. Het verkeer zal immers niet alleen maar via de Zagerijstraat afwikkelen, nu precies om dit scenario te vermijden het rooilijnplan in vier afzonderlijke toegangswegen voorziet. Dat er in de toekomst bijkomende verkeersbewegingen zullen worden gegenereerd bij de invulling van het park zelf, is correct. Niet correct is daaraan de conclusie koppelen dat de toekomstige situatie per definitie gevaarlijk zal zijn. De Zagerijstraat wordt ook vandaag reeds aangewend als gemeenteweg door de inwoners van deze straat. Dat deze weg ook dienst zal doen als één van de toegangswegen tot het park is dan ook evident.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
6. Algemeen belang
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
7. Verplaatsing rooilijn
Samenvatting van het bezwaar
De bezwaarindiener stelt dat de Zagerijstraat een private weg zou zijn, die om die reden nooit dienst kan doen als gemeenteweg. De rooilijn zou volgens haar niet daar kunnen worden ingetekend, en de Zagerijstraat zou dan ook nooit tot ontsluiting van het project kunnen dienen.
Behandeling van het bezwaar
Zoals reeds hoger aangegeven geldt dat een gemeenteweg geen uitstaans heeft met de eigenaar van de onderliggende grond.
Artikel 2, 6° Gemeentewegendecreet definieert een gemeenteweg als:
“een openbare weg die onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente valt, ongeacht de eigenaar van de grond”
De vraag naar het eigendomsrecht is aldus irrelevant en stelt zich hier niet. Een gemeenteweg is een openbare weg onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente. De Zagerijstraat is een dergelijke weg en kan worden gebruikt door eenieder doordat hij een publiek karakter kent.
Artikel 2, 9° Gemeentewegendecreet definieert een rooilijn als:
“de huidige of de toekomstige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen, vastgelegd in een rooilijnplan. Als een rooilijnplan ontbreekt, is de rooilijn de huidige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen”
Het is precies deze rooilijn die thans wordt vastgesteld in het rooilijnplan, bij gebreke aan een juridische rooilijn (nu er nog geen andersluidend rooilijnplan voorhanden is voor de betrokken zone). De gemeenteraad heeft evident de bevoegdheid om een rooilijnplan vast te stellen, ook over gronden die geen deel zouden uitmaken van het openbaar domein. Dit is precies waartoe de rooilijnprocedure in het leven is geroepen. De gemeenteraad is bovendien de enige instantie die de rooilijn kan vaststellen, rekening houdende met het Gemeentewegendecreet.
De bezwaarindiener verwijt de gemeente nog dat zij de wegenis niet zou onderhouden. Hiermee bevestigt zij uitdrukkelijk zelf dat de Zagerijstraat een gemeenteweg uitmaakt. In het andere geval, zo de Zagerijstraat een zuiver privaat karakter zou hebben, zou het onderhoud immers in handen van de bewoners liggen.
Alleszins is de discussie in verband met het al dan niet privaat/publiek karakter van de Zagerijstraat irrelevant in het kader van de vaststelling van het rooilijnplan, zoals hoger reeds toegelicht.
Tot slot benadrukt de gemeenteraad nog dat de gemeente Nijlen reeds verschillende e-mails en ook een brief (van een advocaat) mocht ontvangen waarin uitdrukkelijk wordt verzocht werken uit te voeren aan de Zagerijstraat om ervoor te zorgen dat de weg beter toegankelijk is (onder meer voor hulpdiensten en afvalophaling). Met deze berichten bevestigt men niet alleen dat de Zagerijstraat onder het beheer van de gemeente valt (en daarom dus een gemeenteweg is), maar ook dat men eigenlijk zelf vragende partij is voor de heraanleg van de wegenis/uitbreiding ervan waar nodig. Het is precies daarom dat de ontsluiting van en naar het Emilie Van Praetpark belangrijk is, ook voor de omwonenden.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
F. Bezwaarschrift nr. 6
1. Opmerking in verband met aangrenzende eigenaars
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
2. Private weg en ontsluiting Zagerijstraat
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
3. Afstaan grond
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
4. Persoonlijke nadelen afstaan grond
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
5. Gesprek bewoners Zagerijstraat
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
6. Verkeersveiligheid
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
G. Bezwaarschrift nr. 7
1. Ministerieel besluit 14 september 2023
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
2. Grondverwervingen
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
3. Participatietraject
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
4. De geplande inrichting kadert in een groter project
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
5. De uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
6. Algemeen belang
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
7. Verplaatsing rooilijn
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
H. Bezwaarschrift nr. 8
1. Ministerieel besluit 14 september 2023
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
2. Participatietraject
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
I. Bezwaarschrift nr. 9
1. Gratis grondafstand
Samenvatting van het bezwaar
De bezwaarindiener stelt dat zij zijn opgenomen in de geactualiseerde tabel der getroffen eigenaars en dat zij niet akkoord gaan met de grondafstand voorzien op perceel 162h10. Over een deel van hun eigendom, perceel nr. 162n10, wist men bij aankoop dat men dit zou moeten afstaan aan de gemeente. Voor perceel 162h10, voor bezwaarindiener gekend als lot 1, geldt dit volgens de bezwaarindiener niet. De bezwaarindiener vraagt om verduidelijking met betrekking tot de onteigeningskwestie.
Behandeling van het bezwaar
Perceel 162N10 is reeds in eigendom van de gemeente, dit perceelsdeel werd i.f.v. de verkaveling voor de twee achterliggende bouwloten afgestaan. Voor percelen 162K10 en 162H10 is de grondafstand reeds gebeurd, en dus niet meer van toepassing. Hier wordt d.m.v. het rooilijnplan de feitelijke rooilijn bevestigd. Betreffende eigenaars omvatten aldus geen getroffen eigenaars meer, en worden uit de tabel gehaald.
Zoals hoger reeds aangevoerd is het niet de bedoeling tot onteigening over te gaan en voorziet de gemeente in een gratis grondafstand waar mogelijk. Op grond van het rooilijnplan zou zij in principe tot onteigening kunnen overgaan, doch de gemeente tracht dit in de mate van het mogelijke te vermijden.
Voorts geldt dat voor het aanleggen van de wegenis dit perceel niet nodig is, nu het slechts een berm van de weg zou uitmaken. Bedoeling is uitsluitend het materiaalgebruik voorzien voor het park door te trekken zodat één coherent geheel wordt gevormd.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
2. Bezorgdheden over de toekomstige invulling van de Zagerijstraat
Samenvatting van het bezwaar
De bezwaarindiener stelt in de Zagerijstraat te zijn komen wonen met het idee om er rustig te wonen in een doodlopende straat waar kinderen veilig kunnen spelen. Het “project” zou zorgen voor een grote toename in het verkeer langs de Zagerijstraat, ook omdat de ondergrondse parkeergarage in de buurt van haar eigendom komt te liggen.
