De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 5 februari 2019 dient aangepast te worden om een hedendaags aankoopbeleid te kunnen voeren.
Decreet lokaal bestuur, hierna afgekort als DLB.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Art. 78 tweede lid, 9° van het DLB (en latere wijzigingen) bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn bevoegd is voor het vaststellen van wat onder het begrip “dagelijks bestuur” moet worden verstaan.
Voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten is volgens het DLB steeds het vast bureau (art. 84,§3 4° DLB) bevoegd.
Voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten is volgens het DLB in principe de raad voor maatschappelijk welzijn (art. 78° DLB) bevoegd. Het vast bureau is bevoegd voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten die tot het dagelijks bestuur behoren.
Het vast bureau kan beslissen tot delegatie van bepaalde aangelegenheden van dagelijks bestuur aan de algemeen directeur.
De raad voor maatschappelijk welzijn kan beslissen welke verrichtingen van dagelijks bestuur vrijgesteld worden van het voorafgaand visum van de financieel directeur.
De financieel directeur onderwerpt de voorgenomen financiële verbintenissen aan een onderzoek inzake wetmatigheid en regelmatigheid, hij verleent zijn voorafgaand visum als blijkt dat de voorgenomen financiële verbintenissen wetmatig en regelmatig zijn. Hij oefent zijn taken in volle onafhankelijkheid uit (artikelen 266 en 177 DLB).
Het dagelijks bestuur omvat alle handelingen die de normale werking van het OCMW moeten garanderen, met uitzondering van de bevoegdheden die krachtens de wetgeving of een andere beslissing of overeenkomst exclusief toekomen aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
De handelingen van dagelijks bestuur hebben betrekking op de regeling van de behoeften van het dagelijks leven, de zaken van gering belang en de zaken die naar snelheid van optreden een dringend karakter vertonen.
De overheidsopdrachten met een waarde tot en met het bedrag bepaald in artikel 42, § 1, 1° a van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016 (met inbegrip van latere aanpassingen en wijzigingen; op datum van dit besluit door de raad voor maatschappelijk welzijn € 143 000,00 exclusief btw; vanaf 2026 € 140 000,00 exclusief btw) in het meerjarenplan of desgevallend de meest recente aanpassing van het meerjarenplan behoren tot het dagelijks bestuur.
Overheidsopdrachten waarbij het bestuur beroep doet op artikel 42, § 1, 1° b van de wet inzake overheidsopdrachten, voor zover dit strikt noodzakelijk is, en de termijnen voor de openbare of niet-openbare procedure of de mededingingsprocedure met onderhandeling niet in acht kunnen worden genomen wegens dwingende spoed voortvloeiend uit onvoorzienbare gebeurtenissen voor de aanbestedende overheid en wanneer geen beroep kan gedaan worden op de bevoegdheid van het vast bureau in artikel 78 van het DLB, behoren tot het dagelijks bestuur.
Overheidsopdrachten waarbij het bestuur beroep doet op artikel 42, § 1, 1° c van de wet inzake overheidsopdrachten, waarbij geen of geen geschikte aanvraag tot deelneming of offerte werd ingediend ingevolge een openbare of niet-openbare procedure, mits de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht niet wezenlijk worden gewijzigd, en, voor opdrachten die gelijk zijn aan of hoger zijn dan de drempels voor de Europese bekendmaking, aan de Europese Commissie op haar verzoek een verslag wordt overgelegd, behoren tot het dagelijks bestuur.
Overheidsopdrachten waarbij het bestuur beroep doet op artikel 42, § 1, 1° d van de wet inzake overheidsopdrachten, behoren tot het dagelijks bestuur, zijnde de werken, leveringen of diensten die alleen door een bepaalde ondernemer kunnen worden verricht, om een van de volgende redenen :
i) de opdracht heeft als doel het vervaardigen of verwerven van een uniek kunstwerk of het leveren van een unieke artistieke prestatie;
ii) mededinging ontbreekt om technische redenen;
iii) uitsluitende rechten moeten worden beschermd, met inbegrip van de intellectuele eigendomsrechten.
De in de punten ii) en iii) genoemde uitzonderingen gelden alleen als er geen redelijk alternatief of substituut bestaat en het ontbreken van mededinging niet het gevolg is van een kunstmatige beperking van de voorwaarden van de opdracht.
Overheidsopdrachten waarbij het bestuur beroep doet op artikel 42, § 1, 4° b, wanneer aanvullende leveringen moeten worden verricht door de oorspronkelijke leverancier, die ofwel bestemd zijn voor de gedeeltelijke vernieuwing van leveringen of installaties, ofwel voor de uitbreiding van bestaande leveringen of installaties, wanneer een verandering van leverancier de aanbestedende overheid ertoe zou verplichten leveringen te verwerven met andere technische eigenschappen, zodat onverenigbaarheid zou ontstaan of zich bij het gebruik en het onderhoud onevenredige technische moeilijkheden zouden voordoen, behoren tot het dagelijks bestuur. De looptijd van deze opdrachten en nabestellingen mag in de regel niet langer zijn dan drie jaar.
De financieel directeur oefent de controle, bedoeld in artikel 266 DLB als volgt uit:
De invulling van het begrip dagelijks bestuur treedt onmiddellijk na goedkeuring en bekendmaking in werking en vervangt vanaf deze datum alle voorgaande besluiten over het dagelijks bestuur.