Behandeling van het bezwaar
Zoals reeds hoger toegelicht, is de gemeenteraad niet bevoegd om te oordelen over de verdere invulling van het park. Deze bevoegdheid komt toe aan het college van burgemeester en schepenen op het moment dat de specifieke projecten aan haar worden voorgelegd. De gemeenteraad kan daarover aldus geen uitspraken doen. Wat betreft de mobiliteitsimpact en de verkeersveiligheid die verband houden met het rooilijnplan, verwijst de gemeenteraad naar wat hoger reeds werd toegelicht.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
J. Bezwaarschrift nr. 10
1. Opmerking in verband met vermeend privaat karakter van de Zagerijstraat
Zie hoger: reeds behandeld.
Aanvullend:
De opmerking in verband met de vernietiging door de Vlaamse Regering van het eerder gemeenteraadsbesluit over de zaak der wegen is verder onjuist. Zoals hoger reeds uiteengezet heeft de Vlaamse Regering foutief geoordeeld dat de gemeenteraad geen rooilijn kon vaststellen op haar eigen initiatief door onterecht de vergelijking te maken met een ouder dossier, waarin de initiatiefnemer een privaat ontwikkelaar was. De procedure bij de Raad van State ten aanzien van het ministerieel besluit is nog lopende.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
2. Opmerking over de aanpalende eigenaars
Zie hoger: reeds behandeld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
3. Opmerking over het verkeersreglement/bevoegdheid van de burgemeester
Samenvatting van het bezwaar
De bezwaarindiener stelt nog dat de burgemeester niet bevoegd zou zijn om een verkeersreglement uit te vaardigen op privaat domein. Middels het uitvaardigen van dergelijk reglement zou hij zelfs machtsoverschrijding begaan.
Behandeling van het bezwaar
Zoals reeds aangegeven betreft de Zagerijstraat een openbare weg. De kwestie van het eigendomsstatuut is daarbij niet relevant, nu eenieder op heden gebruik kan maken van deze weg en het dus om een gemeenteweg gaat in de zin van het Gemeentewegendecreet. Voor deze wegen geldt de algemene wegcode en kan er wel degelijk een reglement van interne verkeersafwikkeling worden vastgesteld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
K. Bezwaarschrift nr. 11
1. Connectie met globale ontwikkeling binnengebied ontbreekt – miskenning principes van het beeldkwaliteitsplan
Samenvatting van het bezwaar
De bezwaarindieners voeren vooreerst aan dat de aanleg van de ontsluiting kadert in de globale ontwikkeling van het binnengebied met woonontwikkelingen. Het rooilijnplan loskoppelen druist volgens de bezwaarindiener in tegen de principiële gedachte van één binnengebied.
De bezwaarindieners voeren ook aan dat zij grondeigenaars zijn en dat het voorbestaan van een overeenkomst met de ontwikkelaar voorlopig op losse schroeven zou staan. Als de latere aanvragen voor de toekomstige woonontwikkelingen niet vergunbaar zouden blijken, zou het huidige rooilijnplan de percelen van bezwaarindieners treffen en daarom hun ontwikkelingsmogelijkheden beperken/hypothekeren.
Behandeling van het bezwaar
Zoals hoger reeds een aantal keer werd aangevoerd staat het huidige rooilijnplan in beginsel los van de verdere invulling van het park, precies omdat de gemeenteraad geen eigenaar is van de bouwvelden in het binnengebied. De invulling daarvan is bijgevolg afhankelijk van het initiatief van de betrokken eigenaars en/of ontwikkelaars. Dat bezwaarindieners eigenaar zijn van een aantal percelen, impliceert daarom niet dat de rooilijn voor de wegenis van het Emilie Van Praetpark niet afzonderlijk kan worden vastgesteld. Integendeel: de gemeente heeft in het verleden reeds beroepen ontvangen ten aanzien van een eerder gemeenteraadsbesluit dat werd genomen in functie van artikel 12, §2 van het Gemeentewegendecreet, i.e. een concrete omgevingsvergunningsaanvraag (geïntegreerde procedure). Thans kiest de gemeenteraad ervoor om alleszins de rooilijn vast te leggen via de daartoe geëigende procedure voorzien in de artikelen 16-19 van het Gemeentewegendecreet, bevoegdheid die haar als overheid wel degelijk toekomt. Er geldt daarbij, precies omwille van het volgen van de “gewone procedure” geen enkele verplichting om een omgevingsvergunning te koppelen aan het rooilijnplan. Enkel via de geïntegreerde procedure van artikel 12, §2 van het decreet wordt gewerkt met een combinatie tussen een concrete aanvraag en een zaak der wegen. Hiervan is thans geen sprake.
Dat de toekomstige samenwerking tussen de grondeigenaars (bezwaarindieners) en de projectontwikkelaar op losse schroeven staat heeft bovendien geen uitstaans met het initiatief dat de gemeente thans neemt om de rooilijn voor de toekomst vast te leggen.
De vaststelling van het rooilijnplan is voor de toekomstige ontwikkelingen van het binnengebied hoe dan ook nodig, zodat de bezwaarindieners ook niet kunnen worden gevolgd in hun standpunt dat de beide noodzakelijk aan elkaar moeten zijn gekoppeld. Immers is een ontsluiting nodig voor de ontwikkeling van het binnengebied.
Los van het voorgaande merkt de gemeenteraad op dat toekomstige vergunningsaanvragen zullen moeten worden beoordeeld op het moment dat ze worden voorgelegd. Zoals reeds verschillende keren aangehaald, is daarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd. Niets belet evenwel de gemeenteraad om reeds het rooilijnplan vast te stellen. Dat in het verleden een aantal omgevingsvergunningen werden vernietigd, is correct. Niettemin hebben deze geen uitstaans met het huidige rooilijnplan (dat op zichzelf staat) en treedt de gemeenteraad ook het bezwaar niet bij dat de rooilijn enkel in functie van een concrete aanvraag kan worden vastgesteld.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
2. Het voorlopig vaststellingsbesluit zou uitgaan van verkeerde premissen en onjuistheden
Samenvatting van het bezwaar
De bezwaarindieners merken op dat het gemeenteraadsbesluit zou zijn opgebouwd als ware het gekoppeld aan een omgevingsvergunningsaanvraag en als zou het dus gaan over een beslissing over de zaak der wegen in dat verband. De bezwaarindieners stellen dat er geen sprake is van dergelijke aanvraag en verwijzen naar twee concrete passages over kosteloze grondafstand.
Verder merken bezwaarindieners op dat het onjuist zou zijn dat er in het verleden reeds vergunningen zouden zijn afgeleverd met daaraan gekoppeld de last van de gratis grondafstand.
Behandeling van het bezwaar
Zoals hoger reeds aangevoerd voorziet de gemeente inderdaad in een gratis grondafstand voor die innames die nog niet tot het openbaar domein behoren (aantal dat zeer beperkt is). De gemeenteraad heeft daarover duidelijk aangegeven dat deze kosteloze grondafstand in de mate van het mogelijke wordt voorzien, dat is op het moment dat er een omgevingsvergunning wordt aangevraagd. Voor die innames die nog geen deel uitmaken van het openbaar domein kan, voor zover nodig, de onteigeningsprocedure worden aangewend. Deze mogelijkheden gelden zowel voor particuliere eigenaars als voor percelen in eigendom van een ontwikkelaar. Er valt niet in te zien waarom tussenbeide een verschil zou kunnen worden gemaakt.
Dat de bezwaarindieners mogelijk geen verlenging van hun overeenkomst met de ontwikkelaar verkrijgen, is niet relevant in het kader van de vaststelling van het rooilijnplan.
In verband met de reeds verleende vergunningen geldt dat er wel degelijk reeds omgevingsvergunningen werden verleend waarin de last tot gratis grondafstand werd opgelegd. Anders dan bezwaarindieners vermoeden, gaat het daarbij niet over de vernietigde vergunningen die in het verleden werden verleend en kaderden in de ontwikkeling van het binnengebied als wel over vergunningen van particuliere eigenaars, bv. uit de Zagerijstraat. In hun omgevingsvergunningen werden reeds grondafstanden opgelegd die ervoor hebben gezorgd dat het gros van de delen een gedeelte
van het rooilijnplan reeds deel uitmaakt van het openbaar domein.
Het bezwaar wordt niet weerhouden.
De gemeenteraad stelt het rooilijnplan van het Emilie van Praetpark (Nieuwstraat-Zagerijstraat-Pastoriestraat) definitief vast.
Het rooilijndossier werd opgesteld door Landtec bvba, omvattende:
De innemingen zoals ingetekend op het rooilijnplan worden op basis van onderstaande rangorde verworven:
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de bekendmaking en uitvoering van dit besluit. Deze beslissing wordt minstens als volgt bekendgemaakt:
De gemeenteraad neemt kennis van de opdracht van het college van burgemeester en schepenen aan team ruimte om de verschillende mobiliteitsscenario's verder uit te werken en te evalueren.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de tekst in bijlage inclusief de voorgestelde wijzigingen in rood aangeduid goed te keuren. Het voorstel van de beslissing blijft behouden zoals verwoord in het oorspronkelijke ontwerpbesluit, behoudens artikel 1, dat wordt aangepast als volgt:
De gemeenteraad stelt het rooilijnplan van het Emilie van Praetpark (Nieuwstraat-Zagerijstraat-Pastoriestraat) definitief vast.
Het rooilijndossier werd opgesteld door Landtec bvba, omvattende:
De provincie Antwerpen heeft op vraag van een aantal gemeenten een mobiliteitsstudie Zuiderkempen opgemaakt. De studie is opgemaakt in samenwerking met de steden en gemeenten Aarschot, Begijnendijk, Berlaar, Grobbendonk, Heist-op-den-Berg, Herentals, Herenthout, Herselt, Hulshout, Laakdal, Lier, Nijlen, Olen en Westerlo en de bovenlokale actoren AWV, De Lijn, DMOW, Infrabel en NMBS.
Het eindrapport en actieplan is goedgekeurd in de gemeenteraad van 7 mei 2024 en de provincieraad van 23 mei 2024.
Ter uitvoering van de mobiliteitsstudie Zuiderkempen is een samenwerkingsovereenkomst opgemaakt met de vermelde steden en gemeenten en het provinciebestuur Antwerpen.
Gemeenteraadsbesluit van 7 mei 2024 houdende de goedkeuring eindrapport mobiliteitsstudie Zuiderkempen.
De samenwerkingsovereenkomst loopt tot en met juni 2025 en is vervolgens elke legislatuur verlengbaar met een looptijd van telkens 6 jaar.
De samenwerkingsovereenkomst tot en met het volgende jaar van de legislatuur laten lopen heeft tot doel continuïteit in de lopende dossiers te garanderen.
De partners richten een stuurgroep op om de samenwerking op te volgen. Het schepencollege stelt de schepen van mobiliteit voor om te zetelen in de stuurgroep. Ter ondersteuning van de stuurgroep is er een ambtelijk overleg en een programmacoördinatie. De mobiliteitsambtenaar volgt dit ambtelijk overleg op.
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst voor de uitvoering van de mobiliteitsstudie Zuiderkempen goed. De overeenkomst loopt van 21 juni 2024 tot en met 21 juni 2025, onder voorbehoud van verlenging.
De gemeenteraad stelt de schepen van mobiliteit, Victor De Groof, aan om te zetelen in de stuurgroep en dit tot het einde van de legislatuur.
Ter ontwikkeling van de Bevelse Dreef / Carolusberg als trage weg startte de gemeente de procedure tot de vaststelling van een gemeenteweg.
Op 30 maart 2021 erkende de gemeenteraad het dertigjarig publiek gebruik van de Bevelse Dreef.
Op 4 oktober 2023 keurde de gemeenteraad de definitieve vaststelling van het rooilijnplan Bevelse Dreef / Carolusberg goed.
De vaststelling van de gemeenteweg heeft tot gevolg dat op de gemeente de rechtsplicht rust om over te gaan tot de realisatie, de vrijwaring en het beheer van de gemeenteweg overeenkomstig de in het gemeentewegendecreet opgenomen instrumenten en handhavingsmaatregelen.
In afwijking tot verwerving van de onroerende goederen sluit de gemeente met de eigenaars van de grond waarop de gemeenteweg gelegen is, een overeenkomst waarbij een erfdienstbaarheid van openbaar nut gevestigd wordt. De gemeente wordt hierdoor belast met het beheer van de gemeentewegen en het vrijwaren van de publieke doorgang over de volledige breedte van de gemeenteweg. Naast de inrichting van de dreef als trage weg is het de intentie van de gemeente om de dreef te herstellen en een uitstraling te geven binnen de principes van Sterk Merk Nijlen. Om dit te realiseren wordt met de eigenaars en/of aangelanden een beheersovereenkomst voor deze bomen afgesloten.
Voor de opmaak van deze overeenkomsten werd advies gevraagd aan de juridische dienst van IOK.
Op 26 maart 2024 keurde de gemeenteraad de beheersovereenkomst bomen voor lot 18 goed.
In de verdere uitwerking is gebleken dat langs de zijde van de Bevelse Dreef, komende van de Bevel-Dorp, verschillende woningen gevestigd zijn die toegang hebben tot hun perceel via een private weg parallel met de Bevelse Dreef. Deze doorgang is geen geregistreerde servitudeweg.
Omwille van het vrijwaren van de doorgang voor de bewoners en de vaststelling dat de doorgang langsheen de Bevelse Dreef, over het tracé van de rooilijn, vrijwel onmogelijk geworden is door de natuurlijke versmalling door de groei van de bomen, is het aangewezen dat de gemeente een erfdienstbaarheid afsluit op de zone van de private weg parallel met de rooilijn. Zodoende kan aan alle bewoners en aangelanden zekerheid geboden worden over vrije doorgang zonder de bomen en ondergroei te hypothekeren of beschadigen.Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 41.
Voor de realisatie van de Bevelse Dreef - Carolusberg als trage weg en het herstel van de bomenrij wordt volgende overeenkomst afgesloten voor lot 18:
- overeenkomst tot vestiging van een erfdienstbaarheid voor:
De overeenkomst wordt afgesloten tussen gemeente Nijlen en de eigenaars, zoals ze vermeld worden op de uittreksels van de eigendomstitels. De overeenkomst is als bijlage toegevoegd aan deze beslissing.
De overeenkomst van erfdienstbaarheid met betrekking tot lot 18 betreft dezelfde zone waarvoor de gemeenteraad in zitting van 26 maart 2024 een beheersovereenkomst voor de bomen goedkeurde. Bij goedkeuring van de overeenkomst van erfdienstbaarheid wordt de beheersovereenkomst voor de bomen voor lot 18 (gemeenteraad 26 maart 2024) overbodig en komt deze dan ook te vervallen.
De overeenkomst tot vestiging van een erfdienstbaarheid voor:
lot 18, kadastraal gekend als perceel gelegen te Nijlen, afdeling 3, sectie C, nr 95 L 2 (12018_C_0095_L_002_00)
en toehorende aan Anne Tombeur ingevolge akte d.d. 11/12/1987 en akte d.d. 04/09/2000.
en als bijlage toegevoegd aan dit besluit wordt goedgekeurd.
De akten zullen worden verleden door de burgemeester, optredende als instrumenterende ambtenaar.
De gemeenteraadsvoorzitter en de algemeen directeur worden gelast met de ondertekening van de akten.
Ter ontwikkeling van de Bevelse Dreef / Carolusberg als trage weg startte de gemeente de procedure tot de vaststelling van een gemeenteweg.
Op 30 maart 2021 erkende de gemeenteraad het dertigjarig publiek gebruik van de Bevelse Dreef.
Op 4 oktober 2023 keurde de gemeenteraad de definitieve vaststelling van het rooilijnplan Bevelse Dreef / Carolusberg goed.
De vaststelling van de gemeenteweg heeft tot gevolg dat op de gemeente de rechtsplicht rust om over te gaan tot de realisatie, de vrijwaring en het beheer van de gemeenteweg overeenkomstig de in het gemeentewegendecreet opgenomen instrumenten en handhavingsmaatregelen.
In afwijking tot verwerving van de onroerende goederen sluit de gemeente met de eigenaars van de grond waarop de gemeenteweg gelegen is, een overeenkomst waarbij een erfdienstbaarheid van openbaar nut gevestigd wordt. De gemeente wordt hierdoor belast met het beheer van de gemeentewegen en het vrijwaren van de publieke doorgang over de volledige breedte van de gemeenteweg. Naast de inrichting van de dreef als trage weg is het de intentie van de gemeente om de dreef te herstellen en een uitstraling te geven binnen de principes van Sterk Merk Nijlen. Om dit te realiseren wordt met de eigenaars en/of aangelanden een beheersovereenkomst voor deze bomen afgesloten.
Voor de opmaak van deze overeenkomsten werd advies gevraagd aan de juridische dienst van IOK.
Op 26 maart 2024 keurde de gemeenteraad de beheersovereenkomst bomen voor loten 1 en 17 goed.
In de verdere uitwerking is gebleken dat langs de zijde van de Bevelse Dreef, komende van de Bevel-Dorp, verschillende woningen gevestigd zijn die toegang hebben tot hun perceel via een private weg parallel met de Bevelse Dreef. Deze doorgang is geen geregistreerde servitudeweg.
Omwille van het vrijwaren van de doorgang voor de bewoners en de vaststelling dat de doorgang langsheen de Bevelse Dreef, over het tracé van de rooilijn, vrijwel onmogelijk geworden is door de natuurlijke versmalling door de groei van de bomen, is het aangewezen dat de gemeente een erfdienstbaarheid afsluit op de zone van de private weg parallel met de rooilijn. Zodoende kan aan alle bewoners en aangelanden zekerheid geboden worden over vrije doorgang zonder de bomen en ondergroei te hypothekeren of beschadigen.Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 41.
Voor de realisatie van de Bevelse Dreef - Carolusberg als trage weg en het herstel van de bomenrij worden volgende overeenkomsten afgesloten voor lot 1 en 17:
- overeenkomst tot vestiging van een erfdienstbaarheid tot openbaar nut voor:
- beheersovereenkomst bomen voor:
en toehorende aan aan Jan Tombeur en Ludwina Jacobs ingevolge akte d.d. 05/02/2003.
De overeenkomsten worden afgesloten tussen gemeente Nijlen en de eigenaars, zoals ze vermeld worden op de uittreksels van de eigendomstitels. De overeenkomsten zijn als bijlage toegevoegd aan deze beslissing.
De overeenkomst van erfdienstbaarheid met betrekking tot lot 1 betreft dezelfde zone waarvoor de gemeenteraad in zitting van 26 maart 2024 een beheersovereenkomst voor de bomen goedkeurde. Bij goedkeuring van de overeenkomst van erfdienstbaarheid wordt de beheersovereenkomst voor de bomen voor lot 1 (gemeenteraad 26 maart 2024) overbodig en komt deze dan ook te vervallen.
De overeenkomst tot vestiging van een erfdienstbaarheid en de beheersovereenkomst bomen voor:
lot 1, kadastraal gekend als perceel gelegen te Nijlen, afdeling 3, sectie C, nr 95 P (12018_C_0095_P_000_00)
lot 17, kadastraal gekend als perceel gelegen te Nijlen, afdeling 3, sectie C, nr 95 M 2 (12018_C_0095_M_002_00)
en beide toehorende aan Jan Tombeur en Ludwina Jacobs ingevolge akte d.d. 05/02/2003.
en als bijlagen toegevoegd aan dit besluit worden goedgekeurd.
De akten zullen worden verleden door de burgemeester, optredende als instrumenterende ambtenaar.
De gemeenteraadsvoorzitter en de algemeen directeur worden gelast met de ondertekening van de akten.
Ter ontwikkeling van de Bevelse Dreef / Carolusberg als trage weg startte de gemeente de procedure tot de vaststelling van een gemeenteweg.
Op 30 maart 2021 erkende de gemeenteraad het dertigjarig publiek gebruik van de Bevelse Dreef.
Op 4 oktober 2023 keurde de gemeenteraad de definitieve vaststelling van het rooilijnplan Bevelse Dreef / Carolusberg goed.
De vaststelling van de gemeenteweg heeft tot gevolg dat op de gemeente de rechtsplicht rust om over te gaan tot de realisatie, de vrijwaring en het beheer van de gemeenteweg overeenkomstig de in het gemeentewegendecreet opgenomen instrumenten en handhavingsmaatregelen.
In afwijking tot verwerving van de onroerende goederen sluit de gemeente met de eigenaars van de grond waarop de gemeenteweg gelegen is, een overeenkomst waarbij een erfdienstbaarheid van openbaar nut gevestigd wordt. De gemeente wordt hierdoor belast met het beheer van de gemeentewegen en het vrijwaren van de publieke doorgang over de volledige breedte van de gemeenteweg. Naast de inrichting van de dreef als trage weg is het de intentie van de gemeente om de dreef te herstellen en een uitstraling te geven binnen de principes van Sterk Merk Nijlen. Om dit te realiseren wordt met de eigenaars en/of aangelanden een beheersovereenkomst voor deze bomen afgesloten.
Voor de opmaak van deze overeenkomsten werd advies gevraagd aan de juridische dienst van IOK.
Op 26 maart 2024 keurde de gemeenteraad de overeenkomsten tot vestiging van een erfdienstbaarheid op de loten 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15 en 16 goed.
Artikel 7 - nutsvoorzieningen van deze overeenkomst luidt als volgt: de nutsvoorzieningen blijven in private eigendom. Kosten die gepaard gaan met aanpassingen aan bestaande of aanleg van nieuwe voorzieningen blijven ten laste van de eigenaar.
Het is aangewezen om duidelijker te omschrijven vanaf of tot waar de kosten ten laste van de eigenaar vallen.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 41.
Om duidelijkheid te scheppen is het aangewezen om artikel 7 - nutsvoorzieningen als volgt te wijzigen:
Bestaand artikel
Artikel 7 - nutsvoorzieningen
De nutsvoorzieningen blijven in private eigendom. Kosten die gepaard gaan met aanpassingen aan bestaande of aanleg van nieuwe voorzieningen blijven ten laste van de eigenaar.
vervangen door
Artikel 7 - nutsvoorzieningen
De nutsvoorzieningen blijven in private eigendom, dit wil zeggen kosten die gepaard gaan met aanpassingen aan bestaande of aanleg van nieuwe voorzieningen, vanaf de rooilijn over privégrond blijven ten laste van de eigenaar.
Deze aanpassingen wordt door een addendum toegevoegd aan de bestaande overeenkomsten zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 maart 2024.
De gemeenteraad keurt goed om het bestaande artikel 7 - nutsvoorzieningen:
Artikel 7 - nutsvoorzieningen
De nutsvoorzieningen blijven in private eigendom. Kosten die gepaard gaan met aanpassingen aan bestaande of aanleg van nieuwe voorzieningen blijven ten laste van de eigenaar.
te vervangen door
Artikel 7 - nutsvoorzieningen
De nutsvoorzieningen blijven in private eigendom, dit wil zeggen kosten die gepaard gaan met aanpassingen aan bestaande of aanleg van nieuwe voorzieningen, vanaf de rooilijn over privégrond blijven ten laste van de eigenaar.
Deze aanpassingen wordt door een addendum toegevoegd aan de bestaande overeenkomsten zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 maart 2024.
De gemeente wenst 4 loten te verkopen; lot 1A, lot 1B, lot 2A en lot 2B. Loten 1A en 1B zullen worden samengevoegd alsook loten 2A en 2B.
Kadastreel perceel: Nijlen 1ste afdeling Sectie B: 486 E en 203 G6 gedeeltelijk.
Oppervlakte percelen:
Lot 1A - oppervlakte 245m²
Lot 1B - oppervlakte 172m²
Lot 2A - oppervlakte 188m²
Lot 2B - oppervlakte 165m²
Het perceel B 486 E is gelegen achter de woningen Hooidonkstraat 8 en 10. Door de ondiepe perceeldiepte van deze 2 percelen, is het onmogelijk om hier in de toekomst een volwaardige woning te bouwen, en/of uit te breiden.
Onlangs werd de woning Hooidonkstraat 12 te 2560 Nijlen gesloopt, en werden er nieuwe bouwpercelen gevormd, beiden voor vrijstaande eengezinswoningen. Dit kwam mede tot stand door enerzijds een grondruil tussen de gemeente en eigenaars, alsook door een verkoop van de gemeente van een deel van perceel B 203 G6. Hierdoor werden mooie en voldoende diepe percelen gevormd, zonder afbreuk te doen aan de toegang aan de rechterzijde, dewelke doorgang verleent aan trage weggebruikers, die door het bos naar De Wip willen doorsteken.
Een deel van perceel B 203 G6 zal afgesplitst en toegevoegd worden aan delen van perceel B 486 E, elk voor hun deel gelegen achter de woningen Hooidonkstraat 8 en 10.
Zo kunnen er in de toekomst volwaardige woningen worden gebouwd indien dit wenselijk is voor de huidige of toekomstige eigenaars.
Vooraleer het perceel kan worden “overgedragen” zal er nog een kadastrale afsplitsing moeten gebeuren op basis van een “Afbakeningsplan” , opgemaakt door een erkend landmeter-expert.
Decreet Lokaal Bestuur art. 41 11° DLB: verkoop betreft een daad van beschikking over onroerende goederen waarvoor exclusief de gemeenteraad bevoegd is.
De herverdeling van perceel 486 E is in functie en dezelfde lijn als de voorliggende percelen zijnde Hooidonkstraat 8 en 10. Zo zullen zij een grotere (bouw)diepte krijgen (loten 1A en 2B). Hierbij komt nog de toevoeging van loten 1B en 2B als delen van groter perceel B 203 G6. Hierbij zullen er voor beide adressen, zijnde Hooidonkstraat 8 en 10 voldoende diepe tuinen gevormd worden, teneinde in de toekomst eventueel ook “diepere bebouwing” toe te laten, mits aanvraag van de nodige omgevingsvergunning.
Het betreft hier een aanzienlijke meerwaarde voor beide woningen, en tevens zal er een meer uniform beeld ontstaan in de deze zone.
De gemeenteraad keurt de grondverkoop goed.
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van deze beslissing.
Tijdens de politieraad van vorige week presenteerde de korpschef zijn opdrachtbrief, zeg maar de toelichting van het beleid dat hij de komende jaren zal voeren. Hij gaf hierbij onder meer aan dat hij zich zeker wil inzetten voor een goede samenwerking met het gemeentebestuur.
Ik wees hem daarop op het feit dat wij vanuit Nieuw Nijlen al enkele jaren steevast aandringen op de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de politie op onze commissievergaderingen Mobiliteit en en Verplaatsingsgedrag. In die commissie bespreken we immers vaak punten waarvoor het advies van de politie zeer wenselijk en verhelderend kan zijn. Ik vroeg dan ook de korpschef om zijn mening hierover. Hij gaf aan dat hij zeker bereid was om iemand af te vaardigen indien er punten op de agenda staan waarvoor hun aanwezigheid een meerwaarde kan zijn. Wij juichen dit uiteraard ten zeerste toe.
Groot was evenwel mijn verbazing toen één van de collega's-politieraadsleden van Berlaar me in het oor fluisterde dat dit in Berlaar al jarenlang de normale gang van zaken is. De politie zou er dus telkens aanwezig zijn op de commissievergaderingen. Het is dus duidelijk dat het niet de politie is, maar het schepencollege die jarenlang niet bereid is geweest om iemand van de politie uit te nodigen.
Wij stellen daarom voor dat we als gemeenteraad de opdracht geven aan het Schepencollege om de politie als volwaardige partner uit te nodigen voor de toekomstige vergaderingen van de commissie Mobiliteit en Verplaatsingsgedrag.
Antwoord schepen Victor De Groof
Ik moet u tegenspreken, het schepencollege is er helemaal niet tegen dat de politie aanwezig is op de raadscommissie mobiliteit. Het college werkt zeer goed samen met de politie en zij zijn meer dan welkom op de vergaderingen. De vorige korpschef is trouwens jaren aanwezig geweest, tot op een gegeven moment niet meer. Zal misschien zijn redenen hebben gehad, maar daar ben ik niet van op de hoogte. De voorzitter van de raadscommissie mobiliteit en verplaatsingsgedrag kan steeds de politie uitnodigen, waarna de politie o.b.v. de agendapunten kan bekijken of zij het nodig achten om aanwezig te zijn en waar zij een bijdrage kunnen leveren. De politie is in deze dan geen volwaardige partner (raadscommissies bestaan uit raadsleden), maar wordt opgeroepen als deskundige. We zijn bereid om hierover te stemmen, maar dan wel op de correcte manier. Raadslid Els Herremans amendeert dit punt.
Wij stellen voor om het verslag van Kempens Landschap over de onderhandelingen met de verkoper af te wachten vooraleer een beslissing te nemen.
Vorige gemeenteraad heb ik hieromtrent al een mondelinge vraag gesteld. Naar aanleiding van het artikel in de krant over de verkoop van het gebied ''Molenbos'' heb ik van de verkoper nieuwe info verkregen, deze was bijgevoegd als bijlage, daarom dat onze fractie het nu als bijkomend agendapunt toevoegt . De gemeente zou reeds geruime tijd ook deze gegevens in het bezit hebben, er zou geen sprake zijn van vervuiling, bewijs OVAM, en ook het oude stort zou zich niet op het terrein hebben bevonden.
Volgens het schattingsplan dat de gemeente ontvangen heeft is de waarde bepaald op € 4,00 per m2, de verkopers zouden een bod ontvangen hebben van Kempens Landschap van € 2 wat zij als te weinig hebben afgewezen. Ondertussen hebben zich ook al enkele buurtbewoners gemeld die eventueel stukken van het terrein willen kopen, doch de verkoper zou liever het terrein in zijn geheel verkopen, wat een geluk is voor de gemeente.
Bij de opmaak van het RUP Molenbos is er eveneens sprake dat de parking van het tenniscentrum eveneens dienst doet als parking voor het bosgebied, volgens mij had hier de provincie bezwaar maar was dat laatste argument doorslaggevend om het RUP goed te keuren, dan nu het bosgebied laten verdwijnen zou een beetje hypocriet zijn, niet?
Wij stellen voor dat de gemeenteraad hierover stemt, voorstel als inderdaad Kempens Landschap bereid is om € 2,00 bij te passen wij de 2 andere euro's geven en we een bod doen van € 4,00 per m2.
Indien de verkoop zou doorgaan kan de gemeente desgewenst met buurteigenaars nog overeenkomsten maken voor stukken die eventueel niet interessant zouden zijn voor de gemeente.
Alvast bedankt voor jullie steun en kunnen we voor onze inwoners een mooi bosgebied met vele mogelijkheden behouden.
Antwoord burgemeester Paul Verbeeck
Je moet wel voorzichtig zijn als je informatie krijgt van de verkoper. De belangen van de koper en de verkoper lopen immers meestal niet gelijk. Wat vervuiling op de site betreft, klopt het dat er geen saneringsplicht op ligt, maar uit bodemonderzoeken van 2017 blijkt dat er afval zit en dat werd vastgesteld via verschillende boorpunten op het terrein. Het feit dat er niet moet gesaneerd worden is belangrijk, maar het feit dat er afval zit, heeft natuurlijk invloed op de waarde van de grond. Het zou de verkoper zijn die de buren heeft benaderd en niet omgekeerd. De verkoper zou zijn vraagprijs hebben vernoemd, maar de buurtbewoners zijn er niet op ingegaan. Kempens Landschap heeft een bod gedaan, maar dit is niet weerhouden door de verkoper. Ondertussen heeft Kempens Landschap een nieuw bod gedaan, maar hierop werd nog niet gereageerd. Ik stel voor om het voorstel van die onderhandelingen af te wachten en amendeer daarom het voorstel.
Waarom wordt de Willibrordusstraat afgesloten? Wat is de meerwaarde? Creëren we geen gevaarlijk punt in de Molenstraat?
Antwoord schepen Victor De Groof
Deze vraag heeft betrekking op een beslissing die reeds in 2020 genomen is. De connectie Willibrordusstraat - Broechemsesteenweg is één van de kruispunten die vanuit het Agentschap wegen en Verkeer diende te worden geschrapt. Dit werd reeds opgelegd in een verkavelingsvergunning van 1976. Door de komst van het bouwproject heeft Agentschap Wegen en Verkeer de gemeente ertoe verplicht om deze voorwaarde destijds uit te voeren. Zo bevestigd in beslissing omtrent de zaak van de weg uit 2020. Samen met het bouwproject en ten laste van de ontwikkelaar wordt deze ontsluiting momenteel omgevormd tot een veilige fietsverbinding. Fietsers zijn op die manier veiliger en sneller in het centrum. Er is ook een conflictpunt minder op de fel gebruikte fietsweg langsheen de Broechemsesteenweg.
Wat is de stand van zaken i.v.m. het dossier wateroverlast achteraan het perceel Broechemsesteenweg?
Antwoord schepen Paul Laurijssen
Wij hebben op de Broechemsesteenweg gescheiden fietspaden aangelegd en hebben bij de uitvoering van de werken ook aandacht gehad voor de infiltratie van het water. Er is daarbij een probleem naar boven gekomen ter hoogte van het tuincentrum. Om dit op te lossen hebben we een drempelverlaging (20 a 25 cm) gerealiseerd, waardoor de gracht er op openbaar domein niet meer overloopt / vol komt te staan. We hebben uiteraard rekening gehouden met het feit dat we een gebied niet zomaar kunnen draineren. Omdat de vraag wel steeds terugkomt, hebben we ons verder bevraagd bij het studiebureau. Het studiebureau heeft nogmaals onderzoek gedaan en is tot de bevinding gekomen dat er niets meer moet gebeuren. De conclusie van het verslag luidt: er wordt ten gevolge van de uitgevoerde werken op openbaar domein geen onverantwoord hoge permanente waterstand veroorzaakt op het terrein van Van Uffelen. Wel wordt in de grachten infiltratie bevorderd en drainage vermeden met als gevolg een periodiek hoge grondwaterstand gedurende natte perioden. De periodiek hoge grondwaterstanden benaderen de oorspronkelijke situatie van deze omgeving. Het voorjaar 2024 is daarbovenop een uitzonderlijk natte periode waardoor de hoge grondwaterstand extra vaak optreden.
- Kopie van de verslagen van de tweewekelijkse vergaderingen.
- Overzicht van de klachten met overzicht via welk kanaal deze zijn binnengekomen.
- Actieplan van Fiberklaar.
Antwoord schepen Victor De Groof
Stukken zullen bezorgd worden aan raadslid Leo Verelst. Er is vandaag nog een overleg geweest tussen de diensten en Fiberklaar om een en ander te finetunen. Alles staat nog niet op punt maar we gaan de goede richting uit om tot een werkbare oplossing te komen. Via welk kanaal de klachten zijn binnengekomen kan niet meer achterhaald worden.
De voetbalploeg Kessel United, gevestigd in de dorpskern van Kessel, vormt een belangrijke ontmoetingsplaats voor jong en oud in onze deelgemeente. Voor veel kinderen, jongeren en volwassenen is dit de plek waar zij hun favoriete sport kunnen beoefenen. Momenteel beschikt de ploeg over twee terreinen. Echter, het B-veld is door slechte weersomstandigheden en veelvuldig gebruik vaak onbespeelbaar.
Recent is er een omgevingsaanvraag ingediend om het grasveld van het A-plein te vervangen door een kunstgrasveld. Dit zou de mogelijkheden voor intensiever gebruik van het veld aanzienlijk vergroten en de ploeg in staat stellen om meer trainingen en wedstrijden te organiseren.
Gezien het grote belang van sport in onze gemeente, zou ik graag de huidige stand van zaken willen vernemen omtrent deze aanvraag. Kan het college een update geven over de voortgang van dit dossier?
Antwoord burgemeester Paul Verbeeck
De club heeft inderdaad een bouwaanvraag ingediend voor een kunstgrasveld op het A-terrein. Er zijn een aantal adviezen aangevraagd aan de brandweer en de dienst integraal waterbeleid van de provincie (beide adviezen zijn nog niet binnen). Momenteel loopt het openbaar onderzoek en dit tot 9 juli 2024. Er is reeds één bezwaar/opmerking binnengekomen. Dit gaat over de waterhuishouding. Kunstgras wordt immers beschouwd als verharding. We hopen zo snel mogelijk te kunnen beslissen over het dossier, zodat de werken hopelijk vlug kunnen starten.
We beseffen dat het tijdens het uitzonderlijk natte voorjaar moeilijk was om onze onverharde wegen in optimale staat te houden, maar de bijzonder grote problemen die we mochten vaststellen in heel wat van onze onverharde wegen maken duidelijk dat een andere aanpak zich opdringt.
Sedert vele jaren klagen bewoners of eigenaars van percelen die liggen aan een aantal onverharde wegen steen en been dat het onderhoud erbarmelijk is. Om enkele schrijnende voorbeelden te geven, kunnen we de Voetweg-Kraaistraat, de Bogaertesheide en de Kannaertstraat aanhalen.
Al jaren worden deze wegen steeds weer op een bijna amateuristische wijze opgelapt zodat enkele weken na de herstelling de weg er opnieuw onberijdbaar bijligt.
Enkele maanden geleden hebben we al geopperd om in de Kannaertstraat dringend actie te nemen. Helaas is de situatie daar nog niet verbeterd, meer zelfs, door het overnatte voorjaar, is het alleen maar achteruit gegaan.
Vandaag willen we pleiten voor de Bogaertsheide.
Het onverharde deel dat van de kasseiweg loopt richting het Netepaleis en de netebeemden liggen er al vele jaren zeer triestig bij. Momenteel is de weg deels omgetoverd in een maanlandschap waar het moeilijk is om tussen de putten te laveren en heelhuids op je bestemming aan te komen.
We hebben vernomen dat er al meerdere vragen gericht werden aan de burgemeester en het schepencollege, maar wat opzoekwerk in Green Valley om na te gaan of deze punten recent nog besproken werden, leverden me geen resultaat op. Vandaar dat wij drie vragen zouden willen stellen over de Bogaertsheide :
1 Tijdelijke herstelling
Vanaf 1 juli vinden in het Netepaleis meerdere kinderkampen plaats zodat heel wat ouders hun kindjes moeten afzetten aan deze locatie. Zowel met de fiets als met de auto is het een helse klus om zonder veel problemen te arriveren op je bestemming. Er werd al meermaals aangedrongen op een grondig herstel van de weg, maar tot op heden blijft dat zonder gehoor. Akkoord, de weersomstandigheden hebben het ons niet makkelijk gemaakt, maar nu het droger is en hopelijk blijft, moet het toch mogelijk zijn om asap een tijdelijk herstel uit te voeren. Enkel als we dat doen, kan de veiligheid van fietsers en automobilisten worden gegarandeerd. Er is trouwens een engagement van de burgemeester van enkele maanden geleden om dit zo snel mogelijk uit te voeren, maar dat blijft momenteel dus zonder resultaat.
De kans dat bij eventuele ongevallen de gemeente aansprakelijk zal worden gesteld is niet onbestaande. Het wegdek is zo slecht dat de diepte van de putten kunnen leiden tot aanzienlijke schade aan voertuigen, aangezien het onmogelijk is om door het water in te schatten wat de diepte is van deze putten. Uitwijken is op sommige plaatsen ook moeilijk wegens overhangende takken en struikgewas.
Wij vernamen dan ook graag wat het schepencollege zal ondernemen om dit probleem zo snel mogelijk op te lossen ?
2 Definitieve herstelling
De herhaalde tijdelijke herstellingen, die trouwens telkens te laat komen en ook onvoldoende zijn, bieden dus geen oplossing voor de Bogaertsheide, evenmin als voor een aantal andere onverharde wegen. Een definitieve oplossing dringt zich dan ook op. Voor de Bogaertsheide werd ik op de hoogte gesteld van het feit dat een buurtbewoner bereid is om de kosten voor een degelijke heraanleg van de weg volledig zelf te betalen. Aangezien het hier om een weg gaat met een openbaar karakter of in openbare eigendom, kan hij dit uiteraard niet op eigen houtje uitvoeren. Hij deelde deze bereidheid vorig jaar al mee aan onze burgemeester die duidelijk aangaf dat hij dit voorstel zou bekijken en bespreken. Ondanks een schriftelijk engagement van de burgemeester dat al dateert van april 2024, vond ik nergens terug dat deze vraag intusssen al besproken werd op het schepencollege of met de bevoegde diensten.
Wij vinden dit uiteraard een zeer interessant voorstel dat snel zou moeten bekeken worden ?
Graag vernamen wij dan ook :
3 Trage weg richting Netebeemden
Aan het einde van het onverharde deel van de Bogaertsheide liep in het verleden een wegeltje tussen de bomen tot aan de oever van de Grote Nete. Enkele jaren geleden werd dit wegeltje afgesloten met prikkeldraad door een landbouwer die in de buurt actief is. Intussen is het wegeltje meer en meer aan het dichtgroeien doordat het in onbruik is geraakt. Regelmatig moeten wandelaars op hun stappen terugkeren omdat ze niet verder kunnen gaan. Het wegeltje in kwestie biedt de mogelijkheid om het wandelknooppuntennetwerk dat reeds in de buurt aanwezig is, uit te breiden met een rechtstreekse verbinding naar de Nete-oever. Op deze manier kunnen wandelaars binnen dit netwerk de Nete bereiken zonder een deel te moeten afleggen langs de drukkere Berlaarsesteenweg. Op de wenselijkheidskaart die destijds werd opgemaakt in samenwerking met Regionaal Landschap Rivierenland staat dit weggetje trouwens op als een interessante verbindingsweg om opnieuw te realiseren.
Graag vernamen we wat de intenties zijn van het schepencollege met dit wegeltje.
Kan er werk gemaakt worden om dit weggetje opnieuw toegankelijk te maken tot aan de oever (beemden) van de Grote Nete ?
Antwoord schepen Paul Laurijssen - deel 1
De combinatie van enerzijds de extreme hoeveelheid regenval van afgelopen maanden en anderzijds de aanwezigheid van zware voertuigen die gebruik maken van deze onverharde weg maakt dat er grote, diepe putten ontstaan. De onverharde wegen worden 2x per jaar (voorjaar en najaar) door een externe aannemer onderhouden. Doordat de aannemer omwille van de regenval vertraging heeft opgelopen kan deze in Nijlen pas in september een onderhoudsbeurt uitvoeren. Om deze reden werd een prijsvraag uitgestuurd naar andere aannemers die volgens volgende werkmethode het onderhoud op korte termijn kunnen uitvoeren
Maandag 1 juli zijn deze werken opgestart dewelke op korte termijn afgerond zouden zijn.
Volgende wegen zullen op deze wijze onderhouden worden:
Volgende wegen zullen hierop aanvullend in het midden van de weg een ‘karrespoor’ krijgen dat bestaat uit een minder grof wegdek, voorzien voor fietsverkeer:
Antwoord burgemeester Paul Verbeeck - deel 2
De buurtbewoner is vragende partij om op zijn kosten een verharding te leggen tot aan zijn woning. Zijn voorstel gaat echter maar tot aan de Gasthuishoeve en niet tot aan het Netepaleis. Het definitief verharden van een nieuwe weg in kwetsbaar en gevoelig open ruimte gebied is vergunningsplichtig. Er zal voor deze aanvraag een omgevingsvergunning wegaanleg dienen te worden ingediend. Een screening van deze vraag of ze in aanmerking kan komen voor vergunning is op het eerste zicht ongunstig. Enerzijds dienen overheden net te ontharden i.p.v. te verharden. Het Vlaams en provinciaal beleid hieromtrent is duidelijk. Ook de externe adviesinstanties zullen niet makkelijk te overtuigen zijn voor een nieuwe weg. We zullen het wel aftoetsen of het een haalbare kaart is.
Bovendien is deze weg gelegen in beschermd gebied, zie de inventaris onroerend erfgoed. Dit houdt uiteraard ook een aantal beperkingen in. De weg zal wel voorlopig hersteld worden, zoals aangegeven door schepen Paul Laurijssen en we zullen ook bekijken of er een meer structurele oplossing (wel duurdere) kan voorzien worden, hierbij uiteraard rekening houdend met het budget voor het onderhoud van de onverharde wegen.
Antwoord schepen Victor De Groof - deel 3
Deze connectie werd recent toegevoegd aan de prioriteiten rond aanpak trage wegen waarmee Regionaal Landschap Rivierenland mee aan de slag is. Dit met de bedoeling om het eigenlijk meer gebiedsgericht te bekijken en onmiddellijk de connectie met Iona, die open staan voor een trage weg op hun gebieden, in één keer mee te bekijken. Juridisch gezien is het niet altijd evident, maar het is en blijft een prioriteit voor ons.
Mondelinge vragen ingediend tijdens de vergadering.
Artikel 4 §4 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, zoals vastgesteld in de gemeenteraad van 21 juni 2022.
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de raad staan. Deze mondelinge vragen worden ten laatste tijdens de volgende zitting beantwoord.
De gemeenteraad neemt kennis van de mondelinge vragen:
- raadslid Jan Verbraecken nodigt de raadsleden uit op het 40-jarig bestaan van 'De Slappe'.
- raadslid Els Herremans verwijst naar de raadscommissie milieu i.v.m. de klacht lawaaioverlast en vraagt om de actiepunten over fuiven, festivals enz. die toen zijn uitgesproken ter harte te nemen en deze te behandelen.